Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad
Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad
Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren? - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
60<br />
Op dit terrein ligt de regietaak volgens de raad grotendeels bij het <strong>onderwijs</strong> zelf. Cognitieve<br />
ontwikkeling behoort immers tot de kerntaken van het <strong>onderwijs</strong>. Bovendien is het<br />
van groot belang dat <strong>jongeren</strong> die hier uitblinken, vroegtijdig opgemerkt worden om<br />
(school)problemen te <strong>voor</strong>komen. Dat het <strong>onderwijs</strong> de eerstaangewezene is om de regie<br />
van dit talentgebied te voeren, betekent niet dat het deze taken geheel alleen moet vormgeven.<br />
Hoogstwaarschijnlijk is samenwerking met deskundige derden op dit gebied (stadium<br />
twee in het <strong>voor</strong>zieningenaanbod) <strong>voor</strong> de meeste scholen zelf een noodzaak, aangezien<br />
de deskundigheid op school vaak niet aanwezig zal zijn.<br />
Een situatie echter waarin de regie van zorg en begeleiding rondom (hoog)begaafdheid<br />
geheel buiten de school komt te liggen (stadium drie van het <strong>voor</strong>zieningenaanbod), is<br />
<strong>voor</strong> dit talentgebied onwenselijk (en ondoenlijk); dit stadium komt in het onderstaande<br />
dan ook niet aan bod.<br />
(1) Voorzieningen in het <strong>onderwijs</strong><br />
Het basis<strong>onderwijs</strong> is een belangrijke actor op dit terrein omdat (hoog)begaafdheid vaak al<br />
op jonge leeftijd herkenbaar is. Het basis<strong>onderwijs</strong> <strong>kan</strong> hier zelf <strong>meer</strong> doen dan nu gebruikelijk<br />
is, zowel op het terrein van het herkennen (diagnosticeren) van talent als waar het<br />
gaat om aanpassingen in het curriculum. Het zou goed zijn als er op iedere basisschool<br />
ten minste enige kennis is van (hoog)begaafdheid. De raad beveelt daarom aan dat de<br />
school er<strong>voor</strong> zorg draagt, dat de interne begeleider (of een andere functionaris) geïnfor<strong>meer</strong>d<br />
en geschoold is en blijft met betrekking tot dit onderwerp; externe scholingsprogramma’s<br />
zouden hierin kunnen <strong>voor</strong>zien. Deze functionarissen zouden vervolgens tot<br />
taak hebben groepsleerkrachten en andere teamleden bewust te maken van de noodzaak<br />
van talentherkenning. De nodige expertise op het gebied van (hoog)begaafdheid is in principe<br />
<strong>voor</strong>handen in Nederland. De raad beveelt aan (en begrijpt dat dit pas op langere termijn<br />
effect zal hebben) dat het thema van herkenning van (hoog)begaafdheid opgenomen<br />
wordt in het curriculum van de lerarenopleidingen <strong>voor</strong> het basis<strong>onderwijs</strong>. De nascholing<br />
van leerkrachten <strong>kan</strong> daar vervolgens op aansluiten.<br />
De school <strong>kan</strong> <strong>voor</strong>ts aanpassingen in het curriculum aanbrengen, door het bij<strong>voor</strong>beeld<br />
compacter, <strong>meer</strong> uitgebreid of in een sneller tempo aan te bieden, of door tutorprogramma’s,<br />
waarbij oudere leerlingen jongere leerlingen ondersteunen en uitdagen door extra<br />
lessen of opdrachten. Dit alles zal vaak gebeuren in samenwerking met derden (zie hieronder).<br />
Ten slotte wijst de raad er met nadruk op dat de communicatie tussen school en ouders<br />
verbeterd moet worden; een heldere schoolvisie op (hoog)begaafdheid in het <strong>onderwijs</strong><br />
<strong>kan</strong> hierbij ondersteunend zijn.<br />
Voor het <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong> ligt naar het oordeel van de raad het vraagstuk anders dan<br />
in het basis<strong>onderwijs</strong>. Hier kunnen immers opleidingen van verschillende zwaarte worden<br />
gevolgd, en in het programma-aanbod is inhoudelijke en institutionele differentiatie<br />
mogelijk. Begaafde en hoogbegaafde <strong>jongeren</strong> kunnen binnen het vwo door extra vakken<br />
en inhoudelijke verdieping wellicht al voldoende aan hun trekken komen. Dit laat onverlet<br />
(en dat blijkt ook uit de inventarisatie) dat binnen de zwaardere opleidingen behoefte<br />
bestaat aan verdere uitdagingen <strong>voor</strong> (hoog)begaafden. De raad stelt zich daarom <strong>voor</strong><br />
dat ook het <strong>voor</strong>tgezet <strong>onderwijs</strong> er<strong>voor</strong> zorg draagt dat het over een mentor of leerlingbegeleider<br />
beschikt, die geïnfor<strong>meer</strong>d en geschoold is op dit gebied.<br />
<strong>Onderwijsraad</strong>, mei 2004