29.08.2013 Views

Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be

Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be

Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In het kader van deze handhavingsactie stelde MI 1 proces-verbaal<br />

op en gaf ze 1 aanmaning.<br />

Deze handhavingsactie toonde aan dat de asfalt<strong>be</strong>toncentrales<br />

onder normale werkomstandigheden voldoen<br />

aan sectorale emissiegrenswaarden die sinds 1 januari<br />

<strong>2010</strong> gelden, met uitzondering van een calamiteit en<br />

een aantal lichte overschrijdingen. De controle op deze<br />

<strong>be</strong>drijven zal door MI verder gezet worden als onderdeel<br />

van de routinematige controles.<br />

Diffuse emissies<br />

Fijn stof is naast ozon momenteel één van de <strong>be</strong>langrijkste<br />

veroorzakers van luchtvervuiling, zeker in het Vlaams<br />

Gewest. Inademing van fijn stof, de PM10-fractie (en<br />

vooral PM2,5) in zwevend stof in de lucht heeft dermate<br />

nadelige effecten op de gezondheid dat een Vlaming hierdoor<br />

naar schatting ongeveer 15 levensmaanden inboet.<br />

De aanpak van fijn stof staat centraal in<br />

het Europees <strong>be</strong>leid tegen luchtverontreiniging<br />

dat recent ook nieuwe<br />

normen voor PM2,5 vastlegde in<br />

richtlijn 2008/50. De normen<br />

voor PM10, <strong>be</strong>paald in richtlijn<br />

1999/30/EG en opgenomen in<br />

Vlarem, gelden al sinds 2005.<br />

De jaargemiddelde norm <strong>be</strong>draagt<br />

40 μg/m³; de daggemiddelde<br />

norm van 50 μg/m³<br />

mag maximaal 35 keer op een<br />

jaar worden overschreden. De<br />

voorbije jaren werden op heel wat<br />

Vlaamse meetposten te veel overschrijdingen<br />

van de EU-daggrenswaarden<br />

vastgesteld. De richtlijn <strong>be</strong>paalt dat<br />

er dan plannen en programma’s moeten worden<br />

opgesteld. Het Vlaams Gewest stelde in 2005 een<br />

globaal stofplan op. Aangezien naast de hoge bijdrage<br />

van het verkeer ook industriële emissies van onder meer<br />

op- en overslagactiviteiten en metaalverwerking een rol<br />

spelen, lanceerde de toenmalige minister van Leefmilieu<br />

in mei 2007 het ‘Actieplan aanpak fijn stof in industriële<br />

hotspotzones’ voor de Gentse kanaalzone, Ruisbroek,<br />

Roeselare en Oostroze<strong>be</strong>ke. MI is <strong>be</strong>trokken bij de uitvoering<br />

van dit plan. In 2008 keurde de minister van Leefmilieu<br />

een gelijkaardig actieplan goed voor de haven van<br />

Antwerpen.<br />

Omdat door de Europese wetgeving en de actieplannen<br />

meer aandacht kwam voor de problematiek van fijn stof,<br />

legde MI aan tal van <strong>be</strong>drijven gelegen in de hotspotzones<br />

stofactieplannen op. Hierin moesten de <strong>be</strong>drijven specifieke<br />

maatregelen opnemen en uitvoeren om onder meer<br />

diffuse emissies te <strong>be</strong>strijden. Indien nodig stelde MI in<br />

een gemotiveerd verzoek aan de vergunningverlenende<br />

overheid voor om specifieke bijzondere voorwaarden in<br />

de milieuvergunning te laten opnemen. De uitvoering van<br />

deze voorwaarden door de <strong>be</strong>drijven werd achteraf door<br />

MI gecontroleerd.<br />

Het opleggen van de stofactieplannen en het toezien<br />

op de correcte uitvoering ervan vormde ook in <strong>2010</strong> de<br />

hoeksteen van de inspanningen van MI voor de <strong>be</strong>strijding<br />

van fijn stof bij industriële inrichtingen. MI controleerde<br />

een aantal prioritaire <strong>be</strong>drijven op de implementatie<br />

van Vlarem-, vergunnings- en BBT-maatregelen ter<br />

<strong>be</strong>perking van stofemissies, controleerde de uitvoering<br />

van reeds opgelegde maatregelen en <strong>be</strong>paalde nog verder<br />

op te leggen stofmaatregelen en/of voor te stellen<br />

bijzondere voorwaarden.<br />

In totaal voerde MI in <strong>2010</strong> 31 van dergelijke inspecties<br />

uit. Het ging voornamelijk om <strong>be</strong>drijven in de<br />

sectoren ertsverwerking, schrootverwerking,<br />

mouterij, <strong>be</strong>tonproductie, afvalverwerking,<br />

hout<strong>be</strong>werking en op- en<br />

overslag.<br />

Naast de <strong>be</strong>strijding van fijn stof<br />

in de hotspotzones schenkt MI<br />

ook de nodige aandacht aan de<br />

verspreiding van zware metalen<br />

naar de lucht via zwevend<br />

en neervallend stof. De opname<br />

van zware metalen in het<br />

organisme ge<strong>be</strong>urt via ademhaling<br />

en voeding. Zware metalen<br />

zijn schadelijk voor de gezondheid.<br />

De inspanningen die MI en de industrie<br />

tot hiertoe deden, heb<strong>be</strong>n geleid tot een<br />

positieve evolutie in de meetresultaten, maar<br />

voor zware metalen blijven inspanningen noodzakelijk,<br />

zeker met het oog op een verstrenging van diverse normen<br />

in 2012.<br />

Fugitieve emissies<br />

Controle op VOS-emissies bij <strong>be</strong>drijven die organische<br />

oplosmiddelen verbruiken<br />

Activiteiten die gebruik maken van organische oplosmiddelen<br />

(zoals drukkerijen, autoproductie, textiel…) moeten<br />

voldoen aan specifieke emissiegrenswaarden of aan<br />

de eisen van een equivalent reductieprogramma (Vlarem<br />

II, Hoofdstuk 5.59). Deze <strong>be</strong>drijven moeten jaarlijks een<br />

solventboekhouding of ‘VOS-document’ opmaken met<br />

Resultaten van het MIP + evaluaties per thema -<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!