Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
88<br />
tatie van het tankenpark. Deze aanmaningen handelden<br />
over het niet aanwezig zijn van keuringscertificaten voor<br />
verschillende opslagtanks van licht ontvlambare, ontvlambare<br />
en brandbare vloeistoffen. In dit schrijven werd<br />
<strong>be</strong>nadrukt dat voor <strong>be</strong>staande houders voor de opslag<br />
van P 1-, P 2-, P 3- of P 4-producten ten laatste op 1 augustus<br />
2000 een algemeen onderzoek moest worden uitgevoerd.<br />
Een controle op 24 maart 1999 bracht aan het licht dat<br />
nog niet alle houders een algemeen onderzoek hadden<br />
ondergaan. Dit resulteerde op 30 maart 1999 opnieuw in<br />
een schriftelijke aanmaningen waarin werd herhaald dat<br />
<strong>be</strong>staande houders voor de opslag van P 1-, P 2-, P 3- of P 4producten<br />
ten laatste op 1 augustus 2000 een algemeen<br />
onderzoek moesten ondergaan.<br />
In de periode juni-juli 2002 werd het volledige tankenpark<br />
(het gaat hier om 46 atmosferische<br />
tanks met een grootte variërend van<br />
2700 m³ tot 28.000 m³, verspreid over<br />
4 grote tankkuipen) aan een grondige<br />
visuele en administratieve<br />
controle onderworpen. MI stelde<br />
een proces-verbaal op omdat<br />
er voor 24 van de 46 houders<br />
geen attest van een algemeen<br />
onderzoek zoals <strong>be</strong>doeld in<br />
artikel 5.17.3.16 van Vlarem II<br />
voorhanden was. Tevens bleek<br />
dat het gros van de tanks matige<br />
tot hevige corrosie aan dak, windvang,<br />
trap en/of wand vertoonden;<br />
dat slechts 7 van de 46 tanks voorzien<br />
waren van een verflaag die zich in<br />
een goede staat <strong>be</strong>vond en dat de terp van de<br />
meeste tanks matig tot sterk verbrokkeld was.<br />
Naar aanleiding van deze vaststellingen verstuurde MI op<br />
2 augustus 2002 een nieuwe schriftelijke aanmaning aan<br />
het <strong>be</strong>drijf.<br />
De raffinaderij stelde het gevraagde actieplan op en <strong>be</strong>zorgde<br />
dit aan MI. Volgens dit plan zou tegen eind 2004<br />
het volledige tankenpark gesaneerd zijn. Bij verschillende<br />
tussentijdse opvolgingscontroles in de periode 2003-<br />
2004 bleek dat er hoe langer hoe meer achterstand<br />
kwam op het vooropgestelde saneringsprogramma.<br />
Bij een controle op 27 okto<strong>be</strong>r 2004 kon het <strong>be</strong>drijf geen<br />
duidelijk inzicht geven over de uivoeringsgraad van de<br />
saneringswerken van het tankenpark. Er kon op dat moment<br />
evenmin duidelijkheid worden gegeven over de<br />
stand van zaken van de periodieke onderzoeken. Naar<br />
- <strong>Milieuhandhavingsrapport</strong> <strong>2010</strong> van de afdeling Milieu-inspectie<br />
aanleiding van deze vaststellingen herhaalde MI op 30<br />
novem<strong>be</strong>r 2004 nogmaals de schriftelijke aanmaning. In<br />
dit schrijven werd gesteld dat tanks die op 31 decem<strong>be</strong>r<br />
2004 niet voldeden aan de eerder opgelegde voorwaarden<br />
buiten dienst moesten worden gesteld totdat er een<br />
geldig keuringsattest zonder inbreuken en opmerkingen<br />
voorhanden was én de tanks geschilderd waren.<br />
Na het verstrijken van de opgelegde termijn van eind decem<strong>be</strong>r<br />
2004 volgden <strong>be</strong>gin januari 2005 nieuwe controles<br />
in het tankenpark waarbij de wand, het dak, de terp en<br />
de aanhorigheden van alle tanks die op dat moment nog<br />
in dienst waren grondige visueel werden geïnspecteerd.<br />
Daarnaast ge<strong>be</strong>urde er bij al deze tanks een uitgebreide<br />
administratieve controle, met nazicht van het meest<br />
recente attest van het algemeen en <strong>be</strong>perkt onderzoek<br />
(voor zover <strong>be</strong>schikbaar) . MI verbaliseerde deze ernstige<br />
overtreding en ging over tot het afkondigen van<br />
een dwangmaatregel. Deze dwangmaatregel<br />
hield het stopzetten in van de opslag<br />
van aardolieproducten in 17 van de<br />
46 opslagtanks van de raffinaderij<br />
met ingang van 15 mei 2005. In<br />
afwachting diende het <strong>be</strong>drijf de<br />
nodige organisatorische maatregelen<br />
te treffen om de 17<br />
tanks uiterlijk dan volledig buiten<br />
dienst te kunnen stellen.<br />
De buitendienststelling van<br />
de tanks moest worden uitgevoerd<br />
in samenspraak en onder<br />
toezicht van een <strong>be</strong>voegd deskundige.<br />
Het ledigen van de tanks<br />
moest vervolgens volledig en grondig<br />
worden uitgevoerd: alle slib moest worden<br />
verwijderd en de tanks moesten worden<br />
gereinigd zodat er geen lekkage van restproduct<br />
kon optreden. De tanks moesten volledig worden afgeblind<br />
en de mangaten moesten worden opengezet.<br />
De dwangmaatregel kon pas worden opgeheven voor die<br />
tanks waarvoor:<br />
- een geldig attest van <strong>be</strong>perkt en algemeen onderzoek<br />
kon worden voorgelegd waaruit ondub<strong>be</strong>lzinnig bleek<br />
dat de tank en de installatie voldeden aan de <strong>be</strong>palingen<br />
van Vlarem II;<br />
- wand, dak, trap, schuimleidingen, koelwaterleidingen,<br />
productleidingen en toe<strong>be</strong>horen voorzien waren van<br />
een degelijke verflaag;<br />
- de terp van de tank zich in een on<strong>be</strong>rispelijke staat<br />
<strong>be</strong>vond (voldoende aflopend en geen scheuren noch<br />
gaten vertoonden);<br />
- alle apparatuur en <strong>be</strong>ka<strong>be</strong>ling die niet meer in gebruik<br />
was van de tank verwijderd werd.