Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Controles meetnetten rond stortplaatsen<br />
Stortplaatsen kunnen, afhankelijk van hun ligging (hydrogeologie),<br />
grootte en inhoud een risico inhouden voor<br />
het in de omgeving aanwezige grondwater. Daarom zijn<br />
er in de Vlarem-reglementering specifieke voorwaarden<br />
ingeschreven om het grondwater te <strong>be</strong>schermen.<br />
In eerste lijn wordt de <strong>be</strong>scherming uitgevoerd door de<br />
constructie van de stortplaats zelf, bv. de aanwezigheid<br />
van een percolaatdrainagesysteem, een afsluitlaag (geologische<br />
barrière) en kunstmatige barrière (folie). De correcte<br />
werking van deze <strong>be</strong>schermingsmiddelen wordt in<br />
2e lijn gecontroleerd door een grondwatermeetnet. Voor<br />
elke watervoerende laag die door de stortplaats kan worden<br />
<strong>be</strong>ïnvloed, moeten minimum 3 peilputten worden<br />
aangelegd. Minstens 1 daarvan moet gelegen zijn langs<br />
de zijde waar het grondwater het gebied van de stortplaats<br />
instroomt en 2 langs de zijde waar het grondwater<br />
het gebied van de groeve uitstroomt. Deze peilputten<br />
moeten jaarlijks gemonitord op grondwaterpeil<br />
en –kwaliteit worden. De nazorg <strong>be</strong>draagt<br />
standaard 30 jaar. Van de monitoring<br />
en de vastgestelde trends moet jaarlijks<br />
door de exploitant een rapport<br />
worden opgesteld en <strong>be</strong>zorgd aan<br />
MI en OVAM.<br />
In het kader van dit project<br />
zijn de afgelopen 2 jaar 20<br />
stortplaatsen gecontroleerd,<br />
waarvan de ene helft enkel<br />
administratief en de andere<br />
helft zowel administratief als<br />
op het terrein. Bij de administratieve<br />
controles werden de vergunningstoestand<br />
van de stortplaats en<br />
de administratieve gegevens van het<br />
meetnet gecontroleerd, nl. de liggingsplannen,<br />
putfiches, testpompingen, nivellering, meetfrequentie<br />
en jaarlijkse rapportering. Bij de terreincontrole<br />
werd de effectieve ligging van het meetnet op het terrein<br />
gecontroleerd (staat, onderhoud, <strong>be</strong>reikbaarheid,…) en<br />
de overeenstemming met de aanwezige administratieve<br />
gegevens.<br />
Bij 12 van de 20 gecontroleerde stortplaatsen werden tekortkomingen<br />
m.b.t. het grondwatermeetnet vastgesteld<br />
en een aanmaning opgesteld. Wat <strong>be</strong>treft de administratieve<br />
verplichtingen kan worden gesteld dat exploitanten<br />
vaak niet op de hoogte zijn van de specifieke sectorale<br />
verplichtingen. Op stortplaatsen lopen er vaak ook een<br />
of meerdere bodemonderzoeken (oriënterend of <strong>be</strong>schrijvend).<br />
Men gaat er dan soms verkeerdelijk van uit<br />
dat wanneer men aan de monitoring daarin omschreven<br />
74 - <strong>Milieuhandhavingsrapport</strong> <strong>2010</strong> van de afdeling Milieu-inspectie<br />
voldoet (volgens het bodemdecreet & Vlarebo), men ook<br />
automatisch voldoet aan de Vlarem-verplichtingen terzake.<br />
De jaarlijkse rapportering <strong>be</strong>vat dan ook niet altijd<br />
de noodzakelijke gegevens (parameters, evoluties,…) of<br />
ontbreekt zelfs in sommige gevallen.<br />
Bij de terreincontroles blijkt vaak een gebrekkige aandacht<br />
voor het onderhoud van de peilputten. De peilbuizen<br />
worden onvoldoende afgeschermd (ontbreken van<br />
een goede stevige <strong>be</strong>schermkoker met slot) of geïdentificeerd<br />
(la<strong>be</strong>l). Dit heeft tot gevolg dat de peilputten worden<br />
<strong>be</strong>schadigd, dichtslib<strong>be</strong>n en soms zelfs op termijn<br />
niet meer worden teruggevonden door gebrekkige nivellering.<br />
Een dergelijke ‘verloren’ peilput vormt echter wel<br />
een ernstig risico voor grondwaterverontreiniging, aangezien<br />
de peilbuis een rechtstreeks contact vormt tussen<br />
het maaiveld en de onderliggende watervoerende laag of<br />
lagen. Bemonstering uit een defecte peilput is ook<br />
niet representatief voor de watervoerende<br />
laag en geeft aldus een vertekend <strong>be</strong>eld<br />
van de realiteit in de rapportering.<br />
Het is dan ook essentieel dat elke<br />
wijziging aan het meetnet door<br />
de exploitant correct wordt bijgehouden<br />
en dat defecte peilputten<br />
worden opgevuld. Dit is<br />
echter vaak niet het geval: als<br />
men de peilputten niet meer<br />
vindt, wordt gewoon elders opnieuw<br />
geboord. In verschillende<br />
gevallen werd vastgesteld dat<br />
materiaal voor de <strong>be</strong>monstering<br />
van grondwater (darmen, pompen)<br />
niet werd verwijderd uit de peilputten,<br />
wat een bijkomend risico voor contaminatie<br />
inhoudt. In een enkel geval werd<br />
vastgesteld dat de aanwezige inrichting voor het<br />
wegpompen van regenwater uit het stortvak zover was<br />
ingegraven in de bodem van de stortplaats dat de hele<br />
hydrogeologische barrière en dus de onderste <strong>be</strong>schermlaag<br />
van de stortplaats werd doorbroken.<br />
MI <strong>be</strong>zorgde al haar <strong>be</strong>vindingen aan OVAM, dat in de<br />
sectorale voorwaarden is aangeduid als instantie die<br />
richtlijnen moet geven voor de aanleg van de meetnetten.<br />
Hierbij gaf MI ook de inhoud van de aanmaningen<br />
door aan OVAM zodat zij zowel de <strong>be</strong>palingen van Vlarebo<br />
als Vlarem accurater kan opvolgen.