Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
Milieuhandhavingsrapport 2010 (5,1 MB) - Lne.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
92<br />
<strong>be</strong>handeling in een zure wasser en vervolgens een na<strong>be</strong>handeling<br />
in een aangepaste houtschorsbiofilter. De lucht<br />
van de hallen werd <strong>be</strong>handeld in een drietrapsgaswasser<br />
en vervolgens geloosd in de atmosfeer via de reeds aanwezige<br />
60 meter hoge schoorsteen. De aanpassing van<br />
de leidingen van het ventilatiesysteem zorgde ervoor dat<br />
de meest geur<strong>be</strong>laden lucht apart en efficiënter <strong>be</strong>handeld<br />
kon worden. Ondertussen werden ook de <strong>be</strong>trokken<br />
gemeente<strong>be</strong>sturen en de buurt<strong>be</strong>woners op de hoogte<br />
gebracht van deze aanpassingswerken.<br />
Na de sanering stelde MI in de woonwijken vast dat er<br />
nog steeds geur kon waargenomen worden, maar dat de<br />
intensiteit ervan aanzienlijk verminderd was.<br />
In juni 2008 stelde het <strong>be</strong>drijf een evaluatie-onderzoek<br />
voor, opgemaakt door een erkend deskundige. Dit onderzoek<br />
kwam tot het <strong>be</strong>sluit dat er, ten gevolge van restgeuremissies<br />
via de schoorsteen, in de woonwijken<br />
nog slechts een kleine zone zou zijn waar de<br />
vooropgestelde streefwaarde voor de<br />
geurimmissie zou worden overschreden.<br />
De biofilter zou geen aanleiding<br />
geven tot geurhinder in de<br />
nabijgelegen woonwijken. Sinds<br />
de afronding van de sanering is<br />
het aantal klachten aanzienlijk<br />
verminderd maar nog niet helemaal<br />
weggewerkt.<br />
MI <strong>be</strong>sloot dan ook om in 2009<br />
zelf een na-evaluatie uit te voeren<br />
met als doel de invloed van<br />
de resterende geuremissies op de<br />
omgeving te <strong>be</strong>palen en de aanvaardbaarheid<br />
van deze emissies te <strong>be</strong>oordelen.<br />
VITO kreeg dit evaluatie-onderzoek<br />
toevertrouwd werd - net als het oorspronkelijke<br />
onderzoek van 2003-2004 – en moest dezelfde onderzoeksmethodiek<br />
toepassen als in het eerste onderzoek.<br />
De periode van uitvoering liep van juli 2009 tot decem<strong>be</strong>r<br />
2009. Het eindrapport was <strong>be</strong>schikbaar in juni <strong>2010</strong>.<br />
Uit de resultaten van de geurdagboeken, de snuffelploegmetingen,<br />
de emissiemetingen en de verspreidings<strong>be</strong>rekeningen<br />
bleek dat door het doorvoeren van de bijkomende<br />
maatregelen de geurimpact van het mestcomposteer<strong>be</strong>drijf<br />
sterk gereduceerd was ten opzichte van 2003-2004.<br />
De waarnemingspercentages, hinderpercentages en<br />
stankhinderindices opgetekend in de geurdagboeken waren<br />
lager dan in de vorige periode. Op basis van de snuffelploegmetingen<br />
en de emissiemetingen werden t.o.v.<br />
2003-2004 geurreducties van respectievelijk 71,5 % en<br />
83,4 % <strong>be</strong>rekend. Uit de resultaten van de verspreidings<strong>be</strong>rekeningen<br />
blijkt dat wanneer de emissies <strong>be</strong>perkt kun-<br />
- <strong>Milieuhandhavingsrapport</strong> <strong>2010</strong> van de afdeling Milieu-inspectie<br />
nen worden, geen onaanvaardbare hinder meer optreedt<br />
voor de omwonenden. Het optreden van verhoogde geuremissies<br />
ter hoogte van de schoorsteen kan echter nog<br />
wel aanleiding geven tot onaanvaardbare hinder in de<br />
meest nabijgelegen woonwijk.<br />
Voor het groencomposteer<strong>be</strong>drijf was de toestand onveranderd<br />
ten opzichte van 2003-2004.<br />
De conclusie van het onderzoek was dan ook dat voor<br />
de <strong>be</strong>perking van de geurimpact op de omgeving het<br />
noodzakelijk is dat verhoogde geuremissies door het<br />
mestcomposteer<strong>be</strong>drijf ten allen tijde vermeden worden,<br />
dit door een strikte opvolging van zowel de procesvoering<br />
als van de werking van de zuiveringsinstallaties.<br />
Een blijvende nauwgezette controle en registratie van de<br />
<strong>be</strong>langrijkste parameters van de zuiveringsinstallaties is<br />
hierbij noodzakelijk.<br />
De resultaten van dit evaluatie-onderzoek<br />
werden toegelicht op een vergadering<br />
waaraan ook vertegenwoordigers van<br />
de drie <strong>be</strong>trokken gemeente<strong>be</strong>sturen<br />
deelnamen.<br />
In het kader van de aan<strong>be</strong>velingen<br />
van het onderzoek gaf MI<br />
aan het mestcomposteer<strong>be</strong>drijf<br />
de raad om de procesvoering<br />
en de zuiveringsinstallaties<br />
strikt op te volgen en hierover<br />
een logboek bij te houden. Aanvullend<br />
werd gevraagd om MI en<br />
de <strong>be</strong>trokken gemeente<strong>be</strong>sturen<br />
vooraf op de hoogte te brengen van<br />
geplande onderhoudswerkzaamheden<br />
die mogelijk geurhinder tot gevolg heb<strong>be</strong>n,<br />
en om eventuele calamiteiten onmiddellijk te<br />
melden. MI heeft vastgesteld dat het <strong>be</strong>drijf de raadgeving<br />
opvolgt.<br />
Deze casus toont aan dat geurhinder een complex gegeven<br />
is en dat de handhaving van deze problematiek om<br />
voortdurende aandacht vraagt en verschillende jaren in<br />
<strong>be</strong>slag kan nemen. In dit kader vormt het instrument<br />
van het geuronderzoek zoals MI het toepast een garantie<br />
dat de geurbronnen, de geuremissies en de impact<br />
op de omgeving op een objectieve en wetenschappelijk<br />
onderbouwde manier in kaart worden gebracht. Deze<br />
objectieve <strong>be</strong>nadering laat MI vervolgens toe om met de<br />
nodige kennis van zaken handhavend op te treden tegen<br />
<strong>be</strong>drijven die geurhinder veroorzaken.