PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren
PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren
PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- het kunnen beïnvloeden van de inhoud en het verloop van een gesprek 19 .<br />
Nadenken over taal en taalgebruik betekent dat leerlingen vertrouwd zijn met<br />
- elementaire omgangsvormen;<br />
- non-verbaal gedrag.<br />
GESP3 De leerlingen kunnen leer- en communicatiestrategieën toepassen die het spreekdoel bevorderen (ET<br />
24, 26).<br />
Leerstrategieën:<br />
- de voorkennis mobiliseren (personen, voorwerp, omstandigheden, verloop);<br />
- zich vragen stellen in verband met wat men zal zeggen en in welke volgorde men dit zal doen;<br />
- voorbeelden en modellen gebruiken;<br />
- gebruik maken van gelezen of beluisterde informatie over het onderwerp;<br />
- hulpmiddelen gebruiken: foto’s, tekeningen, functionele documenten zoals plattegronden, uurtabellen,<br />
agenda’s, woordenlijsten, woordenboeken enz.<br />
Communicatiestrategieën:<br />
- non-verbaal gedrag gebruiken;<br />
- zeggen dat men iets niet begrijpt, vragen om langzamer te spreken, vragen om iets te herhalen, vragen<br />
om iets aan te wijzen; vragen om iets te spellen of te schrijven;<br />
- zelf iets herhalen om na te gaan of de gesprekspartner het begrepen heeft en of men de informatie zelf<br />
juist begrepen heeft;<br />
- vragen naar een omschrijving, het zelf op een andere wijze zeggen;<br />
- vragen om iets te spellen of te schrijven;<br />
- vragen wat iets betekent.<br />
GESP4 De leerlingen zijn bereid<br />
- actief te luisteren om tot goed spreken te komen;<br />
- het woord te nemen en deel te nemen aan een gesprek;<br />
- aandacht te hebben voor de juiste woordkeuze, woordvolgorde, intonatie, uitspraak (ET 27*);<br />
- een zo groot mogelijke vormcorrectheid na te streven.<br />
3.1.3.2 Leerinhouden<br />
• Taalfuncties<br />
Tijdens een gesprek worden taalfuncties geoefend. Die kwamen ook al aan bod in de eerste en de tweede<br />
graad en worden nog verder uitgediept. De opsomming is niet exhaustief, maar oriënterend.<br />
− Wie?<br />
• Zich voorstellen. Vragen of zeggen wie iemand is.<br />
• Vragen naar een persoon. Zeggen dat men de persoon gaat halen, dat zij er niet is, wanneer zij er<br />
zal zijn.<br />
• Vragen of zeggen wie iets doet.<br />
• Zeggen hoe iemand er uitziet.<br />
− Wat?<br />
• Informatie vragen.<br />
• Een voorwerp vragen, geven, beschrijven.<br />
• Een dienst vragen.<br />
• Een mening vragen en geven.<br />
• Instructies vragen en geven.<br />
• Vragen of vertellen wat er gebeurt.<br />
• Vragen naar accommodatie en comfort in hotel, camping, jeugdherberg.<br />
• Een klacht formuleren.<br />
19 De aandacht trekken; een gesprek beginnen en beëindigen; inspelen op wat de ander zegt, iets benadrukken, iets weer-<br />
leggen.<br />
20 3de graad tso studiegebied Handel<br />
D/2006/0279/006 AV Frans