10.09.2013 Views

PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren

PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren

PDF-formaat - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.3.1.2 Leerinhouden<br />

De woordenschat die de leerlingen tijdens de voorbije jaren hebben verworven en die in grote mate gericht was<br />

op praktisch taalgebruik, wordt zo goed mogelijk herhaald en verder geïntegreerd in het kader van communicatieve<br />

situaties.<br />

Ook in de derde graad gebeurt het verwerven van woordenschat dus op een functionele basis. Dit betekent dat<br />

het een oordeelkundige keuze van spreek- en (eventueel) schrijfopdrachten is die de actief te beheersen<br />

woordenschat bepaalt. De keuze van gebruikssituaties en het authentieke karakter van hun uitwerking zijn belangrijker<br />

dan het gebruik van frequentielijsten.<br />

Via de lees- en luisteroefeningen zal eveneens een nieuwe woordenschat geassimileerd worden, zij het vaak<br />

onbewust, op receptief niveau zoals dit ook in de moedertaal gebeurt. Veel lezen en luisteren (‘kilometers maken’)<br />

is daarom belangrijk. De diversiteit van de bruikbare teksten is echter zo groot dat het voor een leerplan<br />

niet haalbaar is alle mogelijke woordvelden aan te duiden. Daarenboven spelen bij luisteren en lezen nog andere<br />

factoren een rol dan alleen maar woordbegrip. Gepaste attitudes, de beheersing van strategieën en technieken<br />

zijn minstens even belangrijk.<br />

De leerlingen worden stilaan vertrouwd met de basiswoordenschat van het zakelijke Frans. Afhankelijk van<br />

de studierichting komen ze in contact met woordenschatvelden van de praktische of technische vakken en/of<br />

tijdens hun stage.<br />

3.3.1.3 Pedagogisch-didactische wenken<br />

– Langetermijngeheugen<br />

• Het heeft weinig zin tweetalige lijsten met woorden uit het hoofd te leren zonder rekening te houden<br />

met de gebruikscontext. Veel van wat vandaag ‘gekend’ is, wordt na enige dagen - en zeker na enkele<br />

weken - weer vergeten bij gebrek aan verankering in het langetermijngeheugen. Daarbij kan dit soort woordenschatstudie<br />

als nevenwerking hebben dat de leerlingen zich fixeren op één betekenis en onvoldoende<br />

oog hebben voor mogelijke betekenisverschillen afhankelijk van de context. Bovendien is de aldus opgedane<br />

kennis meestal niet inzetbaar op het vereiste ogenblik, bijvoorbeeld in de loop van een gesprek.<br />

• Alles wat via zintuiglijke waarneming binnenkomt, wordt in het kortetermijngeheugen geselecteerd en doorverwezen<br />

naar het langetermijngeheugen 27 op basis van aandacht, motivatie en interesse. Deze factoren<br />

worden op hun beurt sterk beïnvloed door de aanwezige kennis. Hoe meer de informatie georganiseerd en<br />

gestructureerd wordt in het kortetermijngeheugen, des te meer is er kans dat ze naar het langetermijngeheugen<br />

wordt overgedragen. Dat kan men zich voorstellen als een complex ‘netwerk’ van elementaire betekeniseenheden<br />

en concepten die onderling allerlei relaties onderhouden. Men kan aannemen dat, wat eenmaal<br />

werd opgenomen in het langetermijngeheugen, aanwezig blijft. ‘Vergeten’ is dan veeleer een mislukte<br />

poging om iets op te roepen. Hoe beter de geheugeninhouden gestructureerd zijn en hoe frequenter een beroep<br />

wordt gedaan op specifieke ‘schakelingen’ of ‘paden’, des te groter worden dan ook de kansen op blijvende<br />

associaties. 28<br />

Men kan dus enkel spreken van een efficiënte woordenschatverwerving, indien de fixatie, m.a.w. de koppeling<br />

van nieuwe betekeniseenheden in het ‘netwerk’, een maximale kans krijgt. Dit gebeurt onder andere indien<br />

de woorden en uitdrukkingen met zo ruim mogelijke communicatieve inhouden verbonden zijn en<br />

indien de leerlingen er al doende mee (blijven) omgaan.<br />

• Wanneer men een vreemde taal leest of beluistert, ontmoet men ‘nieuwe’ woorden en uitdrukkingen die men<br />

weliswaar begrijpt, maar daarom nog niet zelf gebruikt. Dit geldt trouwens ook in de moedertaal. De receptieve<br />

woordenschat is aanzienlijk uitgebreider dan de productieve. De overgang van receptief naar productief<br />

verloopt bijna ongemerkt. Doordat woorden en uitdrukkingen blijven terugkomen in wisselende contexten<br />

en structuren, breidt hun verankering in het ‘netwerk’ zich uit en worden ze tegelijk steeds meer ‘geactiveerd’.<br />

Op een gegeven moment zijn ze voldoende geactiveerd om ook beschikbaar te worden voor produc-<br />

27 Men spreekt ook van ‘permanent’ of ‘semantisch geheugen’.<br />

28 Zie ‘Géry van Outryve d’Ydewalle introduceert ons in de leerpsychologie’, in Nova et Vetera, LXXVII, 1999-2000, nr.1-2,<br />

p.20 e.v.<br />

36 3de graad tso studiegebied Handel<br />

D/2006/0279/006 AV Frans

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!