download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>de</strong> ontwikkeling als het ware besloten ligt. Zo<br />
neemt hij expliciet afstand van historici die <strong>de</strong> oorsprong<br />
van het doperdom hebben gezocht in <strong>de</strong><br />
Mo<strong>de</strong>rne Devotie of <strong>de</strong> beweging van <strong>de</strong> Wal<strong>de</strong>nzen<br />
tenein<strong>de</strong> het wezenlijk vre<strong>de</strong>lieven<strong>de</strong> karakter<br />
van het doperse geloof ‘genetisch’ vast te leggen.<br />
Het Munsterse <strong>de</strong>bacle vormt een an<strong>de</strong>r heet<br />
hangijzer in <strong>de</strong> doperse historiografie. De poging<br />
van dopers om in 1534-‘35 op militante wijze een<br />
Godsrijk op aar<strong>de</strong> te stichten krijgt in <strong>de</strong> visie van<br />
Zijlstra een plaats binnen <strong>de</strong> doperse geschie<strong>de</strong>nis,<br />
niet daarbuiten. Zijlstra voelt zich niet geroepen<br />
<strong>de</strong>ze episo<strong>de</strong> te rechtvaardigen of als aberratie te<br />
bestempelen, maar beschouwt <strong>de</strong> Munsterse perio<strong>de</strong><br />
als een van <strong>de</strong> vele fasen in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />
van <strong>de</strong> doperse i<strong>de</strong>ntiteit. De mannen die het apocalyptische<br />
avontuur in gang zetten staan in dit<br />
boek niet voor of achter, maar náást onbetwiste –<br />
en nog altijd gerespecteer<strong>de</strong> – doperse voormannen<br />
als Menno Simons.<br />
Zijlstra heeft met <strong>de</strong>ze studie een belangrijke<br />
bijdrage geleverd aan the great escape uit een sterk<br />
godsdienstig verzuil<strong>de</strong> geschiedschrijving. De<br />
kunst is nu een interpretatie te geven van religieuze<br />
veelvormigheid zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> suggestie te wekken<br />
dat sprake was van vormeloosheid. Zijlstra’s treffen<strong>de</strong><br />
portret van het Noord-Ne<strong>de</strong>rlandse doperdom<br />
toont een herkenbaar hart met nevelige contouren.<br />
De doperse i<strong>de</strong>ntiteit droeg het stempel<br />
van <strong>de</strong> grote buitenwereld en veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> voortdurend<br />
on<strong>de</strong>r invloed van vele politieke en godsdienstige<br />
seizoenswisselingen. Een nauwkeurige beschrijving<br />
en analyse van <strong>de</strong>ze ontwikkeling, in <strong>de</strong><br />
trant van Zijlstra, ontneemt ons ou<strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n,<br />
gebaseerd op een uitsluitend inwaarts gerichte<br />
blik en voortgekomen uit een zoektocht naar tijdloze<br />
waar<strong>de</strong>n. De oogst is echter belangwekkend:<br />
een hel<strong>de</strong>re, afgewogen, en wezenlijk historische<br />
kijk op het godsdienstige gekrioel aan <strong>de</strong> voet van<br />
onze inmid<strong>de</strong>ls postverzuil<strong>de</strong> kerkgeschie<strong>de</strong>nis.<br />
Marianne Roobol<br />
Doopsgezin<strong>de</strong> Bijdragen (Nieuwe Reeks 26)<br />
(Amsterdam: Doopsgezin<strong>de</strong> <strong>Historisch</strong>e Kring,<br />
2000, 208 blz., ISBN 90-6550-187-8).<br />
De Doopsgezin<strong>de</strong> <strong>Historisch</strong>e Kring is een vereniging<br />
die zich ‘het hoe<strong>de</strong>n van het doperse erfgoed’<br />
tot doel stelt. De Kring telt ongeveer 600 le<strong>de</strong>n en<br />
vier<strong>de</strong> in 1999 zijn 25-jarig bestaan. Ie<strong>de</strong>r jaar geeft<br />
Boekbesprekingen 25<br />
<strong>de</strong>ze vereniging een fraai verzorg<strong>de</strong> periodiek uit<br />
met ge<strong>de</strong>gen historische studies over het doopsgezin<strong>de</strong><br />
verle<strong>de</strong>n.<br />
In het hier besproken nummer 26 van Doopsgezin<strong>de</strong><br />
Bijdragen wordt vanzelfsprekend stilgestaan<br />
bij het zilveren jubileum. Met <strong>de</strong> jubileumvoordracht:<br />
‘Doopsgezin<strong>de</strong> <strong>Historisch</strong>e Kring, 25 jaar<br />
dienstbaarheid’ (p. 9-20) opent Sjouke Voolstra <strong>de</strong><br />
aflevering. En daaruit blijkt on<strong>de</strong>r meer dat ook <strong>de</strong><br />
Doopsgezin<strong>de</strong> Broe<strong>de</strong>rschap zich niet aan een<br />
i<strong>de</strong>ntiteitscrisis heeft kunnen onttrekken. Voolstra<br />
windt daar in zijn re<strong>de</strong> geen doekjes om als hij opmerkt:<br />
‘Onze broe<strong>de</strong>rschap wordt me<strong>de</strong> in haar<br />
bestaansrecht bedreigd omdat we met een negentien<strong>de</strong>-eeuwse<br />
i<strong>de</strong>ologie <strong>de</strong> eenentwintigste eeuw<br />
willen betre<strong>de</strong>n. (...) De uitgangspunten die in <strong>de</strong><br />
twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> doopsgezin<strong>de</strong><br />
i<strong>de</strong>ntiteit gingen bepalen, hebben hun oorspronkelijke<br />
betekenis en functie verloren. Het<br />
loflied op <strong>de</strong> vrijheid dat in <strong>de</strong> vorige eeuw werd<br />
aangeheven, moet vanuit zijn historische context<br />
begrepen wor<strong>de</strong>n. Daarvan losgemaakt is het een<br />
mythe waarmee we momenteel wanor<strong>de</strong> en leegte<br />
in eigen kring rechtvaardigen’ (p. 16). Van <strong>de</strong> hand<br />
van Piet Visser is er een grondige studie getiteld<br />
‘Niet al die roepen Heere, Heere’, over ‘<strong>de</strong> menniste<br />
bijdrage tot het genre van gebedsliteratuur in<br />
<strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw’ (p. 21-52). De bijdrage blijkt<br />
marginaal geweest te zijn. Het tijdschrift bevat wel<br />
meer van <strong>de</strong>rgelijke artikelen: zeer grondige en<br />
zeer rijkelijk van voetnoten voorziene studies, die<br />
echter alleen voor historisch geïnteresseer<strong>de</strong><br />
doopsgezin<strong>de</strong>n – en dat zijn er weliswaar vele –<br />
van belang zijn, maar die in een bre<strong>de</strong>r ka<strong>de</strong>r bezien<br />
toch nauwelijks van enige importantie zijn,<br />
omdat <strong>de</strong> vraagstelling zo voor <strong>de</strong> hand ligt en <strong>de</strong><br />
conclusies zo volkomen voorspelbaar zijn.<br />
Zo ook <strong>de</strong> studie ‘Jacobus Rijsdijk en <strong>de</strong> strijd<br />
om <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>nissen’ (p. 67-90) van Samme Zijlstra,<br />
die een 18<strong>de</strong>-eeuwse twist in <strong>de</strong> doperse beweging<br />
over welke belij<strong>de</strong>nis moest wor<strong>de</strong>n aangehangen<br />
tot on<strong>de</strong>rwerp heeft. Die strijd, zo conclu<strong>de</strong>ert<br />
<strong>de</strong> schrijver na een uitputtend betoog,<br />
ging uitein<strong>de</strong>lijk over <strong>de</strong> vraag wat nu <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit<br />
was van <strong>de</strong> doperse beweging. Maar gaat het in een<br />
strijd om <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>nis niet altijd om <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit?<br />
Een soortgelijk bezwaar kan men inbrengen tegen<br />
‘Een doopsgezind tijdschrift en haar gereformeer<strong>de</strong><br />
tegenhanger’ (p. 137-152), een on<strong>de</strong>rzoek<br />
van Annelies Verbeek. Daaruit blijkt, dat in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong><br />
eeuw een gereformeerd tijdschrift veel afwijzen<strong>de</strong>r<br />
stond tegenover het <strong>de</strong>ïsme dan een doopsgezin<strong>de</strong>