23.09.2013 Views

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

54 Boekbesprekingen<br />

maals, nu naar Den Haag. Nadat hun woning in<br />

1942 door <strong>de</strong> Duitsers was gevor<strong>de</strong>rd, betrok het<br />

gezin Reinink het Jachthuis op het landgoed Linschoten,<br />

eigendom van Maartens oom, Gerlach<br />

Ribbius Peletier Jr. Het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> aan Fredy<br />

gerichte brieven is in het Jachthuis geschreven.<br />

Veel van <strong>de</strong> door Maarten beschreven gebeurtenissen<br />

hebben zich dan ook op het landgoed of in <strong>de</strong><br />

omgeving afgespeeld. Het is daarom niet verwon<strong>de</strong>rlijk,<br />

dat het <strong>de</strong> Stichting G. Ribbius Peletier Jr.<br />

tot behoud van het Landgoed Linschoten is geweest,<br />

die het initiatief tot publicatie van het dagboek<br />

heeft genomen. Voor mevrouw Fredy Jacobson-van<br />

<strong>de</strong>r Rijn moet het een bijzon<strong>de</strong>re ervaring<br />

zijn geweest toen zij op 15 mei 2001 op het Huis te<br />

Linschoten het eerste exemplaar van het boek in<br />

ontvangst mocht nemen.<br />

Maarten begint met het bijhou<strong>de</strong>n van een dagboek,<br />

als Fredy al vijf jaar in New York woont en <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, zoals hijzelf schrijft, ‘op<br />

zijn eind loopt’. Fredy moet dus ‘bijgepraat’ wor<strong>de</strong>n.<br />

De eerste twee brieven wor<strong>de</strong>n dan ook gebruikt<br />

om haar te laten weten wat er in die vijf jaren<br />

na haar vertrek in het leven van hemzelf, hun gezamenlijke<br />

vrien<strong>de</strong>n en het sinds mei 1940 bezette<br />

Ne<strong>de</strong>rland is voorgevallen. Als een echte oorlogscorrespon<strong>de</strong>nt<br />

houdt Maarten Fredy maan<strong>de</strong>nlang<br />

op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> geallieer<strong>de</strong>n<br />

maken. Daarnaast wordt ze uitgebreid geïnformeerd<br />

over het leven van alledag in een door<br />

oorlog geteisterd land. Hoe hij zelf, en an<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong><br />

laatste oorlogsmaan<strong>de</strong>n hebben beleefd, weet<br />

Maarten Reinink op realistische, maar soms ook<br />

op ontroeren<strong>de</strong> wijze weer te geven. Het ‘oorlogsnieuws’<br />

en <strong>de</strong> ‘oorlogsbelevenissen’ nemen uiteraard<br />

een belangrijke plaats in het dagboek in. De<br />

beschietingen, <strong>de</strong> bombar<strong>de</strong>menten, het luchtalarm,<br />

dat alles ervaart Maarten als ‘verschrikkelijk<br />

dreigend’. Dit blijkt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit <strong>de</strong> beschrijving<br />

die hij geeft van het geluid, dat hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

’s nachts overtrekken<strong>de</strong> bommenwerpers maken:<br />

‘Het is zo’n zwaar, vol, allesomvattend en<br />

doordringend geluid! Het is alsof er een paraplu<br />

van geluid over <strong>de</strong> hemel is gespannen.’ (p. 43) Dat<br />

<strong>de</strong> oorlog in belangrijke mate aan <strong>de</strong> karaktervorming<br />

van <strong>de</strong> jonge Reinink heeft bijgedragen, is<br />

vanzelfsprekend. Zelf schrijft hij op 25 augustus<br />

1944 in zijn dagboek ‘Door <strong>de</strong> oorlog, door alles,<br />

als er een luchtgevecht boven je aan <strong>de</strong> gang is, als<br />

er bommen dichtbij vallen, door dat alles leer je te<br />

<strong>de</strong>nken.’ (p. 79).<br />

Groter contrast dan tussen zijn oorlogsnieuws<br />

en <strong>de</strong> beschrijvingen die hij van zijn natuurbelevenissen<br />

geeft, is nauwelijks <strong>de</strong>nkbaar. Al in zijn eerste<br />

brief laat Maarten blijken, wat <strong>de</strong> natuur voor<br />

hem betekent. Het belang dat hij aan <strong>de</strong> natuur<br />

hecht, verwoordt hij echter het mooist in een van<br />

zijn laatste, kort voor <strong>de</strong> bevrijding aan Fredy geschreven<br />

brieven: ‘De natuur zie ik tegenwoordig<br />

zo geweldig en mooi dat ik voel dat <strong>de</strong> Natuur, <strong>de</strong><br />

Schepping, het eeuwigduren<strong>de</strong>, het grootse is, en<br />

<strong>de</strong> oorlog iets bijkomstigs, iets tij<strong>de</strong>lijk-menselijks’<br />

(p. 245). Verwachtingsvol ziet Maarten naar<br />

het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> oorlog uit, maar als <strong>de</strong> bevrijding<br />

eenmaal een feit is, lijkt <strong>de</strong> angst voor wat <strong>de</strong> toekomst<br />

brengen zal, groter dan <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> over <strong>de</strong><br />

bevrijding: ‘[...], maar ik ben zo bang voor Rusland.<br />

Ik ben zo bang dat Rusland ons later allemaal<br />

zal veroveren’, schrijft hij aan het slot van zijn laatste<br />

op 17 mei 1945 aan Fredy gerichte brief (p.<br />

263).<br />

Maarten Reinink, die uit het dagboek naar voren<br />

komt, als een intelligente, door <strong>de</strong> oorlog<br />

geestelijk gerijpte persoonlijkheid, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> na<br />

<strong>de</strong> oorlog medicijnen. Hij werd neuroloog en<br />

psychoanalyticus. Reinink overleed in 1974 op 45jarige<br />

leeftijd. Zesenvijftig jaar na dato, is het dagboek<br />

van Maarten Reinink nu dus openbaar gewor<strong>de</strong>n.<br />

Dagboek voor New York is dan ook een bijzon<strong>de</strong>r<br />

mooi egodocument. Het is <strong>de</strong> getuigenis<br />

van gebeurtenissen uit <strong>de</strong> laatste oorlogsmaan<strong>de</strong>n,<br />

gezien door <strong>de</strong> ogen van een 16-jarige scholier,<br />

die door het in het dagboek opnemen van een<br />

bomscherfje, zijn getuigenis hiermee als het ware<br />

illustreert.<br />

Dagboek voor New York is mooi vormgegeven en<br />

voorzien van een uitsteken<strong>de</strong> inleiding en verklarend<br />

commentaar van <strong>de</strong> hand van Wessel Reinink.<br />

Ou<strong>de</strong> foto’s, enkele bijzon<strong>de</strong>r mooie door<br />

Maarten Reinink gemaakte tekeningen, en een<br />

groot aantal bladzij<strong>de</strong>n uit het originele manuscript<br />

zijn in <strong>de</strong> uitgave opgenomen. ‘Lees dit als<br />

boek, niet als brief, an<strong>de</strong>rs verveelt het’ (p. 28),<br />

schreef Maarten Reinink later bovenaan <strong>de</strong> eerste<br />

bladzij<strong>de</strong>. Het lijkt me een goed advies.<br />

Rita Hooijschuur

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!