27.09.2013 Views

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zelfs Romeinse keizers aan de offers bijdroegen, 90 en, op het moment <strong>van</strong> Jezus’ dood (aangenomen<br />

in 30 AD), was <strong>Kaifas</strong> er twaalf jaar de hogepriester <strong>van</strong> geweest. Om deze reden zou de<br />

verkondiging dat hij de verrezen Jezus had gezien veel meer impact hebben in de Grieks-Romeinse<br />

wereld dan de verkondiging dat één of andere Galilese v<strong>is</strong>ser en leerling <strong>van</strong> Jezus (Simon Petrus<br />

geheten) Jezus had gezien in een verschijning. Volgens Craig kwam het kerygma voort uit, op zijn<br />

laatst, de eerste ontmoeting <strong>van</strong> de bekeerde <strong>Paulus</strong> met <strong>Kefas</strong>, en deze vond waarschijnlijk plaats<br />

toen <strong>Kefas</strong> nog steeds hogepriester was. 91 <strong>De</strong> instelling en bijnaam <strong>van</strong> de “Twaalf”, naast <strong>Kefas</strong>,<br />

zal ook bij alle Joden bekend zijn geweest, zowel in Palestina als in de Diaspora, en aangezien <strong>van</strong><br />

<strong>Kefas</strong> en de Twaalf bekend was dat ze priesters waren, was er geen noodzaak om in het kerygma te<br />

specificeren dat de vijfhonderd broeders, genoemd na <strong>Kefas</strong> en de Twaalf, ook priesters waren. En<br />

na het noemen <strong>van</strong> deze tempelpriesters, behoefde “Jakobus” ook geen nadere specificatie, omdat<br />

hij nauw verbonden was aan de tempel 92 en, als hij de hoofdvertegenwoordiger was <strong>van</strong> het<br />

Israel<strong>is</strong>che volk in de tempelliturgie, zal ook hij bekend zijn geweest bij alle Israelieten. 93 Volgens<br />

Eusebius werd hij “door allen als de meest rechtvaardige mens beschouwd” en werd hij “de<br />

Rechtvaardige genoemd door allen” <strong>–</strong> “allen” zijn hier alle Joden, of ze nu chr<strong>is</strong>tenen waren of<br />

niet. 94 Als de Jakobus in het kerygma één <strong>van</strong> de oorspronkelijke Galilese apostelen was, d.w.z.<br />

Jakobus, de zoon <strong>van</strong> Zebedeus, of Jakobus, de zoon <strong>van</strong> Alfeus, zou zijn naam een nadere<br />

specificatie hebben behoefd. Het feit dat Jakobus niet nader wordt gespecificeerd in het kerygma<br />

bewijst dus, dat zijn identiteit kon worden afgeleid uit de personen die voor hem waren genoemd,<br />

en dit <strong>is</strong> alleen het geval wanneer deze personen de verschillende bovengenoemde tempelpriesters<br />

waren. Als zij de Galilese apostelen en leerlingen waren, zou de identiteit <strong>van</strong> de Jakobus<br />

onduidelijk zijn gebleven, niet alleen voor chr<strong>is</strong>telijke leerlingen, maar vooral voor de nog<br />

ongelovige Joden tot wie de verkondiging in de eerste plaats was gericht, aangezien de Schriften in<br />

het kerygma de eerste getuigen zijn.<br />

Het lijkt er dus op dat het deel <strong>van</strong> het kerygma dat de personen opnoemt, zowel een<br />

chronolog<strong>is</strong>che als een hierarch<strong>is</strong>che lijst was, bedoeld om Jood en heiden te overtuigen <strong>van</strong> het feit<br />

dat Jezus werkelijk was verschenen, namelijk aan enkele welbekende Joodse leiders, en dat Hij dus<br />

was verrezen.<br />

Als <strong>Paulus</strong> zijn recht verdedigt om een chr<strong>is</strong>telijke apostel te zijn, vergezeld door een vrouw,<br />

verwijst hij naar een andere hierarchie, namelijk de hierarchie <strong>van</strong> de kerk zoals hij die zag toen hij<br />

1Kor schreef, d.w.z. in ongeveer 52-53 AD: eerst de apostelen, dan de broeders <strong>van</strong> de Heer en dan<br />

<strong>Kefas</strong>, 95 die “strijd” en “een felle woordenw<strong>is</strong>seling” met <strong>Paulus</strong> had veroorzaakt in Antiochië. 96<br />

Maar het kerygma verwijst naar de vastgestelde volgorde <strong>van</strong> de Joodse tempelhierarchie in de tijd<br />

<strong>van</strong> de verschijningen, d.w.z. ongeveer 30 AD, te beginnen met de hogepriester <strong>Kefas</strong> en eindigend<br />

met de apostelen <strong>van</strong> de tempelge<strong>van</strong>gen<strong>is</strong> (de Elf). 97<br />

16<br />

90 <strong>De</strong> besl<strong>is</strong>sing die genomen werd tijdens de regering <strong>van</strong> de hogepriester Matthias, zoon <strong>van</strong> Theofilus, , (± 65 CE)<br />

om offers die gebracht werden door heidenen uit te sluiten, zelfs die gebracht werden door de Romeinse keizer, was de<br />

oorzaak <strong>van</strong> het uitbreken <strong>van</strong> de Joods-Romeinse oorlog (Jos., Oorl. 2,17,2 (409)).<br />

91 Dit zal worden verklaard in paragraaf 4.4. <strong>De</strong> nieuwe chronologie, Eerste bezoek <strong>–</strong> <strong>Kefas</strong> nog steeds hogepriester.<br />

92 Vgl. Hand 21,18; Wanneer Chilton commentaar geeft op de bronnen die spreken over Jakobus, zegt hij dat ‘<strong>van</strong><br />

een nauwe band tussen Jakobus en de tempel wordt voortdurend en <strong>van</strong>af een vroege periode getuigd.’ (“A tight<br />

association with the temple on James’s part <strong>is</strong> attested throughout and from an early period”) en dat ‘Jakobus na de<br />

verrijzen<strong>is</strong> vrijwel alleen daar (in de tempel) wordt aangetroffen’ (“James <strong>is</strong> found virtually only there (in the temple)<br />

after the resurrection” (B. CHILTON, “James, Jesus’ Brother”, in The Face of New Testament Studies, red. S. MCKNIGHT<br />

AND G.R. OSBORNE, Grand Rapids, 2004, p. 257, 262).<br />

93 Dit onderwerp wordt besproken in mijn artikel “James and the brothers <strong>–</strong> Davidic representatives in the temple<br />

liturgy”.<br />

94 Eus., H.E. II,23,2.4<br />

95 Zie boven 1Kor 9,5<br />

96 Gal 2,11-14 Hand 15,1-2<br />

97 Wanneer <strong>Paulus</strong>, na het kerygma te hebben geciteerd, zijn uiteenzetting voortzet door Jezus’ verschijning aan<br />

hemzelf te noemen, waarbij hij zichzelf “de minste <strong>van</strong> de apostelen noemt”, vergelijkt hij zichzelf met alle apostelen,<br />

en niet met <strong>Kefas</strong> en de Twaalf en de vijfhonderd, die geen apostelen waren op het moment <strong>van</strong> de verschijningen of in

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!