27.09.2013 Views

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tweede bezoek <strong>–</strong> de openbaring <strong>–</strong> de hongersnoodopenbaring <strong>–</strong> Simon was net gevlucht<br />

Aangezien <strong>Paulus</strong>’ <strong>Kefas</strong> niet Simon Petrus hoeft te zijn, lijkt het <strong>van</strong>zelfsprekend, dat de<br />

“openbaring”, op grond waar<strong>van</strong> <strong>Paulus</strong> weer naar Jeruzalem ging “na veertien jaar” volgens de<br />

brief aan de Galaten, die ook meldt dat hij Jakobus en <strong>Kefas</strong> weer ontmoette, 160 de waarschuwing <strong>is</strong><br />

die de profeet Agabus uitte in Antiochië, volgens de Handelingen, betreffende de komende grote<br />

hongersnood in Judea, op grond waar<strong>van</strong> Barnabas en <strong>Paulus</strong> naar Judea “naar de oudsten” werden<br />

gezonden met materiële hulp. 161 <strong>De</strong> Handelingen beschrijven dan de ge<strong>van</strong>genneming, bevrijding<br />

en het vertrek <strong>van</strong> Simon Petrus 162 , vlak voor Herodes’ dood in 44 AD. Nadat Simon uit Jeruzalem<br />

gevlucht was, werd Jakobus, de broeder <strong>van</strong> de Heer, de b<strong>is</strong>schop <strong>van</strong> Jeruzalem.<br />

Volgens de Galatenbrief, ontmoet <strong>Paulus</strong>, wanneer hij aankomt in Jeruzalem <strong>–</strong> mogelijk 14 jaar na<br />

zijn bekering in 30 AD, wat volgens F<strong>is</strong>k het veronderstelde jaar <strong>is</strong> <strong>van</strong> Jezus’ dood 163 <strong>–</strong> , Jakobus<br />

en ook <strong>Kefas</strong> als enkele steunpilaren <strong>van</strong> Jezus’ kerk in Jeruzalem, en <strong>Paulus</strong> noemt <strong>Kefas</strong> in zijn<br />

brief pas na Jakobus: “Jakobus, <strong>Kefas</strong> en Johannes”. <strong>De</strong>ze volgorde zou onwaarschijnlijk zijn<br />

geweest als <strong>Kefas</strong> Simon Petrus was, want Simon Petrus was de leider <strong>van</strong> de hele kerk. Maar als<br />

hij <strong>Kaifas</strong> was, was zijn plaats inderdaad achter die <strong>van</strong> Jakobus, de b<strong>is</strong>schop <strong>van</strong> Jeruzalem. <strong>Kefas</strong><br />

(<strong>Kaifas</strong>) was in 36 AD door Vitellius, de landvoogd <strong>van</strong> Syrië, ontslagen uit het<br />

hogepriesterschap 164 , maar dat hij een hogepriester was geweest gaf hem in de Jeruzalemse kerk<br />

geen hogere status dan Jakobus. <strong>Paulus</strong> rekent <strong>Kefas</strong> als één <strong>van</strong> “de mannen <strong>van</strong> aanzien - hoe<br />

belangrijk zij precies waren interesseert mij niet, voor God telt menselijk aanzien niet -” en hij<br />

krijgt <strong>van</strong> “Jakobus en <strong>Kefas</strong> en Johannes” de rechterhand <strong>van</strong> broederschap. <strong>De</strong>ze Johannes was<br />

waarschijnlijk Johannes Marcus, want volgens het eerste vers aansluitend op dit bezoek dat een<br />

Johannes noemt (Hand 12,18-24), nam <strong>Paulus</strong> Johannnes Marcus met zich mee toen hij Jeruzalem<br />

verliet voor zijn Eerste M<strong>is</strong>siere<strong>is</strong>. Dit komt overeen met de overeenstemming die net was bereikt<br />

in Jeruzalem dat “Jakobus, <strong>Kefas</strong> en Johannes” naar de Joden zouden gaan en <strong>Paulus</strong> en Barnabas<br />

naar de heidenen, want op hun re<strong>is</strong> bezochten <strong>Paulus</strong>, Barnabas en Johannes zowel de synagogen <strong>–</strong><br />

waarschijnlijk omwille <strong>van</strong> Johannes Marcus’ belang om naar de Joden te gaan, en omwille <strong>van</strong> het<br />

principe ‘allereerst de Joden’ (Rom 1,16 2,9-10) <strong>–</strong> als de heidenen. <strong>De</strong>ze ‘steunpilaren’ Jakobus,<br />

<strong>Kefas</strong> en Johannes vroegen <strong>Paulus</strong> ook om de armen (<strong>van</strong> de kerk en mogelijk ook <strong>van</strong> de tempel)<br />

<strong>van</strong> Jeruzalem materieel te blijven ondersteunen, wat <strong>Paulus</strong> “dan ook ju<strong>is</strong>t <strong>van</strong> harte gedaan”<br />

heeft; 165 na zijn <strong>De</strong>rde M<strong>is</strong>siere<strong>is</strong> bracht hij inderdaad geld en offergaven mee, niet alleen naar de<br />

chr<strong>is</strong>tenen, 166 maar ook naar zijn volk, in de tempel:<br />

En na verloop <strong>van</strong> vele jaren ben ik gekomen om aalmoezen voor mijn volk te brengen en offeranden,<br />

waarmede men mij, geheiligd zijnde, in de tempel bezig vond, zonder volksoploop of opschudding. (Hand<br />

24,17-18)<br />

31<br />

160 Gal 2,1-2<br />

161 Hand 11,27-30; Dit <strong>is</strong> ook de mening <strong>van</strong> C.J. Hemer’s in “Acts and Galatians reconsidered”, Themelios 2 (1977)<br />

81-88, p. 87<br />

162 Hand 12,17<br />

163 ‘Er <strong>is</strong> overeenstemming gegroeid over het jaar 30 AD voor de kru<strong>is</strong>iging <strong>van</strong> Jezus. Data voor <strong>Paulus</strong>’ bekering<br />

vallen binnen een paar jaar na Jezus’ dood, maar vooralsnog <strong>is</strong> er geen wijdverbreide overeenstemming.’ (“A consensus<br />

has been building toward the year 30 CE for the crucifixion of Jesus. Dates for Paul’s conversion typically fall within a<br />

few years of Jesus’ death, but so far there <strong>is</strong> no widespread agreement.” B.N. FISK, “Paul <strong>–</strong> Life and Letters” in The<br />

Face of New Testament Studies, red. S. MCKNIGHT EN G.R. OSBORNE, (Grand Rapids, Baker Academic, 2004) p. 298-<br />

99.) Dat het tijdsinterval tussen Jezus’ dood en <strong>Paulus</strong>’ bekering slechts een paar maanden kan zijn geweest, wordt<br />

verdedigd door C.J. Hemer (C.J. HEMER, “Acts and Galatians reconsidered”, Themelios 2 (1977), 81-88, p. 87-88, zie<br />

argument a.2. in paragraaf 4.5. hieronder)<br />

164 Jos. J. Oudh. 18,4,3<br />

165 Gal 2,6.9-10<br />

166 aan “de heiligen”: Rom 15,25-27 1Kor 16,1-2 2Kor 8,1-9.15 9,1; Niet alleen de chr<strong>is</strong>tenen werden “heiligen”<br />

genoemd door <strong>Paulus</strong>, maar in de Schriften <strong>van</strong> het Oude Testament worden priesters en Levieten die dienst deden in de<br />

tempel, ook “heiligen” (‘qodesh’ = geheiligd, afgezonderd: Pss 50,5 89,7 132,9.16) genoemd, en ze kunnen “arm”<br />

verondersteld worden, want hun stam bezat oorspronkelijk geen land, maar moest leven <strong>van</strong> de contributies aan de<br />

tempelliturgie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!