De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info
De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info
De Kefas van Paulus is Kaifas – Auteur van 1Petrus ... - JesusKing.info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6. Stein beweerde dat op het tijdstip dat Hand 11-12 plaatsvond, de mensen in Jeruzalem <strong>Paulus</strong> nog niet zouden<br />
kunnen hebben erkend als een apostel voor de heidenen (zoals ze deden in Gal 2). 191 Maar Longenecker heeft<br />
aangetoond dat deze mening <strong>Paulus</strong>’ eigen idee negeert over zijn roeping om te preken voor de heidenen, die<br />
hij al had ont<strong>van</strong>gen bij zijn bekering (Gal 1,15-16) 192 (Herrick).<br />
7. Stein beweerde ook dat het leiderschap <strong>van</strong> <strong>Paulus</strong> in Gal 2 overeenkomt met de uitdrukking “<strong>Paulus</strong> en<br />
Barnabas” in Hand 15,2. In Hand 11,30 was het nog “Barnabas en Saul”. 193 Maar volgens Herrick was <strong>Paulus</strong><br />
geen leider in Gal 2, maar schrijft hij alleen over ‘zijn eigen ervaringen in het licht <strong>van</strong> hen die proberen zijn<br />
e<strong>van</strong>gelie onderuit te halen en hem in d<strong>is</strong>crediet te brengen. Hij heeft het niet over Barnabas om Barnabas,<br />
maar <strong>is</strong> in gevecht voor de vrijheid <strong>van</strong> de kerken die hij heeft geplant.’<br />
8. Lightfoot meende dat de inhoud <strong>van</strong> de Galatenbrief erg lijkt op die <strong>van</strong> de Romeinenbrief (geschreven in<br />
ongeveer 57 AD), en dat dit een gelijk tijdperk <strong>van</strong> op schrift stellen veronderstelt. 194 Maar Longenecker heeft<br />
geargumenteerd dat theolog<strong>is</strong>che aanwijzingen (d.w.z. de theolog<strong>is</strong>che inhoud <strong>van</strong> de brief) geen primaire<br />
getuigen mogen worden gemaakt in dit soort debatten. Bovendien was het E<strong>van</strong>gelie met zijn daarmee gepaard<br />
gaande vrijheden al heel vroeg aan <strong>Paulus</strong> geopenbaard (vgl. 1Kor 15,3-4) (Herrick).<br />
9. Burton heeft het aor<strong>is</strong>t-werkwoord ‘espoudasa’ (Gal 2,10) geïnterpreteerd als “hij streefde” (de armen <strong>van</strong><br />
Jeruzalem te helpen), en dus als verwijzend naar een bezoek in het verleden, voorafgaand aan het bezoek <strong>van</strong><br />
Gal 2. 195 Maar Herrick beweert dat de waarschuwing <strong>van</strong> Jakobus en <strong>Kefas</strong> aan het eind <strong>van</strong> het bezoek <strong>van</strong><br />
Gal 2 kwam, en <strong>Paulus</strong> dus aanspoorde om door te gaan met aan de armen te denken (in een duratieve<br />
beteken<strong>is</strong>) zoals hij had gedaan bij deze bepaalde gelegenheid, aan het begin <strong>van</strong> zijn bezoek (<strong>van</strong> Gal 2 en<br />
Hand 11-12) en niet noodzakelijkerwijs in het verre verleden. <strong>Paulus</strong> antwoordde dat het ju<strong>is</strong>t datgene was wat<br />
hij ‘(altijd) had geprobeerd (‘espoudasa’)’ te doen.<br />
Het enige kleine argument dat overblijft tegen de vroege datum <strong>is</strong> het volgende:<br />
10. Titus, genoemd in Gal 2,1, past beter in Hand 15 dan in Hand 11-12. Maar hij past in beide.<br />
b) Argumenten voor een vroege datum<br />
<strong>De</strong> argumenten voor een vroege datum zijn talrijk en doorslaggevend:<br />
1. In Galaten 2,1-10 vond de ontmoeting met <strong>Paulus</strong> en Barnbas plaats met de leiders <strong>van</strong> de Jeruzalemse<br />
kerk <strong>–</strong> Jakobus, <strong>Kefas</strong> en Johannes (de “oudsten” <strong>van</strong> Hand 11) <strong>–</strong>, terwijl in Hand 15,1-35 de ontmoeting<br />
plaatsvindt voor de apostelen <strong>van</strong> de verzamelde kerk (Malick).<br />
2. Het apostol<strong>is</strong>ch decreet <strong>van</strong> Hand 15,22 wordt niet genoemd in het tweede bezoek <strong>van</strong> de Galatenbrief<br />
(2,1-10) (Herrick and Malick).<br />
3. Heidenkerken, zoals de Galat<strong>is</strong>che kerk, zouden heel wat minder willig zijn geweest om met de ketters uit<br />
Jeruzalem mee te doen als ze het decreet <strong>van</strong> het Concilie hadden gekend (Herrick).<br />
4. <strong>Kefas</strong>’ acties en <strong>Paulus</strong>’ beschuldigingen en argumentaties in Antiochië (Gal 2,11-15) zijn veel minder<br />
waarschijnlijk na Hand 15 dan ervoor (Herrick en Malick). En dat het apostol<strong>is</strong>ch decreet <strong>van</strong> Hand<br />
15,20-22 niet genoemd worden in het Galaten-conflict zou ook zeer vreemd zijn als de Galatenbrief na<br />
het Apostol<strong>is</strong>ch Concilie was geschreven.<br />
5. Marcion (144 AD) verzekerde dat de Galatenbrief de eerste <strong>van</strong> <strong>Paulus</strong>’ brieven was. Zijn volgende<br />
brieven waren 1 en 2Thess, geschreven in ca. 50 AD, tijdens <strong>Paulus</strong>’ Tweede M<strong>is</strong>siere<strong>is</strong>.<br />
6. Lucas hoeft niet beschuldigd te worden <strong>van</strong> fouten, zoals sommigen doen om Galaten 2 met Hand 15 te<br />
harmon<strong>is</strong>eren (Malick).<br />
Nieuwe argumenten zijn:<br />
7. <strong>Paulus</strong> kan het hongersnoodopenbaringsbezoek <strong>van</strong> Hand 11-12 niet hebben weggelaten <strong>–</strong> zoals wordt<br />
verzekerd door sommigen die de Hand 15 mening aanhangen <strong>–</strong>, want zijn argument berust op<br />
acuraatheid, en in Gal 2,1 gebruikt hij het woord ‘palin’ (= opnieuw, weer): “Daarna, na verloop <strong>van</strong><br />
veertien jaar, ben ik weer naar Jeruzalem gegaan” (Herrick en Malick).<br />
Het wordt nu algemeen aangenomen dat Gal 1-2 al <strong>Paulus</strong>’ bezoeken aan Jeruzalem, die<br />
voorafgingen aan het opstellen <strong>van</strong> de brief, bevat. 196<br />
8. Gal 2 zegt dat <strong>Paulus</strong> naar Jeruzalem ging <strong>van</strong>wege een openbaring, en Hand 11 zegt<br />
dat <strong>Paulus</strong> naar Jeruzalem ging <strong>van</strong>wege de openbaring <strong>van</strong> een toekomstige<br />
37<br />
191 R.H. STEIN, “The Relationship of Galatians 2:1-10 and Acts 15:1-35: Two Neglected Arguments”, Journal of the<br />
E<strong>van</strong>gelical Theological Society 17 (1974) 239-42, p. 242.<br />
192 R.N. LONGENECKER, Galatians, Word Biblical Commentary, deel 41, Dallas, Word Books, 1990, p. 81.<br />
193 R.H. STEIN, “The Relationship of Galatians 2:1-10 and Acts 15:1-35 …”, p. 242<br />
194 J.B. LIGHTFOOT, Saint Paul’s Ep<strong>is</strong>tle to the Galatians, Londen, Macmilland, 1866; herdruk, The Ep<strong>is</strong>tle of St.<br />
Paul to the Galatians, Grand Rapids, Zonder<strong>van</strong>, 1957, p. 48, 49<br />
195 E. DE WITT BURTON, A Critical and Exegetical Commentary on the Ep<strong>is</strong>tle to the Galatians, The International<br />
Critical Commentary, Edinburgh, T & T Clark, 1921, p. 115<br />
196 B.N. FISK, “Paul <strong>–</strong> Life and Letters” in The Face of New Testament Studies, 2004, p. 299