AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2542 HOF VAN CASSATIE 14.<strong>12</strong>.05 - Nr. 676<br />
Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 1 december <strong>2005</strong> gewezen<br />
door het Hof van Beroep te Luik, kamer van inbeschuldigingstelling.<br />
II. Rechtspleging voor het Hof<br />
Raadsheer Paul Mathieu heeft verslag uitgebracht.<br />
Advocaat-generaal Raymond Loop heeft geconcludeerd.<br />
III. Cassatiemiddelen<br />
Eiser voert een middel aan in een memorie, waarvan een voor eensluidend<br />
verklaard afschrift aan dit arrest is gehecht.<br />
IV. Beslissing van het Hof<br />
Over het middel :<br />
Overwegende dat het middel het arrest verwijt dat het een verweer niet beantwoordt<br />
in de conclusie die voor de kamer van inbeschuldigingstelling op 20<br />
oktober <strong>2005</strong> is neergelegd door een mede-inverdenkinggestelde S. P. en waarnaar<br />
eiser verwees in zijn eigen conclusie, die voor de appelrechters op de<br />
terechtzitting van 1 december <strong>2005</strong> is genomen;<br />
Overwegende dat uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan blijkt dat<br />
de voormelde conclusie van S. P. de rechtspleging inzake de voorlopige hechtenis<br />
van die mede-inverdenkinggestelde betrof die geleid heeft tot het arrest van<br />
de kamer van inbeschuldigingstelling van 20 oktober <strong>2005</strong>;<br />
Dat de verwijzing in een conclusie naar deze die door een andere partij in een<br />
andere rechtspleging is neergelegd, ook al wordt ze "verondersteld volledig te<br />
zijn overgenomen", niet als een weergave ervan kan worden beschouwd;<br />
Dat daarenboven, ofschoon een inverdenkinggestelde, ook al heeft hij zelf<br />
geen conclusie ingediend, het gebrek aan antwoord op de conclusie van een<br />
mede-inverdenkinggestelde kan aanvoeren, wanneer die betrekking heeft op een<br />
punt dat voor eiser van belang is, dit toch vereist dat die conclusie binnen<br />
dezelfde rechtspleging is genomen en voor dezelfde zetel is neergelegd;<br />
Overwegende dat de appelrechters bijgevolg de in het middel bedoelde<br />
conclusie niet dienden te beantwoorden;<br />
Overwegende dat in tegenstelling tot wat het middel aanvoert, uit het arrest<br />
niet blijkt dat de appelrechters zich "alleen op de feiten die momenteel [aan<br />
eiser] worden verweten" hebben gegrond om "[diens] gevaarlijk gedrag" te<br />
beoordelen;<br />
Overwegende dat, voor het overige, door te vermelden "dat in dit stadium van<br />
de rechtspleging, geen enkele alternatieve maatregel van aard zou zijn om op<br />
doeltreffende wijze aan het gevaarlijke gedrag [van eiser] te verhelpen", het<br />
arrest de conclusie die op bladzijde vijf van de memorie is overgenomen beantwoordt,<br />
en zijn beslissing tot verwerping van het verzoek tot vrijlating onder<br />
voorwaarden, regelmatig met redenen omkleedt en naar recht verantwoordt;<br />
Dat het middel niet kan worden aangenomen;<br />
En overwegende dat de substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven<br />
rechtsvormen in acht zijn genomen en de beslissing overeenkomstig de<br />
wet is genomen;