30.10.2013 Views

AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2484 HOF VAN CASSATIE <strong>12</strong>.<strong>12</strong>.05 - Nr. 661<br />

Die bepaling impliceert dat de partij die ten aanzien van de wet of van een beschikking<br />

waarbij de zaak in staat van wijzen wordt gesteld, geen conclusie meer kan nemen, ipso<br />

facto de mogelijkheid ontzegd wordt op een later tijdstip andere stukken neer te leggen en<br />

mee te delen dan die welke gevoegd zijn bij haar regelmatig neergelegde conclusie. Een<br />

dergelijke laattijdige overlegging moet ambtshalve verworpen worden.<br />

Luidens artikel 747, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, worden de conclusies die zijn<br />

overlegd na het verstrijken van de vastgestelde termijnen ambtshalve uit het debat<br />

geweerd. Luidens artikel 748, § 2, van datzelfde wetboek, echter, mag een partij die<br />

conclusie heeft genomen ten laatste dertig dagen vóór de rechtsdag om een nieuwe<br />

conclusietermijn verzoeken, indien zij gedurende de termijn die aan de rechtsdag voorafgaat,<br />

een nieuw en ter zake dienend stuk of feit heeft ontdekt dat nieuwe conclusies rechtvaardigt.<br />

Te dezen heeft een beschikking, gewezen op 20 oktober 1999 met toepassing van<br />

artikel 747, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, de termijnen van neerlegging en mededeling<br />

van de conclusies van de partijen als volgt vastgesteld :<br />

- op 20 november 1999 voor de hoofdconclusie van verweerder,<br />

- op 20 december 1999 voor de mogelijke conclusie van antwoord van eiseres,<br />

- op 20 januari 2000 voor de mogelijke conclusie van wederantwoord van verweerder.<br />

De beschikking heeft daarenboven de datum van de pleitzitting vastgesteld op 9<br />

februari 2000.<br />

Uit de vergelijking van de datum waarop het document van dokter Degros is opgesteld,<br />

te weten 3 februari 2000, met de datum waarop de termijn voor neerlegging en mededeling<br />

van verweerders conclusie van wederantwoord, te weten 20 januari 2000, en de<br />

datum van de pleitzitting, te weten 9 februari 2000, volgt dat dit document noodzakelijkerwijs<br />

is medegedeeld na het verstrijken van de termijn waarbinnen verweerder zijn<br />

conclusie van wederantwoord had moeten neerleggen en meedelen en minder dan dertig<br />

dagen vóór de pleitzitting, d.w.z. op een tijdstip waarop eiseres geen recht meer had op<br />

een nieuwe conclusietermijn. Eiseres heeft bijgevolg geen nieuwe conclusie kunnen<br />

nemen om tegenspraak te kunnen voeren over de inhoud van het document van dokter<br />

Degros, dat verweerder in extremis had voorgelegd.<br />

De feitenrechters waren bijgevolg wettig verplicht dat stuk - zelfs ambtshalve - uit het<br />

debat te weren of het debat op zijn minst te heropenen om de partijen in staat te stellen<br />

over dat stuk tegenspraak te voeren. Zij hebben dit niet gedaan maar hebben hun beslissing<br />

wel op de inhoud van dat stuk gegrond, zodat ze de artikelen 740, 747, §2, en 748, §<br />

2, van het Gerechtelijk Wetboek schenden en het algemeen beginsel van het recht van<br />

verdediging miskennen.<br />

IV. Beslissing van het Hof<br />

Overwegende dat, luidens artikel 740 van het Gerechtelijk Wetboek, alle<br />

memories, nota's of stukken die niet ten laatste tegelijk met de conclusies of, bij<br />

toepassing van artikel 735, vóór de sluiting der debatten zijn overgelegd, ambtshalve<br />

uit de debatten worden geweerd;<br />

Overwegende dat, krachtens artikel 748, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek,<br />

een partij die conclusie heeft genomen, ten laatste dertig dagen vóór de rechtsdag<br />

om een nieuwe conclusietermijn mag verzoeken, indien zij gedurende de termijn<br />

die aan de rechtsdag voorafgaat, een nieuw en ter zake dienend stuk of feit heeft<br />

ontdekt dat nieuwe conclusies rechtvaardigt;<br />

Overwegende dat uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!