AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2600 HOF VAN CASSATIE 22.<strong>12</strong>.05 - Nr. 689<br />
7.<br />
Door (verweerster) werd er duidelijk geopteerd voor een gewijzigd contract van exclusieve<br />
verkoopsconcessie. Dit laatste dan ingaande na het verloop van de proefperiode,<br />
zijnde vanaf 1 juli 1988.<br />
Bewijs daarvan ligt voor in de vorm van een voorstel van schriftelijke overeenkomst.<br />
Dit werd aan (eiseres) toegezonden door (verweerster) op 4 juli 1988 (stuk 8 (verweerster)<br />
: ontwerp overeenkomst gedateerd 1 juli 1988) en nogmaals in een definitieve versie op 7<br />
november 1988 (stuk 8 (eiseres) : ontwerp overeenkomst ook gedateerd 1 juli 1988).<br />
Dit ontwerp voorzag onder andere in een uitdrukkelijk verbod opgelegd aan (eiseres)<br />
om op enigerlei wijze concurrerende producten te commercialiseren.<br />
Het ontwerp werd niet ondertekend door (eiseres). Zij kon er zich niet met akkoord<br />
verklaren. Er is dus geen gewijzigd contract van exclusieve verkoopsconcessie tot stand<br />
gekomen, zoals (verweerster) wilde.<br />
De redenen van deze weigering door (eiseres) doen hier niet terzake.<br />
Het besluit hieruit kan niet zijn, dat 'oude' contract van exclusieve verkoopsconcessie<br />
dan automatisch verder liep. Zie dienaangaande hoger.<br />
Het besluit moet zijn dat er geen contract van exclusieve verkoopsconcessie meer<br />
bestond tussen partijen.<br />
Dit geldt als bewezen door vermoeden. (Verweerster) kan niet vermoed worden te<br />
hebben afgezien van haar stelling, dat zo er nog exclusiviteit zou verleend worden aan<br />
(eiseres) er dan een overeenkomst moest afgesloten worden, die haar betere waarborgen<br />
bood in verband met een getrouwe houding van (eiseres). Het kan daarbij nog benadrukt<br />
worden dat de plooien tussen partijen niet waren gladgestreken op het moment van de<br />
'toegeving' van (verweerster) in verband met 'het proefcontract' : zie hoger de vermelde<br />
'grove verwensing'.<br />
Het feit dat er dienaangaande geen briefwisseling tussen partijen voorligt is bijgevolg<br />
zonder belang.<br />
8.<br />
(Eiseres) verwijst nog tevergeefs naar een aantal zaken om haar stelling van het verderzetten<br />
van het oude contract van exclusieve verkoopsconcessie te bewijzen.<br />
De vermelding van (eiseres) in brieven en brochures uitgaande van (verweerster) als<br />
haar 'agent' of als 'algemene agent en verdeler' ('agent général et distributeur'), bewijst nog<br />
geen exclusiviteit.<br />
Zelfs het feit dat er in deze brieven sprake is van 'uw markten' (' your markets') bewijst<br />
nog geen exclusiviteit op die markten.<br />
Een vraag naar informatie uitgaande van (verweerster), hoe gedetailleerd ook, is nog<br />
geen bewijs van de bedoelde exclusiviteit.<br />
De formulering van de uiteindelijke beëindiging van de relatie door (verweerster), in<br />
haar schrijven van 18 juli 1994, met verwijzing naar de Europese wetgeving, bewijst het<br />
hebben bestaan van een contract van exclusieve verkoopsconcessie ook niet. Immers is er<br />
geen Europese wetgeving in verband met contracten van exclusieve verkoopsconcessie.<br />
De stelling van (verweerster) dat zij daarmede de Richtlijn in verband met de handelsagenten<br />
voor ogen had, is aan te nemen.<br />
Het weze daarbij onmiddellijk aangestipt dat de vordering van (eiseres) niet steunt op<br />
een hoedanigheid van handelsagent.<br />
9.<br />
De stelling van (eiseres) in verband met de exclusiviteit wordt dus niet bewezen.