AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 12 2005 (PDF, 1.18 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 683 - 20.<strong>12</strong>.05 HOF VAN CASSATIE 2573<br />
betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen<br />
17 ?.<br />
Het blijkt dat bij het opstellen van gewestplannen in steeds grotere mate gebruik werd<br />
gemaakt van de mogelijkheid van aanvullende stedenbouwkundige voorschriften waartoe<br />
artikel 1, § 2, van het K.B. van 28 december 1972 de mogelijkheid bood, en van de mogelijkheid<br />
om te voorzien in andere gebieden die helemaal niet door het K.B. van 28<br />
december 1972 worden omschreven (zie 6.4. in artikel 2 en 17) of in een bijkomende<br />
bescherming ten aanzien van een bestemmingsgebied zoals door het K.B. van 28<br />
december 1972 omschreven (zie 7.6. in art. 3 en 18) 18 .<br />
Sommige van deze aanvullende stedenbouwkundige voorschriften 19 komen slechts in<br />
één gewestplan voor 20 . Sommige aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zijn in<br />
verschillende gewestplannen gebruikt geworden en zijn op die wijze onder een gebruikelijk<br />
geworden benaming de facto een algemeen bestemmingsvoorschrift geworden. Op die<br />
wijze zijn die aanvullende stedenbouwkundige voorschriften onder hun gebruikelijke<br />
naam terechtgekomen in reglementaire besluiten 21 en uiteindelijk ook in decreten. Ter<br />
onderscheiding van de bestemmingsgebieden vermeld in het K.B. van 28 december 1972<br />
worden deze (gebruikelijke) aanvullende stedenbouwkundige voorschriften hierna<br />
‘bijzondere bestemmingsgebieden’ genoemd.<br />
7. De omschrijving van de diverse bestemmingsgebieden in artikel 145bis DORO zou<br />
dan als volgt kunnen worden toegelicht.<br />
Een aantal bestemmingsgebieden worden omschreven in het K.B. van 28 december<br />
1972 (zie art. 2) waaronder (in de volgorde van de opsomming in artikel 145bis DORO):<br />
- 4.3. groengebieden, zoals verder omschreven in artikel 13 van hetzelfde K. B. 22<br />
- 4.3.1. natuurgebieden zoals verder omschreven in art. 13;<br />
- 4.3.2. natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten zoals verder<br />
omschreven in art. 13;<br />
- 4.4. parkgebieden, zoals verder omschreven in art. 14;<br />
- 4.2. bosgebieden, zoals verder omschreven in art. <strong>12</strong>.<br />
8. Voorts verwijst artikel 145bis DORO naar een aantal ‘bijzondere<br />
bestemmingsgebieden’:<br />
17 Zie ook de gecoördineerde omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing<br />
van de ontwerpgewestplannen, B.S. 23 augustus 1997.<br />
18 Zie daarover B. Bouckaert en T. De Waele, Ruimtelijke ordening en stedenbouw in het Flamme<br />
Gewest, C.D.P.K.-Libri nr. 6, Gent, Mvs & Breesch, 2000, nr. 86; R. Vekeman. Ruimtelijke ordening<br />
en stedenbouw. Planologie, verordeningen en vergunningen, p. 146, nrs. 150, 154 en 155.<br />
19 Een overzicht van diverse "aanvullende stedenbouwkundige voorschriften" bij de verschillende<br />
gewestplannen vindt men in een document ("Bijlage 3. Aanvullende stedenbouwkundige voorschriften")<br />
dat te raadplegen is op de website www.vlm.be of ook www.ruimtelijkeordening.be.<br />
20 Zie "Bijlage 3. Aanvullende stedenbouwkundige voorschriften", p. 83.<br />
21 Zo was b.v. al in het Besluit van de Vlaamse Executieve van 15 maart 1989 (houdende bepaling<br />
van de gebieden van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen waarbinnen afwijkingen in<br />
verband met het verbouwen, het herbouwen of het uitbreiden van bestaande vergunde gebouwen niet<br />
of slechts gedeeltelijk kunnen worden toegestaan, B.S. 6 juni), sprake van agrarisch gebied met<br />
ecologisch belang, agrarisch gebied met ecologische waarde, valleigebied, brongebied, enz. Zie ook<br />
recenter het Besluit van de Vlaamse regering van 16 maart 1999 (tot wijziging van het koninklijk<br />
besluit van 16 december 1971 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn ofwel<br />
van de bemoeiing van de architect, ofwel van de bouwvergunning, ofwel van het eensluidend advies<br />
van de gemachtigde ambtenaar), B.S. 28 mei 1999.<br />
22 Uit art. 2, sub 4.3 blijkt dat "groengebieden" slaat op hetzij "natuurgebieden", hetzij "natuurgebieden<br />
met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten".