13.03.2014 Views

Dieren - Jeugdboekenweek

Dieren - Jeugdboekenweek

Dieren - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lestip<br />

4<br />

Kind van de wildernis<br />

Michael Morpurgo en Frieda Dalemans (vert.)<br />

Clavis, 2010<br />

Over het bO ek<br />

AAn de sLAg<br />

Will is negen wanneer zijn leven overhoop gegooid wordt : zijn vader is gesneuveld in Irak.<br />

Om de jongen en zijn moeder door de moeilijke tijd heen te helpen verrassen zijn grootouders hen<br />

tijdens de kerstvakantie met een reis naar Indonesië. Ze brengen er een dagje door op het strand :<br />

Will maakt een ritje op de rug van een olifant, zijn moeder zwemt in zee. En dan overspoelt<br />

een verwoestende tsunami de kuststreek. Oona de olifant rent met Will de wildernis in. Of<br />

zijn moeder nog leeft weet Will niet. Om te overleven is hij vanaf dan op Oona aangewezen …<br />

In dit boek verweeft Michael Morpurgo een ernstig thema als zorg en respect voor het milieu<br />

moeiteloos met een meeslepend verhaal.<br />

Opmerking vooraf<br />

Aanzet<br />

Michael Morpurgo bouwt zijn verhaal langzaam op. Dat doet hij vanuit de beleving van Will.<br />

Wat de jongen in het heden meemaakt, doorweeft hij met herinneringen uit het verleden. Zo schetst<br />

hij de achtergrond die de lezer nodig heeft om zich in het verhaal in te leven. Niet voor alle jonge<br />

kinderen is het evident om die geconcentreerde informatie zelfstandig op te nemen. In de aanloop<br />

naar de verwerking van het boek besteed je daarom best voldoende tijd aan de kadering van<br />

de eerste twee hoofdstukken. Daarna kunnen ze nieuwe informatie uit de volgende hoofdstukken<br />

makkelijker plaatsen. Zo kan ook wie minder leesvaardig is ten volle genieten van het verhaal.<br />

Lees de eerste twee hoofdstukken zelf voor : En plots verandert alles (p. 5­14) en Kijk me alsjeblieft<br />

aan en glimlach (p. 15­29). De cover van het boek hou je bedekt. Na het voorlezen verdeel je<br />

de klas in twee groepen. Die groepen verdeel je in subgroepjes. De ene helft krijgt een kopie<br />

van de achterflaptekst, de andere groep krijgt niets. In kleine subgroepjes overleggen de kinderen<br />

over wat ze tot nu toe weten van het verhaal. Je geeft volgende richtvragen mee :<br />

– Waar speelt het verhaal zich af ?<br />

– Wie speelt er mee in het verhaal ?<br />

– Wat gebeurt er ?<br />

Ze proberen de vragen zo gedetailleerd mogelijk te beantwoorden. Na afloop presenteren de groepen<br />

hun antwoorden. De groepjes die geen achterflaptekst met korte inhoud kregen komen eerst aan bod.<br />

Je vergelijkt de antwoorden zonder te oordelen over de volledigheid.<br />

Daarna vertellen de groepjes die de achterflaptekst wél kregen in welke mate de korte inhoud<br />

hen hielp om wat ze hoorden voorlezen beter te kaderen. Ga dieper in op de rol van een achterflaptekst<br />

:<br />

– Wie leest de achterflap van een boek ? Wie niet ?<br />

– Waarom lees je de achterflap bewust wel of net niet ?<br />

19 jeugdboekenweek 2012 – lestips voor vierde en vijfde leerjaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!