Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tot dat moment was koffie zowat het enige exportproduct, naast - in mindere<br />
mate - katoen en pyrethrum. In de studie raadde men de betreffende landen<br />
met klem aan zich te concentreren op de theeproductie en -handel: “De<br />
theeteelt is <strong>een</strong> prioritaire, fundamentele teelt die voorrang moet krijgen op<br />
alle andere teelten, zelfs op die <strong>van</strong> koffie als beide gewassen even belangrijk<br />
zouden worden. Als het nodig is moeten de bossen <strong>van</strong> de Congo-Nijlkam<br />
gedeeltelijk gekapt worden om het verbouwen <strong>van</strong> thee mogelijk te maken.”<br />
Het INEAC, het centrum dat toen belast was met landbouwkundig onderzoek,<br />
krijgt de opdracht om zo snel mogelijk na te gaan wat de mogelijkheden zijn.<br />
Zo worden er 22.000 hectaren thee aangeplant, waar<strong>van</strong> 13.000 in Rwanda<br />
en 9.000 in Burundi. De plantages liggen verspreid rondom 15 theefabrieken,<br />
10 in Rwanda en 5 in Burundi. Rondom de huizen <strong>van</strong> de boeren worden<br />
kleinere percelen met theeplanten aangelegd die voor extra inkomsten<br />
kunnen zorgen.<br />
Het project werd grotendeels gefinancierd door het Europees Ontwikkelingsfonds<br />
en in mindere mate door de Europese Investeringsbank. Daarnaast<br />
leverden ook de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, Koeweit en België <strong>een</strong><br />
bijdrage. In Kitabi (Rwanda) zorgde België ook voor de aanplanting <strong>van</strong> 1000<br />
hectaren thee en voor de bouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> theefabriek, terwijl in Kisozi (Burundi)<br />
700 hectaren theeplantages werden aangelegd.<br />
In 2002 was de theeproductie goed voor 28% <strong>van</strong> de totale inkomsten. In<br />
Burundi vormt thee het tweede belangrijkste uitvoerproduct, na koffie. In<br />
Rwanda komt thee zelfs op de eerste plaats, met 35% in 2003.<br />
Over<strong>een</strong>komstig de krachtlijnen <strong>van</strong> het beleid vastgelegd in 1968 besluit<br />
België steun te verlenen aan min of meer grootschalige projecten die gericht<br />
zijn op het verbeteren <strong>van</strong> landbouw, gezondheidszorg, onderwijs en<br />
infrastructuur <strong>van</strong> algem<strong>een</strong> belang (wegen, elektriciteitsnetwerken en<br />
watervoorziening) en op het stabiliseren <strong>van</strong> de staatsstructuren in de<br />
begunstigde landen. De projecten omvatten concrete initiatieven die effect<br />
moeten hebben op korte termijn. In bepaalde gebieden probeert men nieuwe<br />
teelten in te voeren, in andere wil men de werking <strong>van</strong> de gezondheidszorg<br />
verbeteren. Er worden nieuwe scholen gebouwd of reeds bestaande scholen<br />
worden gerenoveerd en voorzien <strong>van</strong> nieuw materiaal. De meest ambitieuze<br />
projecten zijn die voor de aanleg <strong>van</strong> havens en wegen,<br />
drinkwatervoorzieningen en elektriciteit. Men probeert ook de werking <strong>van</strong> de<br />
overheidsdiensten te verbeteren.<br />
Deze projecten worden zelden goed gepland. De deelname <strong>van</strong> de lokale<br />
bevolking is beperkt of onbestaande en de verantwoordelijkheid voor de<br />
uitvoering <strong>van</strong> de projecten ligt meestal all<strong>een</strong> in de handen <strong>van</strong> de<br />
buitenlandse deskundigen. Meestal worden de projecten wel opgestart op<br />
28