Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
voorwaarden waren die meespeelden bij de oprichting <strong>van</strong> het<br />
samenwerkingsverband met Congo, Rwanda en Burundi in de periode 1960-<br />
1968. In dat laatste jaar zien we dat er zich <strong>een</strong> beleid aftekent dat eindelijk<br />
komaf maakt met de gevolgen en de naweeën <strong>van</strong> <strong>een</strong> moeilijk<br />
dekolonisatieproces. In het tweede hoofdstuk overlopen we dan de evolutie<br />
<strong>van</strong> dit beleid: de beleidslijnen, de verschillende interventietypes en de nauwe<br />
samenhang met de doelstellingen onderschreven door de internationale<br />
gem<strong>een</strong>schap. De meest recente voorbeelden daar<strong>van</strong> zijn de<br />
‘millenniumdoelstellingen’ en de recente initiatieven waar de internationale<br />
gem<strong>een</strong>schap zich sinds het jaar 2000 voor inzet.<br />
Het tweede deel is gewijd aan de actoren <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> samenwerking.<br />
Het derde hoofdstuk behandelt de publieke en private institutionele actoren:<br />
dat zijn de beslissende en uitvoerende instanties zoals de ministers en<br />
staatssecretarissen, het federale Parlement en de administratie, maar ook<br />
publieke en privé-instellingen wier samenwerkingsinitiatieven grotendeels<br />
gesubsidieerd worden met publieke gelden. Voorbeelden daar<strong>van</strong> zijn nietgouvernementele<br />
organisaties, universiteiten, internationale partnerschappen,<br />
de gem<strong>een</strong>ten en de privésector. In de eerste decennia <strong>van</strong> haar bestaan<br />
wordt de <strong>Belgische</strong> samenwerking gekenmerkt door de aanwezigheid op het<br />
terrein <strong>van</strong> <strong>een</strong> groot aantal medewerkers. Het vierde hoofdstuk is gewijd aan<br />
deze technische projectmedewerkers. We gaan na onder welke statuten dit<br />
personeel aan het werk kan en nemen de situatie onder de loep <strong>van</strong> de<br />
technici die onder de rechtstreekse bevoegdheid <strong>van</strong> de administratie vallen:<br />
wat is hun geografische spreiding en in welke sectoren zijn ze aan de slag?<br />
De term ‘samenwerking’ impliceert dat de lokale actoren nauw met elkaar<br />
samenwerken: dat is <strong>een</strong> essentieel element <strong>van</strong> <strong>een</strong> gezond<br />
samenwerkingsverband. Dit aspect komt als zodanig niet aan bod, maar in de<br />
paragrafen over de programmaonderhandelingen en het projectbeheer,<br />
stippen we het wel aan.<br />
De schets <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> ontwikkelingssamenwerking in de laatste vijftig<br />
jaar vraagt om <strong>een</strong> conclusie waaraan <strong>een</strong> apart hoofdstuk wordt gewijd. Dit<br />
afsluitende hoofdstuk is meer dan enkel <strong>een</strong> samenvatting: we hebben<br />
geprobeerd <strong>een</strong> kwalitatieve balans op te maken waarin de aangereikte hulp<br />
wordt geëvalueerd. Wat zijn de successen en waar heeft de hulpverlening<br />
gefaald? Ten slotte gaan we ook na wat de toekomstperspectieven <strong>van</strong> de<br />
ontwikkelingssamenwerking zijn en hoe die in verhouding staan tot de<br />
verbintenissen aangegaan door de internationale gem<strong>een</strong>schap.<br />
Als bijlage vindt u <strong>een</strong> beperkte bibliografie. De geïnteresseerde lezer kan<br />
deze als leidraad gebruiken bij het verdiepen <strong>van</strong> enkele thema’s die in dit<br />
boek worden aangehaald.<br />
6