Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Enkele bijzondere kenmerken<br />
Het zou interessant zijn geweest om <strong>een</strong> sociologische analyse te maken<br />
(sociale afkomst, opleiding, motivatie, gezinssituatie, rol <strong>van</strong> de vrouw…) <strong>van</strong><br />
het personeelsbestand dat onder het statuut <strong>van</strong> 1967 valt, maar <strong>een</strong><br />
dergelijke studie vergt natuurlijk erg veel compilatiewerk en is er tot nu toe niet<br />
gekomen. De administratie voor ontwikkelingssamenwerking heeft echter<br />
statistieken gepubliceerd waaruit we enkele algemene gegevens kunnen<br />
afleiden over de geografische en sectorale indeling <strong>van</strong> de ambtenaren. We<br />
kunnen ook nagaan wat het aandeel <strong>van</strong> hun lonen was in het totaal <strong>van</strong> de<br />
uitgaven <strong>van</strong> het departement <strong>Ontwikkelingssamenwerking</strong>.<br />
Geografische spreiding <strong>van</strong> de ontwikkelingswerkers<br />
De geografische versnippering <strong>van</strong> het personeel werd veroorzaakt door de<br />
vele algemene samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten met de partnerlanden. Soms<br />
is ze ook het resultaat <strong>van</strong> <strong>een</strong>malige voorvallen naar aanleiding <strong>van</strong><br />
bepaalde gebeurtenissen, zoals het herstel <strong>van</strong> door oorlog verwoeste<br />
gebieden of beloftes <strong>van</strong> <strong>een</strong> minister tijdens <strong>een</strong> bijzonder hartelijk officieel<br />
bezoek.<br />
Twee periodes verdienen bijzondere aandacht: de eerste loopt <strong>van</strong> 1960 tot<br />
net voor de onderbreking <strong>van</strong> de samenwerking met Zaïre in 1989. Tijdens<br />
die periode wordt de grote meerderheid <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> ontwikkelingswerkers<br />
uitgezonden naar Zaïre, Rwanda en Burundi: 99% in 1963, en nog<br />
70% in 1989 (op <strong>een</strong> totaal <strong>van</strong> 738 ambtenaren). De helft <strong>van</strong> hen gaat naar<br />
Congo. De Maghreb komt op de tweede plaats met <strong>een</strong> piek <strong>van</strong> 13% in<br />
1975, het percentage daalt naar 6% in 1989. In datzelfde jaar halen de<br />
andere landen <strong>van</strong> Afrika 13%: de ontwikkelingswerkers bevinden zich vooral<br />
in West-Afrika, met name in Senegal, Ivoorkust, Niger en Kameroen, terwijl ze<br />
nauwelijks actief zijn in Azië en Amerika.<br />
In de tweede periode (1991-1999) verandert de situatie volledig. In 1999 is de<br />
verdeling evenwichtiger. Afrika komt nog steeds op de eerste plaats met 67%<br />
(op <strong>een</strong> totaal <strong>van</strong> 232 medewerkers), maar slechts 25% daar<strong>van</strong> gaat naar<br />
Congo, Rwanda en Burundi.<br />
De verdeling heeft sindsdien nog wijzigingen ondergaan. Op internationaal<br />
niveau heeft de ontwikkelingssamenwerking met Afrika sinds 2000 de<br />
prioriteit, wat wordt weerspiegeld in de huidige samenstelling <strong>van</strong> de groep<br />
deskundigen <strong>van</strong> de BTC: <strong>van</strong> de 236 medewerkers op het terrein eind 2008<br />
bevond 85% zich in Afrika, met <strong>een</strong> duidelijk herstel voor Congo, Rwanda en<br />
Burundi (55%). België zet zich dus bijzonder in voor die drie landen, die <strong>een</strong><br />
absolute prioriteit vormen in het beleid.<br />
74