Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
stopgezet: het had bijna <strong>een</strong> miljard <strong>Belgische</strong> frank gekost. Op <strong>een</strong> bepaald<br />
moment omvatte het 15 <strong>Belgische</strong> ontwikkelingswerkers, 500 arbeiders, 60<br />
tractoren, 36 auto’s, 9 vrachtwagens, 12 maaidorsmachines, 2 vliegtuigen en<br />
<strong>een</strong> enorme drooginstallatie.<br />
Het ‘domein’ werd bezocht door zowat alle <strong>Belgische</strong> deskundigen op het<br />
gebied <strong>van</strong> tropische landbouw. Ze schreven er rapporten over en vroegen de<br />
overheid om steun. Toch werden er nooit meer dan 3000 hectaren maïs en<br />
soja aangeplant en de maïsoogst, die oorspronkelijk op 5 ton per hectare was<br />
geschat, kwam nooit boven de 4 ton uit.<br />
Wat waren de oorzaken <strong>van</strong> dit debacle? In de eerste plaats het gebrek aan<br />
ervaring: noch België, noch Congo of de andere landen in Centraal-Afrika<br />
hadden ooit op grote schaal en met mechanische middelen maïs verbouwd.<br />
De 2000 hectaren grond moesten elk jaar voor 1 november worden<br />
omgeploegd en ingezaaid, wat slechts met de grootste moeite lukte. Vaak<br />
ontbraken de reserveonderdelen of de benzine voor de machines en de<br />
meststof bleef staan in de haven <strong>van</strong> Matadi. Het eerste zaad voor hybride<br />
maïs, ingevoerd uit Zimbabwe, werd onbruikbaar verklaard toen verschillende<br />
ziekten opdoken. Elke centimeter grond moest worden bemest, bijvoorbeeld<br />
met fosfor en sporenelementen. Men ging al snel over op andere<br />
maïsvariëteiten en alterneerde de teelt <strong>van</strong> maïs en soja, terwijl op de<br />
onbebouwde terreinen rundvee werd gehouden. Om insecten en onkruid te<br />
verdelgen en ziekten tegen te gaan, moesten de gewassen bespoten worden<br />
<strong>van</strong>uit <strong>een</strong> vliegtuig. De maïs was zo vochtig dat er <strong>een</strong> grote drooginstallatie<br />
moest worden gebouwd die aangedreven werd door diesel. De<br />
landbouwmachines bleken op hun beurt ongeschikt voor gebruik op de<br />
roodachtige tropische grond en moesten aan <strong>een</strong> stuk door gerepareerd<br />
worden.<br />
Het oorspronkelijke dossier had de technische problemen erg onderschat,<br />
maar toch konden deze beetje bij beetje worden opgelost dankzij de<br />
opgedane ervaring. De economische problemen, daarentegen, waren<br />
ernstiger: jaar na jaar bleek dat de variabele kostprijs <strong>van</strong> de maïs die in deze<br />
omstandigheden werd geteeld veel hoger lag dan de prijs <strong>van</strong> de maïs<br />
ingevoerd uit Zimbabwe of Zuid-Afrika. Ook <strong>een</strong> aantal onvoorziene<br />
gebeurtenissen droegen daartoe bij: zo brak er in Angola oorlog uit, waardoor<br />
de aanvoer <strong>van</strong> materiaal via het spoor uit Benguela onmogelijk werd. Er<br />
moest <strong>een</strong> omweg worden gemaakt via Matadi, wat hogere kosten met zich<br />
meebracht. In 1973 brak de eerste oliecrisis uit en de brandstofprijs werd vier<br />
keer zo hoog. In datzelfde jaar werd de economie ontwricht door de<br />
‘zaïrisering’. De prijzen <strong>van</strong> de Zuid-Afrikaanse maïs daalden, en ten slotte<br />
kwam Zaïre de gemaakte afspraken over de financieringen in de lokale munt<br />
niet na.<br />
Vanaf 1975 wordt het project onder vuur genomen door de <strong>Belgische</strong> pers, die<br />
30