09.01.2015 Views

Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...

Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...

Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

laag, én daarboven voornamelijk Holoceen zandig en lemig materiaal. Het uitgesproken<br />

alluviaal karakter van dit gebied, zijnde een natuurlijk bergingsgebied in functie van de<br />

afwatering van de omgevende landschappen, is bepalend voor het dominant voorkomen<br />

historisch permanent graslandgebruik. Het grachtenstelsel is geënt op de dekzandrug:<br />

enerzijds evenwijdig ermee in oost-west richting en anderzijds dwars erop in noordzuidrichting.<br />

Door de aanleg van een grachtenstelsel, door de afwatering naar het kanaal<br />

Gent-Oostende via de Hoofdsloot en het St-Trudoledeke, en door de inzet van pompen is het<br />

gebied niet meer zo vochtig als vroeger, maar het graslandgebruik primeert nog steeds op<br />

akkerbouw. De wei- en hooilandpercelen zijn begrensd door grachten met rietkragen, en<br />

perceelsrandbegroeiing (vooral knotbomenrijen). Op hoger gelegen stukken komen enkele<br />

dreven voor. De Gemene Weiden (in noorden) zijn gekenmerkt door zeer kleine regelmatige<br />

graslandperceeltjes en door een oud gebruiksrecht van de aanborgers op deze gronden. Uit<br />

enkele archeologische vondsten maakt men op dat het gebied tijdens het Mesolithicum<br />

bewoond was; de nederzetting(en) lag(en) vermoedelijk nabij de rand of op de dekzandrug.<br />

Ten zuiden van de kerk van Ver-Assebroek ligt een circulaire structuur bestaande uit drie<br />

concentrische grachten met wallen en een noord-zuid verlopende onderbreking die het hele<br />

terrein in twee delen snijdt. Ze wordt ten dele visueel benadrukt door een bomenrij. De<br />

structuur getuigt vermoedelijk van een verlaten ringwalsite uit de 11e-12e eeuw. Deze<br />

ringvormige structuur vormde mogelijks het opperhof dat aansloot bij het neerhof waar<br />

momenteel de kerk en het leenhof van Ver-Assebroek staan. Bijkomend onderzoek kan<br />

hierover duidelijkheid scheppen. Tussen de Gemene Weiden en het kasteel Bergskes loopt<br />

een oude tramlijn die nu begroeid is met een houtkant. In het zuiden van het eigenlijke<br />

meersengebied ligt een klein naaldhoutbosje dat uit landschappelijk oogpunt stoort in dit<br />

historische graslandcomplex. Verder is het meersengebied nauwelijks bebouwd en vormt<br />

een open ruimte aan de rand van de stad <strong>Brugge</strong>. Weinig wegen doorsnijden het gebied wat<br />

de landschappelijke samenhang bevordert. Vanuit de zuidoostelijke uitloper van het<br />

Meersengebied heeft men nog een doorkijk naar het beboste deel van de dekzandrug rond<br />

Rijkevelde (eveneens ankerplaats). In het Beverhoutsveld komen de Pleistocene sedimenten<br />

van de <strong>Vlaamse</strong> Vallei aan de oppervlakte. Het gebied vertoont kleine zandruggetjes (typisch<br />

voor de <strong>Vlaamse</strong> Vallei-afzettingen) en heeft een slechte waterhuishouding en arme bodem,<br />

wat de reden vormde voor de zeer late ontginning van het gebied. Vóór 1850 was het een<br />

heidegebied (wastina) waar het vee gemeenschappelijk kon grazen. In het begin van de<br />

middeleeuwen stond er waarschijnlijk nog een bos dat echter vrij snel tot heidegebied<br />

evolueerde door overbegrazing. In het gebied komt nu nog steeds heidevegetatie voor.<br />

Tijdens de middeleeuwen waren hier talrijke veldvijvers aanwezig die nu verdwenen zijn. In<br />

sommige weilanden zijn cirkelvormige depressies aanwezig, maar het is niet bekend of dit<br />

resten van veldvijvers zijn. Vanaf 1850 werd dit gebied op zeer systematische manier<br />

ontgonnen. Een rechtlijnig drevenpatroon deelde het gebied in grote blokken landbouwland<br />

op die op hun beurt nog eens onderverdeeld werden in gebruikspercelen. De dreven zijn nog<br />

zeer herkenbaar en goed bewaard gebleven. Langs de percelen kwamen (en komen hier en<br />

daar nog) knotbomenrijen, houtkanten e.d. voor. De vele sloten en grachtjes (met veelal<br />

rietkragen) zorgen voor de afwatering van het gebied. De dreven accentueren het<br />

systematische ontginningspatroon van het gebied en delen het gebied ook visueel op in<br />

kleinere ruimtes. De perceelsrandbegroeiing en de rietkragen in grachten delen die kleinere<br />

ruimtes verder op. Desalniettemin heeft het gebied een half open karakter met af en toe<br />

vergezichten. Het verschil tussen het landschap op de dekzandrug, in de achterliggende<br />

depressie (meersengebied) en het veldgebied wordt goed geaccentueerd door het verschil in<br />

openheid: op de rug is het een gesloten landschap met enkele bosjes terwijl het in het<br />

meersengebied en het veldgebied een half open landschap is door de vele bomenrijen. Deze<br />

landschappelijke verschillen dienen minstens behouden en zelfs versterkt te worden in de<br />

toekomst. Door de schaalvergroting in de landbouw worden steeds meer percelen<br />

samengevoegd tot één groot blok; ook de perceelsrandbegroeiing is veel minder aanwezig<br />

dan vroeger. Men dient het kleinschalig karakter van vooral weilanden te behouden met<br />

typische perceelsrandbegroeiing. Het wegdek van verschillende wegen is nog niet verhard<br />

wat een meerwaarde voor het gebied betekent. De schaarsheid en authentiek karakter van<br />

<strong>Groene</strong> fietsgordel <strong>Brugge</strong><br />

<strong>inrichtingsplan</strong><br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!