Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...
Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...
Ontwerp inrichtingsplan Groene fietslink Brugge - Vlaamse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
weginfrastructuren dient te kruisen. Het voorzien van een fietsersbrug en doorgang ter<br />
hoogte van de express zou een grote meerwaarde kunnen betekenen voor het functioneel<br />
fietsverkeer.<br />
Een ander algemeen knelpunt inzake het fietsverkeer zijn de soms onveilige<br />
oversteekplaatsen, kruispunten met eerder drukke verkeerswegen.<br />
Zowel de Provincie, Stad <strong>Brugge</strong> en de omliggende gemeenten doen elk inspanningen om<br />
de mobiliteit, ontsluiting en toegankelijkheid van hun provincie, gemeente te optimaliseren.<br />
2.3.11 Natuur en bos<br />
Actuele natuurwaarden<br />
Het projectgebied omvat heel wat belangrijke natuurwaarden in de ecoregio polders en<br />
zandstreek. Ze worden hieronder per deelgebied beschreven, zoals in de studie naar de<br />
ecologische waarden die is uitgevoerd door het INBO in de studiefase van de opmaak van<br />
het planprogramma.<br />
Gebieden op de overgang van polders naar zandstreek<br />
C.1.<br />
Algemene omschrijving<br />
Grasland- en vogelgebieden van het Oud- en Middelland. Ecologisch waardevolle<br />
graslandcomplexen in de oudlandpolders met veel slootjes en microreliëf, rietland en<br />
bomenrijen, op de overgang van polders met quartaire klei naar de Pleistocene zanden van<br />
de zandstreek, met abiotische kenmerken van beide, wat tot uiting komt in de<br />
natuurwaarden. De Lage Moere van Meetkerke vormt landschapsecologisch een eenheid<br />
met dit gebied maar ligt buiten het landinrichtingsproject. Een groot deel van het gebied staat<br />
als relictzone op de landschapsatlas.<br />
D.1.<br />
Structuurbepalende elementen en processen<br />
Het gebied is gesitueerd op de overgang tussen twee ecoregio’s : de hogere, voedselarme<br />
en zure Pleistocene gronden met zoet grondwater en de lage, voedselrijke en kalkrijke,<br />
basische poldergronden met brak grondwater. Lokaal komen venige bodems voor. Hier is<br />
dus een rijke ecologische gradiënt aanwezig, die echter maar beperkt, vooral onder de vorm<br />
van relicten van halfnatuurlijke vegetaties, tot uiting komt.<br />
De overgang tussen zandstreek en polders verloopt op het terrein zeer geleidelijk en is<br />
gekoppeld aan het (macro)reliëf. Er zijn goede indicaties voor het uittreden van zoete kwel<br />
(met infiltratiegebied in de zandstreek) op de grenszone. Op perceelsschaal vertonen de<br />
graslanden een kenmerkend microreliëf, onder meer als resultaat van vroegere<br />
veenontginningen en landbouwvoering (sloten, laantjes). Hierdoor ontstaat op een aantal<br />
plaatsen ook op perceelsniveau een gradiënt van droog naar nat en zoet naar brak. Bij<br />
langdurige, hevige neerslag traden recent in de Kwetshage en het Paddegat overstromingen<br />
op. In het Paddegat liggen twee aanligputten voor de jacht met open water en moeras. In het<br />
deelgebied bevinden zich brede poldersloten die de basis vormen van het sterk vertakte<br />
waternetwerk.<br />
<strong>Groene</strong> fietsgordel <strong>Brugge</strong><br />
<strong>inrichtingsplan</strong><br />
68