VvE magazine febr 2020
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VAN DE RECHTER<br />
<strong>VvE</strong> MAGAZINE FEBRUARI <strong>2020</strong> #1 31<br />
MAG DE VVE EEN GELDLENING<br />
AANGAAN?<br />
De rechter oordeelt positief<br />
John<br />
Liewes<br />
De ledenvergadering van <strong>VvE</strong><br />
Dijkzicht neemt het besluit<br />
om een Energiebespaarlening<br />
aan te gaan. Hans, een van de<br />
eigenaars, is het daar niet mee<br />
eens. Hij stelt onder meer dat<br />
het geldende splitsingsreglement<br />
(MR 1973) een<br />
verbod bevat op het aangaan<br />
van geldleningen. Zijns inziens<br />
betekent dit dat de nieuwe wet<br />
daarom die mogelijkheid niet<br />
biedt. Hans roept vernietiging<br />
van het besluit in vanwege<br />
het aangaan van de schuld<br />
zelf en het verhogen van de<br />
servicekostenbijdrage. De<br />
kantonrechter laat de besluiten<br />
echter in stand. Voor zover<br />
bekend is dit de eerste uitspraak<br />
waarin wordt ingegaan op de<br />
relatie van artikel 5:126 lid 4<br />
BW en de modelreglementen.<br />
Het wetsartikel luidt: Tenzij het reglement uitdrukkelijk anders bepaalt, is<br />
de vereniging bevoegd een overeenkomst van geldlening aan te gaan.<br />
Echter: Hans stelt dat in artikel 38 van MR 1973 een uitdrukkelijk verbod tot<br />
het aangaan van een geldlening met worden gelezen. Dat artikel gaat over<br />
overeenkomsten waaruit verplichtingen voortvloeien die zich over een langere<br />
periode dan een jaar uitstrekken. De ledenvergadering mag zo’n overeenkomst<br />
alleen aangaan als die mogelijkheid er volgens het reglement is. Hans vindt dat<br />
de <strong>VvE</strong> dus geen geldlening mag aangaan: die heeft een looptijd van meerdere<br />
jaren én het gaat niet om een contract dat betrekking heeft op het normale<br />
beheer. Het besluit om de geldlening aan te gaan, is dus nietig, zegt hij.<br />
Op zich klopt dat: ongeacht de wetswijziging geldt artikel 38 MR 1973<br />
nog steeds. Alleen: niet langer voor overeenkomsten van geldlening. De<br />
kantonrechter stelt dat op 1 januari 2018 de Wet verbetering functioneren<br />
<strong>VvE</strong>’s is ingegaan. In die wet is bepaald dat de <strong>VvE</strong> bevoegd is een overeenkomst<br />
van geldlening aan te gaan, tenzij het reglement uitdrukkelijk anders<br />
bepaalt. In MR 1973 is volgens de rechter zo’n dergelijke uitdrukkelijke<br />
inperking/uitsluiting niet opgenomen - en ook niet te lezen.<br />
Vernietigbaar?<br />
De rechter beoordeelt alle argumenten van Hans uitvoerig. Terecht, want het<br />
besluit tot het aangaan van de geldlening is weliswaar niet nietig, maar het kan<br />
wél vernietigbaar zijn wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid op grond<br />
van het bepaalde in artikel 5:130 jo 2:15 BW.<br />
Ook dat is niet het geval, vindt de rechter: daarvoor zijn de argumenten niet<br />
specifiek genoeg.<br />
Zo stelt Hans dat alle eigenaars op grond van artikel 5:113 BW hoofdelijk<br />
aansprakelijk zijn voor hun aandeel in de geldlening en dat de <strong>VvE</strong>-bijdrage<br />
stijgt als gevolg van de geldlening. Die gevolgen zijn nu eenmaal inherent aan<br />
het aangaan van een geldlening door de <strong>VvE</strong>. Ze kunnen op zichzelf genomen<br />
dan ook niet leiden tot vernietiging van de besluiten, stelt de rechter. Dat zou<br />
bijvoorbeeld wél kunnen als de lening bedoeld was voor dekking van een<br />
exploitatietekort of uitsluitend voor een (niet noodzakelijke) verfraaiing van<br />
het gebouw. Ook het feit dat een van de appartementseigenaars bezig is zijn<br />
appartement te verkopen, en van mening is dat de lening de verkoopbaarheid<br />
negatief beïnvloedt, is geen reden om het besluit tot het aangaan van de<br />
lening aan te tasten.<br />
Volledige uitspraak: Rechtbank Overijssel 9 april 2019,<br />
ECLI:NL:RBOVE:2019:1217