download pdf - LLN Tekst en Vorm

OOStenRIJKS RODe SCHAtKAmeR
Blaufränkisch, zweigelt
en st. laurent
U iteraard treffen we in de Oostenrijkse wijn-
gaarden de onvermijdelijke merlot, cabernet
en syrah aan, maar de echte kracht van dit
wijnland schuilt in de als autochtoon te beschouwen blaufränkisch,
zweigelt en st. laurent. Deze drie druiven worden veelvuldig
in allerlei blends gebruikt, maar hun intrinsieke waarde
tonen ze het beste als ze zelfstandig worden gevinifieerd.
St. laurent
De st. laurent is een aromatische blauwe druif met een fraaie
historie en mooie toekomst. Hij is vernoemd naar Sint Laurentius,
de patroonheilige van koks die in 248 na Christus
door de Romeinen werd verbrand (op een gloeiend rooster).
Elk jaar op 10 augustus wordt hij geëerd en rond diezelfde
dag vindt meestal de verkleuring van de druiven plaats. De
st. laurent zou van origine uit de Bourgogne komen, hetgeen
zijn verwantschap qua kleur, aroma’s en structuur met
de pinot noir verklaart. Wat hem echter van de pinot noir
onderscheidt zijn een vroegere knopzetting en dikkere schil
van de druiven. De st. laurent gedijt het beste op de lichtere,
kalkrijke zandbodems die we o.a. in Neusiedlersee, de Thermenregion,
Burgenland en Carnuntum aantreffen. Er zijn in
totaal zo’n 800 hectaren mee aangeplant, een hoeveelheid die
slechts weinig in omvang toeneemt. Deze relatief beperkte
populariteit is te wijten aan een onregelmatige bloei, groei en
opbrengst die veel geduld van de wijnmakers vergt. In goede
jaren geeft de st. laurent echter fraaie, evenwichtige wijnen
met een finesse die in veel opzichten aan mooie Bourgognes
doet denken. Fijn rood fruit, een subtiele kruidigheid en verfijnde
zuren behoren dan tot de kenmerken die zijn karakter
bepalen. Tot de producenten met de beste St. Laurents behoren
Paul Achs, Schloss Halbturn, Heinrich, Pittnauer, Umathum,
Zantho, Gesellmann, Grassl, Gerhard Markowitsch,
Netzl, Schloss Gobelsburg (Kamptal) en Johanneshof Reinisch.
Minstens zo beroemd als zijn bestaan als zelfstandige
druivensoort, is zijn aandeel in andere druivensoorten. Zo is
Met een breed scala aan witte
wijnen waaronder eminente
Grüner Veltliners en Rieslings met
een prachtige terroir-expressie,
zijn de bronnen van Oostenrijk
als vooraanstaand wijnland
nog lang niet uitgeput. Rood is
minstens zo goed, verrassend en
uitdagend als authentiek.
tekst Fred Nijhuis
hij één van de ouders van de neronet, de rondo en natuurlijk
de zweigelt, de druif die Fritz Zweigelt in 1922 creëerde door
hem te kruisen met de blaufränkisch.
Zweigelt
Met de zweigelt (alias rotburger) oogstte Oostenrijk internationaal
gezien het eerste succes als herkomstgebied van
unieke rode wijnen. Producenten als Umathum scoorden
wereldwijn hoog met hun Zweigelts en dat stimuleerde veel
collega’s om ook met deze nog jonge druivensoort te gaan
werken. Sinds 2000 is het aandeel zweigelt substantieel toegenomen
en momenteel is hij zelfs de meest verspreide blauwe
druivensoort in Oostenrijk. De zweigelt vertegenwoordigt
met zo’n 4350 hectare maar liefst 9% van het totale, verder
door witte druivensoorten gedomineerde, wijngaardareaal.
Het feit dat de zweigelt zo populair is, is makkelijk te verklaren.
Hij is vorstbestendig, rijpt gemakkelijk, is bestand tegen
de meeste ziektes en verlangt geen speciale bodem of bijzonder
onderhoud in de wijngaard en geeft genereuze oogsten.
Vrijwel iedereen kan er goede wijnen van maken, variërend
van lichte eenvoudige tafelwijnen tot en met wijnen met een
fraaie complexiteit, diepgang, lengte en veel persoonlijkheid.
Bij een beperkte opbrengst ontwikkelt de zweigelt een structuur
die gemakkelijk een lagering in barriques aankan en het
30 Proefschrift september/oktober 2010
Proefschrift september/oktober 2010 31
Oostenrijk
Rubriek