3000 Series OM (Nov.08).qxd:12MAY3000OM.qxd - Audio-Technica

De Frequentie van de Ontvanger Handmatig Instellen
1. Druk eenmaal op de Modus/Instel (Mode/Set) knop; de "RF" en "AF" weergave
verdwijnen en alleen de frequentie wordt weergegeven op het LCD scherm. (De
ontvanger is nu in de Menu modus). Zie Figuur D-2.
2. Druk nogmaals op de Modus/Instel knop; het Alarmlicht gaat aan en de
weergegeven frequentie zal knipperen. (De ontvanger is nu in de Bewerk (Edit)
modus, Figuur D-3).
3. Gebruik de Op/Neer knoppen om de frequentie aan te passen. Druk op de Op of
Neer knop voor enkele stappen of houd deze ingedrukt voor versnelde stappen
door de band. Frequenties "stappen-en-herhalen" naar de andere kant van de
reeks, wanneer het begin of einde van de band bereikt is. Kies een frequentie die
geschikt is voor uw gebied, terwijl de frequenties van actieve TV kanalen
vermeden worden. (Zie de frequentielijst vanaf pagina 122).
4. Om de frequentieselectie te activeren, houdt u de Modus/Instel knop
ingedrukt.totdat "STORED" (opgeslagen) op het LCD scherm van de ontvanger
verschijnt. (Als u deze selectie niet wilt maken, drukt u eenmaal op de
Modus/Instel knop. Het woord "ESCAPE" (ga terug) zal korte tijd op het scherm
verschijnen en de ontvanger gaat terug naar de Menu modus).
5. Wanneer u gereed bent met het ingeven van frequenties drukt u eenmaal op de
Neer knop om naar de keuze "QUIT" (Ophouden) te gaan. Druk eenmaal op de
Modus/Instel knop om het menu te verlaten. ("RF" en "AF" zal op het scherm
verschijnen om aan te geven dat de ontvanger in de normale werkingsmodus is
teruggekeerd.
Zender Aan...
Schakel de zender in door de Aan/Stil (Power/Mute) knop ingedrukt te houden (Figuur
E/F) gedurende 1 tot 2 seconden totdat de rode "aan" indicator en LCD scherm
ingeschakeld zijn.
De Frequentie van de Zender Instellen
1. Druk eenmaal op de Instel (Set) knop en het woord "MENU" verschijnt klein boven
de frequentie. Druk nogmaals op de Instel (Set) knop en het knipperende woord
"EDIT" verschijnt rechts van "MENU". Zie Figuren J-3 en J-4.
2. Gebruik de Op/Neer knoppen om de zendfrequentie te veranderen. Druk op de Op
of Neer knop voor enkele stappen of houd deze ingedrukt voor versnelde stappen
door de band. Frequenties "stappen-en-herhalen" naar de andere kant van de
reeks, wanneer het begin of einde van de band bereikt is. Selecteer de exacte
frequentie die weergegeven wordt op de ontvanger.
3. Om de frequentieselectie te activeren, houdt u de Instel (Set) knop
ingedrukt.totdat "STORED" (opgeslagen) op het LCD scherm van de zender
verschijnt. (Als u deze selectie niet wilt maken, drukt u eenmaal op de Instel knop.
Het woord "ESCAPE" (ga terug) zal korte tijd op het scherm verschijnen en de
zender gaat terug naar de Menu modus).
4. Wanneer u gereed bent met het ingeven van frequenties drukt u eenmaal op de
Op knop om naar de keuze "QUIT" (Ophouden) te gaan. Druk eenmaal op de Instel
(Set) knop om het menu te verlaten. Het woord "MENU" zal van het scherm
verdwijnen om aan te geven dat de zender in de normale werkingsmodus is
teruggekeerd.
Instellen van de Niveaus
De juiste instellingen van de audio ingangen van de zender, audio uitgangen van de
ontvanger en de in- en uitgangsniveaus van de mengtafel/versterker zijn van het
grootste belang voor optimale prestatie van het gehele systeem.
Instellen van het Audio Ingangsniveau van de Zender
ATW-T310 en ATW T341 zender
Een instelmogelijkheid met 4 posities, toegankelijk via het functiemenu, voor de
versterkingsfactor van de audio ingang, dient om het audio ingangsniveau in
overeenstemming te brengen met de zender voor de beste modulatie met de minste
vervorming.
Beschikbare keuzes zijn +12dB, +6dB, 0dB, en –6dB. De standaard waarde is +6dB.
Kies de hoogste waarde die niet resulteert in overmodulatie, met de hoogste
audio/instrument ingangsniveaus (een AF indicatie op de ontvanger niet hoger dan "0");
let op het "AF" segment "+3/+6" indicatie en het Alarm licht van de ontvanger om er
zeker van te zijn dat zij niet veroorzaakt worden door de hoogste audio niveaus.
De rode LED indicatie van de zender, die normaliter aan is, zal uit knipperen als de
hoogste audio ingang het maximaal gewenste niveau overstijgt.
ATW-T371 zender
Voor het beste uitgangssignaal zonder vervorming kunt u in het instellingen menu de
gain in drie stappen instellen. De keuzes zijn: + 12 dB, + 6dB en 0dB. De standaard
instelling is +6 dB.
Bovendien bevindt zich bij condensatormicrofoons onder de windkap een
mechanische schakelaar waarmee men het signaal nog eens 6 dB kan verzwakken.
Pas voor het beste resultaat in eerste instantie de gain in het instellingen menu aan en
laat de schakelaar op 0 dB staan.
Mocht er meer verzwakking nodig zijn zet dan de schakelaar op -6 dB
RF Vermogens Regeling
De RF Vermogens Regeling van de ATW-T310 UniPak‰ kan op "RF HI" (30mW
nominaal) of "RF LOW" (10mW nominaal) gezet worden via het functiemenu. De
standaard instelling is "RF LOW". Terwijl de hoge instelling normaliter een maximaal
werkingsbereik geeft, zorgt de lage instelling voor een langere levensduur van de
batterijen. Ook kan de lage instelling de voorkeur hebben bij multikanaals systemen of
wanneer gewerkt wordt in de nabijheid van de ontvanger om de mogelijkheid van
storing of overbelasting te verminderen.
RF Storing
Besef dat draadloze frequenties gedeeld worden met andere radiodiensten. In
overeenstemming met overheidsregulaties is het zo dat: "acties van draadloze
microfoons niet beschermd worden tegen storing van andere gelicenseerde acties in
de band. Als enige storingen worden opgevangen door enige overheids- of nietoverheidsactie,
moet de draadloze microfoon ophouden met werken..."
Mocht u verdere assistentie nodig hebben met de bediening of selectie van frequentie,
kunt u contact opnemen met Audiopro-distribution 020-4481057. Uitgebreide draadloze
informatie is ook beschikbaar op de Audio-Technica website: www.audio-technica.com
of www.audiopro-distribution.nl.
Wanneer de zender aangeschakeld wordt en in de normale werkingsmodus is, zullen
de "RF" signaal segmentmeters van de ontvanger van onder tot boven weergegeven
worden, waar meer segmenten een verhoogde signaalontvangst aangeven. Voor
optimale prestatie zouden minimaal vier, maar liever vijf of meer segmenten van de RF
indicators weergegeven moeten worden.
N
E
119