Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

der stede Franeker, intervenierende voor Ca~stiaen ( Corstiaan?) M ( orestete?) tafelhouder, der
leningen te Bolsward. In Factis binnen 2 mnd. peremptoir.
Rintse en Folkerd Johannes zonen als voormonden over Wijger Johannes weeskinderen, req.
Contra Lijsbet Jacobs gereq. HET HOFF restituerende de req. tegens verloop van tijd; gunt
hem alsnoch de tijd van 3 weken om zijn produktie te mogen doen. .... en in de kosten tot 's Hoffs
tauxatie.
81.
De erfgenamen van Mense Gratema, Erasmus Gercx (?) voor hem zelve, de erfg. van Grietie Jans,
de wed. en erfg. van Broer Foeckes ( Fockes) en de erfg. van Tyaard Tyebbes, alle geprefereerde en
onbetaalde crediteuren, van Rijurdt Ockes en Rixt Monte dr; Contra De erfgenamen
van Sicke Tyallings. HET HOFF gezien de exceptie van de req. in conclusione, post
interlocutorum, gedaan van de presentatie van het 7e en 8e en 9e artikel, van het debat, cond. de
gereq. om dienvolgens na gedane liquidatie, de req. en de andere crediteuren die nog zijn onbetaald,
die niet de penningen onder de commissaris hebben gebracht, en niet hebben kunnen worden
betaald, te voldoen en te betalen voor zovele deselve voor Gabbe Jans, Beenke Gabbes en de
anderen waaraff gerequireerden het recht bekomen hebben, zijn geabsolveerd, ende uit bewegende
oorzaken compenseert de kosten.
1 oktober 1614.
Hessel Lijuwes ten Pingjum, Contra De Gedeputeerden deser Landschappe, en Jan
Henricx ontvangenr, in Factis.
Frans Jacobs, brouwer te Haarlem, voor hem en zo veel nodig onder verband zijner goederen
caverende de rato voor Jannecken Jans dr. zijn e.h. Contra Mr. Wouter van Buren notaris en
postulant binnen Harlingen. HET HOFF cond. de ged. het reversaal ten processe geroerd Dr. Syurd
van Hannia (!) Rd. Ord. en voorgaande Commissaris; in schrifte te brengen, en te gedogen dat op
quitantie getekend werde, telkens als de req. of zijn gelastigde enige penningen onder de presentatie
bij de impt, concludidendo gedaan sal ontvangen en mede in de kosten.
82.
Cornelis van Aengium ende Dr. Sixtus Peima adv. v.d. Hove, met consent van de erfg. van de vs.
Cornelis, Contra Gerrijt Dirks te Wijns, uit naam van Rints zijn huisvrouw.
HET HOFF tauxerende de jaarlijkse huur met de schaden en intressen van dien tot het jaar 1609 op
754 g.gld; en te betalen onder deductie hetgeen er op betaald mag zijn, onverkort des impts.
vermeende rechten en de gedaagde zijn defensien ter contrarie.
Jan Lyuwes, lijndraaier, en Ins Reins dr e.l. te Makkum contra Fopke Sijdses voor hem
en als m.e.v. van zijn huisvrouw, voor hem zelven de gerechte 456 c.gld 10 strs. als reste van
meerdere somma, aan de impt. te voldoen, en als voogd van Trijn Tijepke dr. zijn e.h. de helft van
deselve somma, alles met schaden etc; .... nochthans dat de borgtocht van Allard Eppes ten volle
geëist werde geëxhibreerd; en dat de ged. in beide v.s. qualiteiten met een betaling van het percheel
zal mogen volstaan, en om redenen compenseert de kosten.
83.
3 okt 1614.
Pibe Jurriaans Brantsum als voogd van Eelck Taco dr. zijn huisvrouw en c.d.r; Contra
Oene en Feike Jungers te Midlum, Jelke Johannes als man en voogd van Sibrich Jonger dr; te
Minnertsga, Hanke Bottes als vader en leg. adm. van zijn kinderen bij Lolck Jonger dr; en in die
qual. erfg. van Jonger Sibrands hun vader, resp bestevader. IN Factis voor Runia. Binnen 2 mnd
peremptoir.
Jelke Johannes dr. wed. wln. Mr. Hesselius Rheen in leven predicant te Midlum, nu e.h. van
Abraham Womelius predicant te Hempens, voor hem zelven en mede als wett. voorst. van haar knn.
bij de vs. Rheen, en met consent van haar tegenwoordige man. Contra Aesge
Gerrijts en Doeke Sibes als kerkvoogden te Midlum. HET HOFF rejecteerd de exceptie en cond. te
ged. te antwoorden op de eis van de impt; reserverende de kosten.