Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

........ te compareren voor de commissaris ..... POINTEN: Oft de zate en landen ten processe
gemeldet, Godschalk ten Indijck aangeervet zijn, dan of hij die gekocht heeft, oft also aliquo titule
singularis possedeert? En indien ja,van het aangekochte de koopbrieven te recouvreren. 2. Oft
deselfde sate en landen ende de landen en de zate genoemd in het extract van de ombrenge (! N.B.)
van den jaren 1511 de op de naam van Loke Weggers ? aangebracht één zate en landen zijn. 3. Oft
perselen van landen en stukken in de overgelegde presentatie genoemd, en op de naam van Folke
Wiggers aangebracht, accorderen met de percelen van de landen en stukken van gedaagdes zate, en
waarom de 2 ½ pondemate in de extracten een floreen te huur gedaan hebben , indien het de landen
zijn, nu niet meer als een carulus gld doen ende daarna verhoogd zijnde, niet meer als op een goud
gulden verhoogd zijn. 5 Hoe groot dat lapke lands Coldu genoemd, is? 6. Oft de patroons en
prebendarius landen gegeven landen zijn.
313.
Lijsbet van Raad, e.h. van Aarend Martens Saab, binnen Leeuwarden; impt. Contra
Jan Heers te Kollum, en Henric Demeunch factoor van Hans van Campen ged.
.......... voor de commissaris..... POINCTEN ... 1. Oft de akten van zekere 600 Poolse guldens de
actien op de koopman van Amsterdam op Lyuwe Jans te Collum item op verscheiden personen
binnen Groningen en in de Omlanden, en Bellingwolde en op het Tessel niet zodanig zijn, dat
daarvan niet is gecoomen oft kan komen. 2. Ende indien daarvan iets gekomen is, hoeveel. 3.
Wanneer de betalinge gedaan is, 4. Tot dien fine te recouvreren instrumenten en quitantien. 5. Oft
Lijsbeth Henricx niet na date van de scheidinge verscheiden betalingen gedaan heeft, aan
crediteuren van Aarend Martens.
Tyalling van Camstra Contra Hessel Gatses tot Harlingen, als v.v. Rints Jacobs dr;
Banga zijn e.h. en c.d.r. HET HOFF verklaart de appellant niet bezwaard door het vonnisse bij
de Nederrechter.
314.
Wijtse Reiners, stadsmetselaar binnen Leeuwarden, als vader en voorst van zijn kind bij Monck
Gerbrands dr.applt Contra Dr. Theodoretus Tiara, adv. voor dezen Hove, als cessie
hebbende van Michael Hutter, alias de Bock, en Maaike van Aylve in tijden e.l;
............ niet bezwaard....... bij het vonnis van de Nederrechter.
Uulcke Solkema, te St Niclaasga, als man en voogd van Anna Hoitema, en c.d.r. Contra
Homme van Hoitema op de Jouwer. HET HOFF ord de ged. de impt. te betalen 412 g.gld
vier sts. en 8 penningen, en nog 3 gelijke guldens te meije 1612 verschenen, ende voorts alle
volgende meidagen te verschijnen, zolang partijen moeder zal wonen in de huizinge de impt.
toekomende, oft anderzins gedogen dat de impt. de drie guldens van de bruiker van de huizinge
ontvangen , met schaden etc....
315.
Sijtse Jelgers te Sexbierum Contra Pieter Jans te Steens, cur. over Douwe Douwes.
HET HOFF cond. de ged. pro quota te betalen 350 g.gld; met schaden etc... verklarende de impt.
tot zijn vorderen eis niet ontvangbaar.
18 juni 1613.
Jfr. Tzeets van Grovenstins, als moeder en wett. voorst. van haar knn bij wln. Poppe van Andringha
getogen, en Aarend van Loon als cur.over Isbrand van Andringha,'s kinderen Contra
Eco Isbrandi, als volm. van de erfg. van Jacob Sixma HET HOFF de competentie van
partijen tegen elkander goed pres...eerd te hebben ende daar te boven de ged. de gereq, te betalen
933 c.gld 14 strs. 8 penningen, des dat daarinne de intressen tot date dezes gerekend zijn en
verklaart de baer tot de selve somme executabel, en de req. nopens zekere punten van haar deductie
niet ontfangbaar.
316.
Johannes Sannes, grietman van Visvliet, als m.e.v van Jfr. Margaretha van Bootsma, gewezene
wed. van Buwe Tadema; Contra Sibrand van Hettingha als voorm over de knn.
van Sypt Bottes ged. HET HOFF verklaart de ged. ongehouden op de eis van de impt. te
antwoorden.