Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

124v.
Hendrik Claes burger binnen Leeuwarden, al voorstander over zijn dochter Geertien, nog
minderjarig zijde; impetranten Contra Minne Falck gedaagde. HET HOFF cond. de
gedaagde zijn actie alsnog binnen 2 maand in te stellen, bij gebreke van dien interponeert
perpetuum silentium, cum expensis en met boeten.
Roeleff Jochims in qlt impt. Contra Eijdse Terwisga, ged. .... wederomme voor
Ulenburgh die hen zal verstaan etc.... en dan den Hove rapport doen.
Gabbe Jans in qlt. imp. Contra de erfg. van Sicke Tziallings. HET HOFF houdende de
exceptie aan des gedaagdes zijde voor geconcludeerd, cond. hem peremptoir op de eis van de impt.
te antwoorden. Onverkort zijn middelen peremptoir ten principlale en comp. exp.
Sijurd Seerps, impt. Contra Rijurdt van Juckema, ged. In Factis voor Hannia
,binnen twee maand peremptoir.
Anna Geerts exc. Contra Ernst Assies excipient, het HOFF verklaart de exp-de alsnog
gehouden te zijn met de eisende partije ad litem te contesteren. Reserverende de kosten.
Sijts Dirks impt. Contra Sipcke Sipckes In Factis binnen 2 maanden peremptoir.
Hessel van Hermana Contra Haije van Scheltema ged. In Factis b. 2 mnd per.
Sibrand Unia (vania?) c/ux Contra Cleas Jacobus c/ux. HET HOFF houdende de
obligatie..... leeg.
Jacob van Loo impt. en excipient. Contra Sickien Brandenburg, ged. HET HOFF
rejekteert de exceptie, cond. de ged. peremptoir te antwoorden op des impt. eis, nopende de
verzochte rekening van inkomste en ball? En het emploieren van de penningen tot afdoeninge der
schulden mitsgaders het bevrijden voor de helfte van deselve schulden; verklaart haar van haar
vordere citatien van eijsch, onthouden te zijn, te antwoorden ofte haar litem te contesteren,
onverkort partijen pacht (?) neffens de ingekomen rekeningen bevonden....
125v.
Douwe Abbema impt. en exc. Contra Sijuck van Wijngie (Vinia) ged. HET HOFF
rejekteert de exceptie en cond. de ged. de besogne (?) over te leggen en peremptoir op de eis te
antwoorden. Res. Expensis.
126.
1619
DE EERSTE RECHTDAG GEHOUDEN DE 19e JAN 1619 ( dus voor de 2e keer?)
Rienck Hoijtes appelllant Contra Intse Jouckes appelleerde. In Factis in forma.
De overste Georg van Lijauckema req, en triumphant Contra Douwe van Hettinga te
Wommels, als cur. lit. over Tialling van Camstra, de jonge, en Jfr. Tijemck van Aebinga, wed. van
Tialling Campstra de oude, haar man, en als voorts van haar kinderen Homme en Goffe Camstra.
Req-de. HET HOFF cond. de gereq. de immissie en oppositie tegen de sententie van 19 mei
1618 gedaan af te doen, ord. dat deselve zijn voortgang zal hebben, onder genoegzame cautie, bij de
triumphant in zijn repliek verhaald, zo voor de melioratien impensens, als verkochte Veris (?) als
mede aangaande de vruchten profijten en emolumenten die aangaande. En compenseert de kosten.
126v.
De 27 jan 1619.
Meile Outgers Contra Anne Jouckes c/ux In Factis binnen 6 weken peremptoir.