Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

Reinere Hardij(s) als man en voogd van Andrieske Allerts als last hebbende van de wed. en erfg.
van Frans Allerts en Eesck Allerts geass. met Freerck Heerckes haar man, en Andrieske en Eelck
ook erfg. van Ebel Allerts dr; voor hun interessen n zich voegende bij de vs. Haye, en onder
verband van goederen caverende de rato. HET HOFF tauxeert de intressen tot 135 g.gld; en ord.
dat de excutie van de sententie van 15 juli 1618 haar voortgang zal hebben; cum expensis.
Douwe Intses wonende te Wirdum, Contra Jan Sijurds aldaar; ged. HET HOFF
cond. de ged. ter zake van injurien en de applt. 6 c.gld te betalen.
Sijurd van Gorda ( Goorda?) in Menaldum Contra Jan Sijurds te Wirdum, HET
HOFF cond. de ged. ter zake van injurien de impt. te betalen 8 g.gld. Cum expensis.
141v.
Den 12e april 1619.
Mr. Wilhelm Dornebos req. Contra Pouwels Hiddes gereq. HET HOFF viderende
het incident cond. de gereq. te gehengen en te gedogen dat bij de pers....n van Aggae Nicolaij
getuigenissse de waarheid op des req's artikelen geschiede, onverkort req's recht. En reserveert de
kosten tot het einde der zaak.
Joost en Jan Feikes zonen, en Gaets Rompckes als m.e.v van haar kinderen bij Eme Joostes, haar
overleden man, in die qual erfg. van Impck Jans dr. hun moeder, en resp. oldemoeder. req. en
triumphant Contra Fecke Joostes gereq. en gedoemde in conv. en in reconventie.
HET HOFF verklaart de gedoemde met het overgelegde inventaris niet te mogen volstaan, cond.
hem dit te vergroten met ca 7 ½ pm te Nijekerck in Leeuwarderadeel (?? waar?) of evenveel
Billands van Meinard Sibrands verkregen, met nog de helft van achtste half ( 7 ½ ) Billand, met de
halve huizinge, levendige have, en inboelen ten tijde van Imck Jans versterven bevonden of anders
de rechte estimatie aan de triumphant te betalen. En de helft van 1050 c.gld; onder deductie van 300
glds. van Impck ingebrachte roerende goederen, en de helft van 300 c.gld van de vruchten van de
Billanden, mitsgaders de halve uitschulden, doodkosten en uitvaart van de Imck, en deselve
goederen voor ¾ part of de aestimatie bij scheidinge en delinge de triumphant te doen hebben, en te
laten volgen; verklarende de sententie van 5 febr 1614 voor executabel, en partijen daarenboven zo
conventione als in reconventie niet ontvangbaar; en zich met de ingebrachte stukken bij de
uitvoering van de sententie mogen behelpen. En compenseert de kosten in beiede instantien.
De 13 april 1619.
Jan Martens Gravius ontvanger over Wijmbritseradeel; als volm. van de ingezetenen, en Gravius als
cessie hebbende v. Upcke Cnossens, nu bijzitter in het vs. deel, en Willem Radijs mede
deurwaarder van den Hove, en Douwe Abbema triumphant van brieven van executie. Contra
Jfr. Tet van Douma, wed. Sijdts van Botnia; in leven grtm. van Wijmbritseradeel. En Sijds
van Botnia hun zoon; verspierders en obposanten. HET HOFF adproberende de besognen van de
deurwaarder interponeert daarop decreet dat dat de landen nog eenmaal over de kerke en het gerecht
zullen worden geproclameerd, op de 4e mei aanstaande; en cond. de gereq. zijn handen te ijdelen
van de koopsom zo hij aan de koop geraakt, des, dat de artikelen van de verkoping in het reguard
van des deurwaarder's salaris niet weder (?) worden adprobeerd en admitteerd als nae rechte. Om
redenen compenseert de kosten.
142v.
De 16e april
Michiel Etes, Contra Jan Claes cum uxore. HET HOFF ord. partijen voor Hannia:
POINCTEN.1. Oft in het handelen van de overdrachte der ontruiminge uijtdrukkelijk bedongen is
geweest dat de impt. het getal van 80 pm zoude leveren. 2. Ofte de buitenlanden ooit gemeten en
onder de 80 pm mee geteld zijn? 3. Indien beide ja; waar daarvan in den koopbrief niet is gedacht.
4. En of in het aangaan en het bevestigen van het zelve enige mentie is gemaakt van het getal der
pondematen.?
Ancke Pieters req. Contra Take Kempes, gereq. HET HOFF cond. de gereq. te gehengen
en te gedogen dat Pieter Everts Doede Pieters en Griet Pieters als getuigen op des req.'s artikelen