Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

mede erfg. van Jelte Heres, Req. Contra Pier Annes te Harlingen, Duco Annes te
Leeuwarden, Watze Annes te Oldega, in W. br. Deel; Johannes Edes ten [ PAG 346.] Dokkum als
m.e.v. van Sibbel Anne dr; Ancke Watze dr. te Rheen, en Lisck Hessels te Itens gereq. HET HOFF
cond. de gereq. voor zo veel zij erfg. zijn van Trijnke Watze wed. de req. te betalen 98 g.gld met
schaden etc...... en in de kosten tot 's HOFFs taxatie.
Lolle Piers te Oudega in W-Br- Deel, impt. Contra Duco Annes te Leeuwarden; Watze
Annes in Oudega, Sibbel Annes e.h. van Johannes Edes te Dokkum. .... niet ontfangbaar.......
21 okt 1615.
Cornelis Floris Dienaar der Goddelijken Woords te Pingjum, als voogd van Dieucke Pibe dr; zijn
e.h; en Rijck Jans zn. in Leeuwarden voor hem zelven en Jacob Jans als voogd van Mints Jans dr.
zijn huisvrouw req, [ PAG 347.] Dirck Jans zeepzieder binnen deze stede; HET HOFF verklarende
de artikelen van vekoping ten libelle gemeld executabel, en cond. de ged. genoegzame borge te
stellen voor de beloofde koopschat van de verkochte huizinge c.a.; of anderszins bij gebreke van
dien, te gehengen en te gedogen dat deselve huizinge opnieuw worden opgehangen en verkocht en
zijn oppositie kosteloos en schadeloos af te doen, en de req. pro rate te boeten, en te betalen hetgeen
de huizinge minder geraakt op te brengen, en alsmede te refunderen de kosten uit zaken voren
verhaald, gecauseed of andersins de req. daaraf te indemneren, alles met schaden en intressen etc....
Jan Spencer, hopman van een compagnie Engelse soldaten, Contra
Bartel Willems Liddel schipper te Harlingen. HET HOFF cond. de ged. ter zake van injurien aan de
impt. te betalen 48 g.gld; en voorts niet ontvangbaar en in de kosten tot 'sHOFFs taxatie.
348.
Douwe Hottie zn. te Goutum als volmacht en procuratie hebbende van de adm der geestelijke
goederen in Warga; triumphant Contra Wouter Jans als cur. over Wilcke Tijs zn. erfg.
van Tijs Jans onder ben. v. inv. en resumerende de proceduren bij de vs. Tijs en als geïntervenieerd
hebbende voor Sijeurd Molles en Taeke Hotzes gesustineerd gedoemde en gereq. HET HOFF
taxerende de schaden en intressen van het gemis van 18 einsen lands van het jaar 1582 tot 1599 ter
somma van 727 g.gld; ord. dat de sententie van het gerecht van Leeuwarderadeel d.d. 30 april 1702
haar voortgang zal hebben, incl. de sentie in cas van appel van 15 juli 1611; onverkort gedoemdes
recht van beneficie van inventaris en cond. de gedoemde in de kosten van de proceduren.
Reijner Jans burger binnen Harlingen Contra Jarich Gerrijts Knijff voor hem en
vanwege de andere erfg. van Eelck Hanne dr. HET HOFF verklaart de applt. bij het vonnis van de
Nederrechter niet bezwaard, onverkort zijn recht bij nieuwe instantie, nopens de penningen
compensatie gepretendeerd tegens de applt; en zo hij vernemen zal zijn defensien ter contrarie. En
cond. de appelleerde in de kosten tot 's HOFFs taxatie.
549.
Reijner Jans als voren Contra Jarich Gerrits Knijff voor hem en voor de andere erfg. van
Eelck Hanne dr. e.h. van Watze Sibes. Het HOFF verklaart de applt. niet bezwaard bij het vonnis
van de Nederrechter.
Mr. Gerard van Leeuwen mede adv. voor den Hove van Utrecht, voor hem en als erfg. van Henrick
van Leeuwen. Contra Jan van Leeuwen ged. in cond. en eiser in reconventie.
HET HOFF verklaart het accoord. van 28 febr 1613 executabel en dienvogens cond. de ged. aan de
impt. te betalen de somma van 158 c.gld; en 15 strs. De eerste nov. 1613 verschenen; onder
deductie van 144 c.gld 4 strs, daarop betaald, ende voorts op alle novemberdagen tot 19 jaren toe,
om de impt. gelijke 158 c.gld 15 strs te betalen, en om de impt. voor zijn quote te guarranderen, van
alle koop en pacht penningen der veenen en intressen van dien en de koopbrieven en instrumenten
te leveren in de gemene sterfhuis kiste. Voorts de impt. kosteloos en schadeloos te guaranderen van
de schuld van Gerrit Vermeij en Claes Hendriks zn. Herdenberg; voor zoveel de impt. zo van
kapitaal als intressen en kosten betaald heeft, mitsgaders van de borgtochten, in de 42e en 43e en
volgende artikelen en daarenboven de impt. als mede erfgenaam te betalen de 4e part van 893 c.gld;
2 str en 2 penn. in het 51 artikel van de libelle gemeld. Volgende het slot van de rekeninge, met