Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

moeten ver..... 4 . Te recouvreren het sch... van 500 g.gld; van Pieter ..........
opgenomen, volgens de 16e post van de aanwijzing. 5. Of de schuld van Offke Pauwels als een der
schuld (vlek) ook bepaald is ende waarom... ; de quitantie te recouvreren, 6. Oft de huren en
renten van Hommema zate en van Jfr. Dekema landen na de aankoop van de vs. state en landen
onder staande echte .... van Osingha niet mede voor de helfte hebben toegekomen? .. het
coopcedul van wln. Osingha en gedoemde opgerecht en die te recouvreren. 7 . Zal voorts de
gedoemde de principale brieven bescheid, ( daar van koop te p..... ) in cause zijn overgelegd den
triumphant vertonen om daarop als meer ... op ... de posten van de inter....
minder bij deselve ... te worden se... bevonden zullen alsulke de gedoemde defensien in
contrarie.......... ( heel dicht en onduidelijk geschreven)
537.
Ulbe van Ailwa vanwege zijn knn. bij Jfr. Reentien van Oosingha, en Mr .Eijsso van Lyklema voor
Jfr. Jel van Osingha, zijn e.h Contra Jfr. Imck van Dekema geass. met Haie van
Scheltinga, haar man HET HOFF liquideert de ..... van de g... ter versterven van [ 538]
Sibrant van Osingha, [ 538] bevonden de rest van 22 g.gld de huren van derdehalve pm. tot
Wtmaarsen (?), en 45 g.gld de intressen van 200 g.gld bij Jel van Osingha en haar broeders
verschoten, tot 136 g.gld; en het andere geld van Wtmaarsen (Witmarsum) staande echte vervallen,
tot 17 g.gld 19 strs; en ord. dat de helft van de vs. sommen haar voortgang zal hebben, alsmede de
helft van de navolgende percelen, als 2 zilveren bierbekers, een half dozijn zilveren lepels, 4 ½
dozijn fijne servetten, ongedeeld gebleven, boven de speciën in het getuignisse van Tiammings en
Jfr. Anna van Espelbach, uitgedrukt voor Jfr. Everard(a) van Dekema, gerezen, vooruit beholden
heeft, als mede de helft van vleischvaten, en verklaart de gedoemde met de 29e punt van zijn
presentatie te mogen volstaan; cond. voorts de inschulden de req. te laten volgen ongekort deselve,
in exsequitione (?) hun recht nopens de vergrotinge van Aeff Meinerds post, en verklaart de
triumphant voorts niet ontfangbaar.
Tite van Peima te Lyussens, impt. in conv. en ged. in reconventie. Contra
Schelte van Aebingha te Hallum, als voogd van Jfr. Gerlant van Liauckema, zijn e.h ; en Schelte als
last hebbende van Sicke van Liauckema domheer te Osnabrück, en Paderborn, en Jfr. Luts van
Liauckema te Franeker, zijn huisvrouwen resp. broeder en zuster, en Adam van Paffenrode, als v.v.
Jfr. Imck van Liauckema, zijn e.h.; allen erfg. van Catharina v. Liaukema hun overleden zuster.
HET HOFF verklaart de impt. tot zijn eis aangaande de relaxatie der landen niet ontvangbaar, en
wederomme te compareren voor G. Hillema, die hen alsnoch zal verhoren, etc; en daarvan rapport
te doen. EN IN RECONVENTIE recht doende, cond. de ged. om de impt. van 8000 g.gld in enkele
artikelen genoemd, te doen behoorlijke rekeninge, bewijs en reliquia. En te leveren het principaal
testament, van de vs. Catharina, mits latende de gedaagde authentieke copia, zo wanneer het nodig
mocht zijn, daar te boven de impt. over te leveren alle instrumenten, brieven artikelen etc; der
nagelaten erffenisse, Jfr. Catharina, concernerende en in haar sterfhuis of elders bevonden, en onder
de gedaagde berustende, verklarende de ged met de presentatie in zijn 38e artikel te mogen
volstaan, en aangaande de eis Quarto fulcredius te mogen volstaan, en de impt. verder niet
ontvangbaar.
Maike Frans dr. Mol voor haar en als voorst. van haar kinderen bij Harmannum Ras, medicus
Doctore binnen Leeuwarden. Contra de voornoemde Hermannum.
HET HOFF cond. de ged. de impt. tot alimentatie van het kind ten processe gemeldt, te betalen de
somma van 50 c.gld;de 9e mrt 1610 verschenen, en in alle volgende jaren op de 9e maart gelijke
somma, en deze zolange te betalen zal de alimentatien, zonder haar tot den echten staat te begeren,
ende nog de ged. daarenboven het vs. kind met kleding, linnen, wollen te verzien, voorts ook te
gehengen en te gedogen dat de impt .het kind bij haar hebben en houden zal ter tijd zij ..... te
hijlcken, alles met de schaden en intressen, .... ende voorbeholden haar impt. en haar kind haar recht
te gelegener tijde neffens de successie en vordere poincten in de eis gesteld, zo ende bevonden zal
worden en de gedaagde zijn defensien ter contrarie en cond. de ged. in de helft van de kosten....
540.