Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

Meijke Ebes erfg. allen erfg. en protestanten.[ PAG 98] En ged. HET HOFF adproberende de
besognen van de deurwaarder, interponeert daarop decreet dat de koop van de huizinge nog
eenmaal over de kerke en het gerecht zal worden geproclameerd .... en de gedoemde zulks te
gehengen en te gedogen. En in de kosten.
(89.)
Albert Wijfferingh voor hem en als cur. over Geert en Antie Wijfferingh zijn broeder en zuster,
Eligerende domicilium citandi ten huize van dr. Jelsinus ? Lenzius ? Advcaat voor den Hove, als
voogd van Hermentie Wijfferingh, zijn e.h; Joachim Ouwerdijck als voogd van Joanna Wijfferingh,
en Anne Eijsses als cur. over de ontscheidinge van Margaretha Wijfferingh, zijn schoondochter, en
c.d.r. onder verband van goederen gereq. in conventie en gedoemden in reconventie.
Contra Mr Johannes Franckena utriusque Juris licentiatus voor hem en vanwege
Hille Hans dr; als moeder en wett voorst. bij Johannes Franckena, ... Martinus ten Hoor, adv. v.d.
Hove en Sixtus Peijma vanwege Johannes Wilts ten Hore, voor hem en als last en proc hebbende
van Anna Franckena en Wiltje, Ancke, en Trijnke Frankena, zijn broeders kinderen, en in die qual
erfg. van Abel Frankena ook req. in conv. en gereq. in reconventie.
HET HOFF ord, dat de executie van de sententie in date 23 mei 1615 zijn voortgang zal hebben, op
de zilveren kroes met M.N getekend volgens het 22e artikel van [PAG 98V] op het libel ofte de
huisraden, voor zover deze de somma van 100 c.gld niet excederen, sampt van de meubelen in het
23e artikel exempt die daaraf bevonden zullen worden en Ebel Franckena ende Jffr. Margaretha van
Naarden in het particulier toekomen; voort op de helfte van de penningen in het 25e artikel voor
zoveel die niet zijn van ?engelse penningen, en bij Abel Franckena te echte ingebracht, en van zijn
afgehouwenen bomen , ende te zijn geprecedeert van obligaties met de nummers 155 tm 186, alles
van landen gronden en huizen,en renten met de nummers 29, 33, 60 72, 73, en 95 tot 213; uit de
“lijst” van de ingebrachte goederen van wln. Jfr. Margaretha van Naarden, met ook de goederen
van Maria van Naarden. Item, de goeden ketten, de zilveren schalen, lepel en de verdere goederen
in het sterfhuis niet bevonden, sampt de resterende goederen van het 21 e artikel, de resterende
meubelen in de “Burtke”. Item de andere obligaties en de koopbrieven, van dit en het 28e artikel, en
bevindt het proces niet in state om eintelijk getermineerd te worden, ordonneert hen te compareren
voor Jongema, Rd. Ord., ende in reconventie rcht doende, cond. de triumphant aan de req. uit het
sterfhuis te laten volgen de klederen van linnen en welken tot hun wln. oom Abel Franckena's lijf
hebben behoord, zijn signet en zijn rappier en zijn poignard, item de boek(en) en acten die hij gehad
mag hebben, en hij aan Jfr. Margaretha van Naarden en de helfte van de boeken staande echte met
haar aangekocht, des dat de triumphant dan ook tot hem zal mogen nemen die boeken die van
Marten van Naarden en Albert Wijfferingh bevonden zullen worden in hun sterfhuis te zijn. En de
andere helfte van de aangekochte boeken, mitsgaders de helfte van de triumphant silveren leppelen,
ende d.... van groten zilveren zijn met een schrifte beroerende van Doccum, voorts gehoord de eed
bij de heer Jelbemin(- num?) Lentz, gedaan, condemneert dezelve in den sterfhuis te leveren twee....
..... acten, een verguld en een onverguld. Een globen en een tafel alle bij de vs. Abelo Frankena
ontvangen, nog de ingebrachte en aangeërfde goederen, bij wln. Ebel Franckena, het Engels geld,
de silveren lepelen, in de doos waarop geschreven staat: n... io..... labore sed relicta (??) de
afgehouwenen bomen, bosschen sampt de boeken bij de vs. Lenz ontvangen. Bevindt het proces
niet in state eintelijk te termineren en ord. partijen te compareren voor dr. Gellius Jongestal, en
voorts op POINCTEN: Verklaart daarenboven partijen in reconventie niet ontvangbaar. 1. Te
recouvreren ofte maken staat van goederen die de impt. Margaretha van Naarden gehad mag
hebben, als zij met Abelus Frankena in echte getreden is. 2. Wat goederen daaraff staande echte op
getekend (?) zijn, te wanneer, tot wat sommen, en wat de penningen mogen zijn,bekeerd. 3. Ofte
ofte de 300 Lb, staande op het comptoir van Holland in de annotatie van het 5e artikel an het Libelle
geroerd, ingebrachte goederen, zijn van gemelte Jfr. Margaretha; uit wat goederen deselve
opgebroken ofte anders haar aangegeven zijn. 4. Of de goederen die wln. Albert Wijfferingh van
Jfr. Margareha zijn moeder in berns ontvangen heeft, bij goede prijseringe belopen en de duizend en
500 Lb. ( = c.gld) volgens de gemelde annotatie. Ofte zonder de gemelde staat van Jfr. Margaretha
ook is geweest het gouden ketting, en andere juwelen, in den sterfhuis niet bevonden, volgens de
artiklen in het libel. 6. Ofte Jfr. Maria van Naarden ook inboelen en huisraden heeft nagelaten, ofte
deselve zijn gescheiden onder haar ergenamen, ofte andersins bij boelgoed verkocht, en tot wat