Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

meijer daar onder gebruikt worden? 4. Oft enig onderscheid is tusschen het dat de landen liggen na
de olde ontvang, oft datelijk leggen na naam en faam? 5. In wat stukken deze vier pondematen de
triumphant toegezegd zijn liggende? 6. Oft deselve stukken liggen na olde behoringe of na naam en
faam.
262.
Joannes Georgij postulant te Wolvega, Contra Andries Gerwerts tot Peperga, en Hans
Johannes ged. HET HOFF cond. Andries Gerwerts een der gedaagden om de impt. nopens
de 52 c.gld; ten libelle gemeld te guarranderen; costeloos en schadeloos af te doen, en mede te
betalen 7 c.gld alles met schaden etc;... en verklaart de impt tegen Hans Johans niet ontfangbaar.
Trijnke Lamberts nagel. wed.van Buwe Claas zn Siccama, als cessie hebbende van Sicke Jukes,
impt. Contra Peter Jans voor hem en als m.e.v van Jets Pieters zijn e.h. gedaagde. HET
HOFF ord de ged. de impt. te betalen 25 en 14 strs;met schaden etc.
Wate Harkema triumphant; Contra
Wigle Roukema, Frans Meinds , Gerrijt Broers Ebe Broersma, en Botte Rijurdts gedaagden.
HET HOFF vergrotende de req. ontvang met 116 c.gld 14 strs, passerende deselve voor uitgave,
120 c.gld 18 str; 42240 c.gld; 200 c.gld; 1530 c.gld 1044 c.gld; 1289 c.gld; 1200 c.gld; 150 c.gld; in
een groot aantal artikelen genoemd, en ontzegt de req. enige bedragen in andere artikelen genoemd;
en compenseert de kosten; voorts te compareren voor de commisaris......
POINCTEN: 1. Wat Wate Harkema heeft voorgeschoten uit de penningen van de Compagnie, en de
oft hem bij den compagnie goede gedaan zijn, bij wel wezen, van haar Am....
2 . Oft Gerrijt geen penningen van de somma in quitantie van den 23 okt 1603 uit genoemde
ontvangen heeft? Indien neen, waarin zijn name mede ten processe verhaald plaats, manier
waaromme hij die niet mede ondertekend heeft. 3 Aan wien , wanneer en in wat voege Uble Wierds
de 606 c.gld 18 strs 10 penn. uitgekeerd heeft. 4. Oft Ebe Broersma de 486 c.gld 12 str 4 penn, in de
questie van wijlen Roukema van de 13 juli 1603 genoemd ontvangen heeft, en tot wat huur(?);
Waarom Roukema in de quitantie heeft laten stellen dat dese Ebe Broersma toegesteld zijn, en oft
Ebe deze ontvangen heeft, tot profijt van de compagnie., waar verrekend of aan wie. 5. Oft Folkert
Claes de 225 c.gld in Reiken Luitiens quitantie gemeld, onder hem gehad heeft en wanneer? Item
oft hij dan niet de gehele aan Harkema verrekend hebben, en waarom niet. 6.Bij wien de
strijkpenningen zijn genoten, en hoe die bekeerd of gedeeld zijn, uit wat penningen de zuivere
goederen betaald zijn, en de quitantien daarvan te recouvreren; ende oft bij Harckema een .... over
geleverd is bij het slot van de leste dec. 1603. 8. Ten respecte van wat Mr. Jan Lamberts de 7 lb.
betaald zijn, uit wat oorzaken Ebe Broersma de 6 lb. van Ite (?) Wijgers ontvangen heeft, en
waarom hem Ite bij Wate Harkema zijn wedergegeven. 9. Oft de quitantien den 29 juli 1603 Ebe
Broersma des collectantes en ook gepasseerd onder Harckema ontvangen zijn begrepen en waarom.
263.
Jan Epes te Collum req. Contra Tseetske Lyuwe dr; het HOFF verklaart de gedaagde
met zijn presentatie te mogen volstaan.... en de req, niet ontvangbaar....
Wa.ten ? Jans voormomber over Wilcke Tijss zn, als erfg. van wln. Tijs Jans, triumphant
Contra Joost van Herema voor hem zelf en als leg. adm. en conj. pers .van zijn kind
bij wln. Tseetske Dijkstra, en res. de proceduren uit haar name, in conv. en in reconventie.
HET HOFF ord. de req. en triumphant te gedogen dat tegens de ged. in intressen de summa
van 390 c.gld op de gepresenteerde defensien 342 c.gld 9 str. en de kosten ten respecte vandien aff
te doen, en in reconventie niet ontvangbaar.
264.
Jfr. Genoveva van Rattaller, pro se et sorore onder verband van goederen, Appellante; Contra
Marten Joachims voor hem en o.v.b. van goederen caverende voor Grietman Jouke Jochums.
HET HOFF cond. de ged. het proces in questie werde geleverd, en in het gerecht te brengen, mede
het beholden en in rerum natura indien niet te refunderen de kosten, daarover gevallen en gedaan,
bovendien de impt. te betalen 11 g.gld met schaden en intressen.
17 mrt 1613.