Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

voor Bauck Wijbes zijn e.h.; en zich voegende bij de vs. Barbara, zijn huisvrouwen moeder.
Contra Dr. Johannes Renneman HET HOFF condemneert partijen te compareren voor de
commissaris die partijen zal verstaan. (?) POINCTEN: 1. Van wat schuld opgekomen zijn de 1000
c.gld; die geleend werden, en het versochte (?) zijn mede tot betalinge van het huis bij de Brol
staande. 2. Indien deselve bij Jfr. Susanna van Meckema opgebracht zijn geweest, waaromme de
adsignatie der kinderen van de requirante, bij scheidinge daarop gedaan en veranderd? 3. Oft
staande echte de gerequireerden vader enige andere schulden meer in de vs. scheidinge
gementioneerd heeft ge-innet En de penningen daarvan te zijne of te gemene behoeve ontvangen?
4. Indien ja, de brieven van obligatie en andere debiteuren zoveel mogelijk te recouvreren, ofte
copiën vandien, alsook een staat daarvan te maken. 5. Waarvan geprocedeerd zijn, de 900 c.gld; die
de requireerde vader, ontvangen en op zijn handelinge gebruikt zou hebben? 6. Oft hetgene van de
vaders erfenisse daar onder begrepen is? 7. Wat schulden het zijn die de requirante in het geheel of
voor een deel te laste komen, bij de requirante zijn betaald. 8. Uit wat penningen deselve zijn
betaald, en afgedaan zijn? 9. Ofte in de liquidatie van 29 mei 1612 enige posten de requireerde zijn
goed gedaan, die hij niet en konde? [pag. 58] Indien Jae, daar af pertinente rekening te maken, en
voorts de rekeninge van de requireerde 's admininstratie en met verificatien te werden en te
resumeren. 11. Ofte bij enige acte de crediteurs en onder anderen ook dr. requirante ofte iemand van
hare wege de requireerde het stellen van cautie, hebben verlaten. Indien ja, deselven te recouvreren.
Phocas Colde impt Contra Cornelis Hendriks gedaagde. Te namptificeren 50
g.gld. En voorts in Factis in forma.
Neeltie Dirks wed. van wln. Cornelis Jan Jobs, en Jan als cur. over deszelfs weesknn. geresumeerd
de proc. bij de vs. Cornelis. Contra Jan Broers voor hem en vanwege zijn moeder en mede
erfg. van Broer Claes, en Cornelis Edes Feitema, HET HOFF cond. de erfg. van Broer Claes aan
de impt. te betalen de somma van 220 c.gld; met schaden en intressesn, gehad en geleden, en in de
kosten van het proces; en tegen Cornelis Edes Feijtema niet ontvangbaar; en om redenen
compenseert de kosten, ten respecte van hem gevallen, onverkort zijn recht tegen mede verdachte
Feitema gevallen.
58v.
Doede van Ockema in de Hommerts, impt. Contra Simon Jans, burger der stede
IJlst, en Lutke Claes aldaar. HET HOFF verklaart de acte van huringe ten playdoije vermeld
executabel en cond. de ged. in het onderhouden daarvan, en diengevolge de burgemeester Simon
Jans 4 g.gld van pacht van Martini 1614 verschenen, met nog een stuiver en met nog 20 stuivers, en
4 penningen van verschenen omslagen, en contributie der vs. penningen, met nog xv str. van
hetzelfde contingent, van de gedaagde in de gepasseerde plaatsenbij de impt. verschoten, van het
verven van de nieuwe brugge, met schaden etc...; en de mede gedaagde Lijkle Claes, de impt. te
betalen 6 g.gld; als de rest van pacht, martini 1616 verschenen; met nog 2 g.gld 1 str, 8 penningen,
van verleden jaar, en nog 24 strs insgelijks, van het verven van de brug, met schaden etc...; Comp.
Exp. Ende aangaande de gedane overdrachten, de verpachte praetensien in Factis ad primam
peremptoir.
Thoenis Claes nomine quo; Contra Jacob Pieters, ged. HET HOFF rejekteert de exceptie
en cond. de ged. de impt. peremptoir te antwoorden. En comp. de kosten.
59.
Ebel Jans dr. wed. van Rincke Tiepckes, en als voorst. van Jencke Rintses haar minderjarige
dochter en Tiempck Rintzes Abbema, nu maior zijnde, en te samen erfg. van wln. Gerck Alle dr. de
bestemoeder van Tiepck en Tiemck. Contra Mr. Dominicus Oedsma mede adv.
v.d.Hove, als vader en voorst. van zij n kinderen bij Bauck Allerts dr. en onder verband van
goederen c.d.r voor interveneerende voor Icke Lolles in Uitwellingerga, zijn meijer. HET HOFF
verklaart de opzegginge der landen vigoureus, cond. dientengevolge de interventeur deselve landen
te ontruimen, en na St. Petri aankomende de landen onge-eert en ongescheert te lanten, en de impt.
achterstallige huur te betalen. Van 16 g.gld en comp. de kosten.
59v.
Feijke Breutix op de Joure, voor hem en als cur. voor Liomme en Frouck Breutix Goitien en Anna