Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

Sibrand van Burmania rat. off. Contra Jan Reijloffs, c/ux In Factis binnen 2 mnd.
Barthel Jans c.s triumphant, Contra Rintse Douwes c.s; HET HOFF viderende het
incident, ord. de gedoemde de triumphant de overgelegde artikelen te beantwoorden, binnen 14
dagen, en bij gebreke daarvan, houdt die voor bekend, voorts te gehengen en te gedogen dat de
triumphant hun produktie van getuigen zal laten geschieden en cond. de ged. mede in de kosten van
het incident, tot 's Hoffs tauxatie.
109.
Wilhelm, vrijheer van Schwarzenbergh, en Sioucke Sioucks tegenwoordige kerkvoogden en adm.
der geestelijke goederen in Beetgum. En Romcke Gerloffs als vader en voorst. van zijn knn. bij
Lijsbeth Schelte dr. te Hichtum impt. . Contra Hette Piers Palsma, HET HOFF
cond. de ged. mede te gedogen dat de hr. Schwarzenbergh de geconsigneerde penningen voor
zoveel die Siuw Piers dr. concerneren onder genoegzame cautie lichte, tot de somma van 100 g.gld;
met schaden etc; en neffens Romcke Gerloffs op POINCTEN: 1. Oft hij het recht heeft
verkregen van Gerloff Piers en zijn e.h; 2. Oft het bescheid en brief continueert de hypotheek, op de
verkochte huizinge, hovinge en landen, bij Douwe Maurus gekocht. 3. Waardoor uit Centius
Centius goederen deze schuld niet is gevorderd?
De Magistraat der stede Stavoren, Contra De Hr. Laelius Lijklama HET HOF houdende
de proceduren aan des gedaagdes zijde voor bekend, ord partijen te compareren voor de comm. van
den Hove die hen zal verstaan en verenigen.
Romcke Gerrijts Contra Sijtse Jetsis, c.s; In Factis.
Christian van Oosterzee, Contra Cornelis Oenes. In Factis vor de eerste rechtdag voor
Pontiaan peremptoir.
109v.
Marten Pieters en Cornelis Sibolds te Harlingen, caverende voor Jan Hermans aldaar; als het recht
door cessie verkregen hebbende van Pibe Simons, schuitmaker in IJlst, en de vs. Marten en Jan
Meus, als cur. over Sible Jans en Martien Aernts, e.l. en hun voegende voor hun interessen.
Contra Meinard Wijtses mede burger aldaar. HET HOFF houdende de originaal debiteuren
voor gediscussieerd, verklaar het weijdschip voor de impt. achterwezen gehypothekeerd,
dienvolgens cond. de gedaagde, het verhuurde weijdschip te relaxeren, of zijn achterstand met
schaden en intressen te betalen. Comp. Exp.
Ees Cornelis dr. imp. en excipiente Contra Trijn Coerts gd. HET HOFF verklaart de
gedaagde ongehouden te zijn ad litem te contesteren, en cond. de impt. in de kosten.
De wed. en erfg. van Tiete Baard, Contra de wed. en erfg. van Lieuwe Rinnerts, ged.
HET HOFF cond. de ged. de proceduren te reassumeren, en te procederen met de impt. .
110.
Jacob de Valck Contra Steffen Jans; ged. HET HOFF viderende het incident,
cond. de ged. de impt. te refunderen de kosten over de eerste contumatie gevallen, bij gebreke van
zulks accordeert de impt. het tweede default cum expensis.
De 9e nov 1618.
De wethouderen der stede Dokkum impt. Contra Duco en Claes Scheltes, c.s; In Factis
binnen 1 maand peremptoir.
De 11e november:
Meinu Tijerks req. Contra Dr. Johannes Juwema In Factis binnen 6 weken peremptoir
Grietke Jensma c.s Contra Jan van Coelen c/ux; HET HOFF restitueert de req. tegens
verloop van tijd, om alle acten schaden accorden en arresten binnen 3 weken zijn produktie te
mogen doen, condemneert niettemin de impt. in de kosten retardandi processus.