Quaclappen 1613 -1620 Hof 16710b. Quaclap ( 1613 en ... - Tresoar

voornoemde Tijaard Doeckes de vordere stuivergelden van partijen pachtinge ontvangen heeft. 4.
Of van de zelve een generale of particulier quitantie gegeven is? 5. Indien ja, die sampt de rekening
van Tijaard Doeckes te recouvreren. 6. Of de voorgenoemde 153 c.gld; mede onder enige post voor
de heer Hania gedaan zijn, betrokken of begrepen? 7. Indien ja, dezelve aan te wijzen. 8. Waar en
aan wie uitgekeerd zijn, de penningen bij de particuliers tot Kollum opgebracht tot de
stuiversgelden. 9. Indien Wattie Harckema niet heeft ontvangen de penningen van de pachteniers
om die wln Tijard Doeckes over te brengen, uit de eerste renten dagen daarvoor toegelegd. ?
Ritske van Rinia als erfg. van Jfr. Rints van Mockema, zijn overleden huisvrouw, en cur. over
Jetske van Mockema e.h. van Jarich van Cammingha; opposeerden Contra Bote te
Groustins gedoemde en opposant. In Factis voor de 1e rechtdag na de grote vakantie.
Cornelis Floris, Dienaar des Godd. Woords te Pingjum, als man en voogd van Dieuwke Pijbe dr; en
Jacob Jans binnen Kimswerd als voogd van Mins Jans dr; hun resp huisvrouwen.
Contr Dirck Jacobs binnen Leeuwarden. HET HOFF cond. de ged. om met de impt. in
liquidatie te treden; en vereffening van een iegenlijks ontvang te maken, en ook terugge te staan tot
de portiën van de overige erfgenamen gelijk zullen zijn gemaakt; met schaden en interessen etc......
en in de kosten tot 'sHoffs tauxatie.
62.
Jan Jans burger en goudsmid binnen Sneek; als voogd van Dieucke Epe dr; zijn e.h; Contra
Jochum Johannes mede aldaar. HET HOFF gezien de citatien holdende de obligatie van 3 aug 1613
voor bekend, cond. de ged. aan de impt. te betalen 172 car.gld; met schaden etc.... onder deductie
van 30 gld en 50 c.gld en cond. de ged. in de kosten.
Guillaume de Graaff burger en Brouwer in Delft, in “De Rode Leeuw” Contra Willem
Gerrijts, burger en biersteker in Sneek en Antie Harmens e.l.; HET HOF cond. de ged. elk voor zich
en voor het geheel de impt. te betalen de somma van 1932 c.gld; 15 str en 6 penningen, en 1200
c.gld in een tweede partije, met schaden etc; en in de kosten.
63.
Georgh van Liauckema in cas van Revisie; Contra
Douwe van Hottinga, te Franeker, als cur. over Tijalling van Camstra, de jonge en Jfr. Tiemck van
Aebinga als wett voors van Homme en gosse van Campstra, haar knn. bij wln Tijalling,
HET HOFF cond. de ged. te gehengen dat de penningen worden gewogen, en indien gevonden
mocht worden aan het gewicht iets te failleren, dat zulks bij de gereq. zal worden gesuppleerd. Om
redenen comp de kosten.
Marten Jans, capteijn te Water req. Contra Tijard Tijaard Uugesna; gereq. HET HOFF
verklaart de gereq. onghouden de eis van de req. te beantwoorden. En cond. hem in de kosten.
Dr. Sixtus Acronius c.s impt Contra Sibrand van Osinga c.s; HET HOFF
rejekteert de exceptie en cond. de ged. op de impt's eis te antwoorden. En de kosten tot het einde der
zaken.
64.
Maeijcke Nijs binnen Leeuwarden Contra IJmcke Focke dr; wed. van Anthonis
Thonis Banquaart in leven sergeant majoor in Franeker, voor haar en her knn. bij de selve
Banquaart. HET HOFF verklaart de gedaagde contumax en verstekt haar van alle exceptien,
almede defensien etc; en houdende de brief van obligatie d.d. 5 mei 1610 voor bekend, cond. de
ged. de impt. te betalen, de helft van 50 g.gld; met schaden etc.... onverkort de andere helft, en
cond. de ged. mede in de kosten.
Volgt het dictum van Wattie Harckema. Verplaatst naar de zaak zelf hiervoor op pag 61.
65.
DE EERSTE RECHTDAG NA DE PINKSTEREN anno 1616 is gehouden 7e juni 1616.
Douwe Intses te Wirdum en Sijoerd van Goerda impt. Contra Jan Sijeurds te Wirdum.