Groene Hart met landbouw naar een hoger peil? Over de ... - LEI
Groene Hart met landbouw naar een hoger peil? Over de ... - LEI
Groene Hart met landbouw naar een hoger peil? Over de ... - LEI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ke ruimte). Bei<strong>de</strong> <strong>de</strong>elpredikaten - 'utopisch' en 'realistisch' - komen bij elkaar in <strong>de</strong> vraag:<br />
Wat mag het v<strong>een</strong>wei<strong>de</strong>gebied (op <strong>een</strong> bepaal<strong>de</strong> manier beheerd) kosten? Dit maakt dat<br />
<strong>een</strong> eventuele kwalificatie van <strong>een</strong> toekomstontwerp als <strong>een</strong> 'realistische utopie' noodzakelijkerwijs<br />
(impliciet) verwijst <strong>naar</strong> <strong>een</strong> maatschappelijke context die bepaalt wat<br />
wenselijk/haalbaar is.<br />
Gemeng<strong>de</strong> indrukken bij het overwegen van het predikaat 'realistische utopie' zijn<br />
ook <strong>een</strong> gevolg van kennisleemten.<br />
Zo is er on<strong>de</strong>rhand wel flink wat ervaring opgedaan <strong>met</strong> het ontwikkelen van werktuigen<br />
die goed inzetbaar zijn op drassige grond (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bre<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n, sleepvoet),<br />
maar het blijft bijvoorbeeld ondui<strong>de</strong>lijk of het <strong>met</strong> <strong>een</strong> graasrobot werkelijk wat kan wor<strong>de</strong>n.<br />
Het betreffen<strong>de</strong> toekomstontwerp had <strong>de</strong> vrij speculatieve veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong><br />
ontwikkeling hiervan kan aansluiten op <strong>een</strong> algemene ontwikkeling van zomerstalvoe<strong>de</strong>ring<br />
die buiten <strong>de</strong> v<strong>een</strong>wei<strong>de</strong>n niet zal plaatsvin<strong>de</strong>n op permanente wei<strong>de</strong>n maar op<br />
tij<strong>de</strong>lijk grasland (dat net als natte v<strong>een</strong>wei<strong>de</strong>n <strong>een</strong> min<strong>de</strong>r stevige zo<strong>de</strong> kent).<br />
Zo is er on<strong>de</strong>rhand door boeren heel wat ervaring opgedaan <strong>met</strong> agrarisch natuurbeheer<br />
maar <strong>naar</strong>mate dit serieuzere vormen aanneemt dringt <strong>de</strong> vraag sterker op hoeveel<br />
boeren/boerinnen in staat zullen zijn twee dingen (melkveehou<strong>de</strong>rij en gebiedsbeheer) bei<strong>de</strong>n<br />
goed te doen. Deze vraag lijkt vooral te spelen in <strong>de</strong> kwadranten uit figuur 4.1 waar <strong>de</strong><br />
bedrijfsconcepten biologische melkveehou<strong>de</strong>rij (of daarmee vergelijkbare 'organische<br />
melkveehou<strong>de</strong>rij') en conventionele melkveehou<strong>de</strong>rij (<strong>met</strong> verbreding vanuit <strong>een</strong> historisch<br />
gebiedsconcept) <strong>een</strong> centrale rol spelen.<br />
Een complicatie in het toekennen van het predikaat 'realistische utopie' is dat vernieuwingen<br />
vaak niet uit on<strong>de</strong>rzoek of beleid voortkomen maar eer<strong>de</strong>r vanuit <strong>de</strong> praktijk<br />
opdoemen (eventueel gefaciliteerd door on<strong>de</strong>rzoek en beleid). Het is bijvoorbeeld <strong>de</strong>nkbaar<br />
dat <strong>een</strong> geïntensiveer<strong>de</strong> dialoog tussen <strong>de</strong> agrarische en <strong>de</strong> niet-agrarische wereld in<br />
<strong>een</strong> bepaald geval van stadsuitbreiding (waarbij veel geld omgaat), leidt tot heel an<strong>de</strong>re<br />
nieuwe constructies dan waarin onze toekomstontwerpen voorzien. Lopen<strong>de</strong> mogelijke<br />
aanzetten tot zoiets (bijvoorbeeld bij Woer<strong>de</strong>n) laten overigens zien dat het dan waarschijnlijk<br />
gaat om nieuwe constructies die ontstaan vanuit het streven <strong>naar</strong> <strong>een</strong> gebrei<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
ver<strong>de</strong>re stadsuitbreiding. Het maatschappelijk draagvlak voor financieringen in 'buitenste<strong>de</strong>lijk<br />
groen' is dan <strong>met</strong> name te vin<strong>de</strong>n bij mensen <strong>met</strong> <strong>een</strong> woon- of bedrijfskavel op<br />
voormalige <strong>landbouw</strong>gron<strong>de</strong>n die menen dat het on<strong>de</strong>rhand afgelopen moet zijn <strong>met</strong> <strong>de</strong><br />
voortduren<strong>de</strong> aantasting van het omringen<strong>de</strong> agrarische platteland.<br />
Een beschei<strong>de</strong>n pretentiebij onze toekomstontwerpen zou zijn <strong>de</strong>ze zien als <strong>een</strong> aanwijzing<br />
dat er meer mogelijk (om <strong>landbouw</strong> bij <strong>een</strong> hoog water<strong>peil</strong> te handhaven als drager<br />
van het <strong>Groene</strong> <strong>Hart</strong>) dan het op eerste gezicht (hoofdstuk 3) lijkt. Hoe dit daadwerkelijk in<br />
te vullen zou, volgens <strong>de</strong>ze beschei<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>ling, eer<strong>de</strong>r blijken uit experimenten in <strong>de</strong><br />
praktijk dan uit toekomstontwerpen van achter het bureau.<br />
Transformatiemogelijkhe<strong>de</strong>n?<br />
Centrale aandachtspunten zijn hier: a) gevraag<strong>de</strong> ruimtelijke kwaliteiten (gebiedsconcepten),<br />
b) leverbare ruimtelijke kwaliteiten door het v<strong>een</strong>wei<strong>de</strong>bedrijf (bedrijfsconcepten) en<br />
c) instituties die bemid<strong>de</strong>len tussen vraag en aanbod <strong>naar</strong>/van ruimtelijke kwaliteit (institutionele<br />
concepten). Wie in <strong>de</strong>ze voorstellingswijze 'ruimtelijke kwaliteit' vervangt door<br />
86