APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Met deze bepaling wordt beoogd ongemerkte en door iedereen als ongewenst ervaren verstoring van de privacy<br />
te verbieden. Toepassing zal het artikel alleen in excessieve situaties vinden. De politie zal in het algemeen pas<br />
optreden indien burgers klachten hebben geuit over voyeurs. Een bepaling over heimelijk afluisteren is in<br />
verband met artikel 139a en verder, 374bis en 441a van het Wetboek van Strafrecht niet nodig. Deze bepaling<br />
moet gezien worden als aanvulling op de sinds 12 juli 2000 geldende bepaling in het Wetboek van Strafrecht<br />
inzake stalking, artikel 285b. In dit artikel is het inbreuk maken op eens anders levenssfeer, om die ander te<br />
dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden dan wel vrees aan te jagen, strafbaar gesteld.<br />
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur (vervallen)<br />
Met ingang van 1 januari 2004 is de wijziging van artikel 139f en 441b van het Wetboek van Strafrecht in<br />
werking getreden (Stb. 2003, 365). De bepalingen gaan over de uitbreiding van de strafbaarstelling heimelijk<br />
cameratoezicht. Deze wijziging wordt ook wel aangehaald als de Wet heimelijk cameratoezicht. Hiermee is<br />
artikel 2.4.14 (oud) vervallen.<br />
Er is sprake van heimelijk cameratoezicht wanneer beelden van personen worden gemaakt met camera’s die zijn<br />
aangebracht om personen herkenbaar in beeld te brengen zonder dat de aanwezigheid ervan duidelijk kenbaar is<br />
gemaakt. Heimelijk cameratoezicht was voor de wetswijziging al verboden in winkels of horecagelegenheden<br />
(artikel 441b Wetboek van Strafrecht). Dit verbod geldt voortaan ook voor alle andere openbare plaatsen en<br />
gebouwen (incl. de openbare weg), zoals banken, stations, casino’s, bussen, musea, uitgaansgebieden of<br />
stadions. Het gebruik van camera’s voor toezicht en beveiliging is alleen toegestaan als de aanwezigheid van<br />
deze camera’s duidelijk is aangegeven (kenbaar), bijvoorbeeld door de camera’s zichtbaar op te hangen of door<br />
middel van een bord met pictogram of mededeling. Daarnaast gelden de regels van de Wet bescherming<br />
persoonsgegevens.<br />
De strafbaarstelling van het heimelijk maken van opnamen van personen op besloten plaatsen, dat wil zeggen<br />
niet voor het publiek toegankelijke plaatsen, is uitgebreid (artikel 139f Wetboek van Strafrecht). Het was al<br />
verboden om mensen in een woning of een ander niet voor publiek toegankelijk gebouw (bijvoorbeeld een<br />
kantoor) te filmen als deze personen daarvan niet op de hoogte waren gesteld. Dit verbod geldt voortaan voor<br />
alle niet voor het publiek toegankelijke plaatsen, dus inclusief plaatsen die geen gebouw zijn, zoals afgesloten<br />
tuinen, erven, niet voor publiek toegankelijke parken en parkeerterreinen. Het verbod is niet langer beperkt tot<br />
afbeeldingen die het rechtmatig belang van de afgebeelde persoon kunnen schaden, bijvoorbeeld afbeeldingen<br />
die compromitterend of onwelvoeglijk van aard zijn. Het heimelijk maken van een afbeelding van een persoon<br />
wordt nu in principe in alle gevallen verboden. Of de aard van de afbeeldingen zodanig is dat daarmee het<br />
rechtmatig belang van de afgebeelde persoon kan worden geschaad, doet niet ter zake.<br />
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren (vervallen)<br />
In 2002 is deze bepaling vervallen omdat nodeloos alarmeren geregeld is in artikel 142 van het Wetboek van<br />
Strafrecht.<br />
Artikel 2:56 Alarminstallaties (vervallen)<br />
Dit artikel is vervallen in 2007. Bij de vorige wijziging van de <strong>APV</strong> werd over dit artikel opgemerkt dat het niet<br />
langer van toepassing was op nieuwe, gecertificeerde alarminstallaties, waarvoor toen de Wet particuliere<br />
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en de kwaliteitseisen van de Regeling BORG 1.1 waren gaan<br />
gelden. De vergunning werd echter gehandhaafd omdat deze wettelijke regels niet golden voor toen al<br />
bestaande geluidsalarmen en voor zelf aangelegde alarminstallaties.<br />
103