05.09.2013 Views

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gemeenten hebben in het kader van toezicht en handhaving reeds een aantal bestuursrechtelijke instrumenten<br />

ter beschikking. Voor de bestuursrechtelijke instrumenten waarover gemeenten beschikken geldt een scheiding<br />

in sancties die erop zijn gericht de ontstane situatie in de gewenste situatie te herstellen (herstelsancties) en<br />

sancties die primair zijn bedoeld om bestraffend op te treden (punitieve sancties). Bij de herstelsancties gaat<br />

het om bestuursdwang [is voor gemeenten geregeld in artikel 125 Gemeentewet] en dwangsom [gemeentelijke<br />

bevoegdheid op grond van artikel 136 Gemeentewet.]. Deze sancties kunnen alleen worden ingezet in situaties<br />

waarin herstel daadwerkelijk mogelijk is, zoals het terugbrengen van een bouwwerk in de oorspronkelijke staat.<br />

Het intrekken van een begunstigend besluit (vergunning, ontheffing, subsidie) [Onderscheid kan worden<br />

gemaakt tussen het intrekken van een begunstigend besluit als sanctie en anderszins, bijvoorbeeld wegens<br />

gewijzigde beleidsinzichten of veranderende omstandigheden.] is een voorbeeld van de tweede categorie. De<br />

meeste normen die verloederingsfeiten en onveiligheidsgevoelens van burgers moeten tegengaan lenen zich niet<br />

voor handhaving via dwangsom of bestuursdwang. Of het herstel is feitelijk niet mogelijk (denk aan<br />

geluidsoverlast), óf het herstel zélf, dan wel de controle daarop, leveren problemen op (denk aan een last onder<br />

dwangsom tot het niet meer voortijdig plaatsen van vuilniszakken op straat, die wekelijks gecontroleerd zou<br />

moeten worden).<br />

In mei 2004 heeft de VNG het concept wetsvoorstel bestuurlijke boete kleine ergernissen ontvangen van de<br />

ministers van BZK en Justitie met het verzoek hierop te reageren. In het concept wetsvoorstel wordt een<br />

stelsel voorgesteld waarin het mogelijk wordt gemaakt dat het gemeentebestuur desgewenst bevoegd wordt<br />

tot het opleggen van een bestuurlijke boete in reactie op overtreding van specifieke bij of krachtens formele<br />

wet als beboetbare feiten aangewezen <strong>APV</strong>-normen. Er is dus sprake van een keuze tussen invoering en geen<br />

invoering van de bestuurlijke boete.<br />

Heeft een gemeente de bestuurlijke boete ingevoerd dan kan zij te allen tijde besluiten de bestuurlijke boete<br />

weer af te schaffen. Een besluit van de raad tot intrekking van het besluit tot invoering van de bestuurlijke<br />

boete treedt echter niet eerder in werking dan na negen maanden na de bekendmaking van het<br />

intrekkingsbesluit. Bij het opstellen van de feitenlijst die onder de reikwijdte van de bestuurlijke boete worden<br />

gebracht is vooralsnog de model-<strong>APV</strong> van de VNG als uitgangspunt genomen. Verkeersdelicten, met uitzondering<br />

van fout-parkeren, zullen volgens dit voorstel niet onder de bestuurlijke handhaving worden gebracht. Zoals<br />

gezegd wordt de lijst met beboetbare feiten door de formele wetgever vastgesteld (bij algemene maatregel van<br />

bestuur). Gemeenten kunnen de lijst dus niet aanpassen aan de lokale situatie.<br />

De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete wordt uitgeoefend door het college. Deze<br />

bevoegdheid wordt evenwel uitgeoefend door de burgemeester, indien de toepassing van dit middel dient tot<br />

handhaving van regels welke hij uitvoert.<br />

Tegen de boete-oplegging staat de rechtsgang van de Algemene wet bestuursrecht open. De boete dient door<br />

een bestuurlijk toezichthouder in dienst van de gemeente, die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar is, te<br />

worden opgelegd. Mandateren van deze bevoegdheid aan particuliere toezichthouders is niet toegestaan. De<br />

opbrengsten van de boeten komen toe aan de gemeenten. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de incasso<br />

en de registratie van opgelegde boeten (daarbij kunnen ze eventueel externen, zoals bijvoorbeeld het Centraal<br />

Justitieel Incassobureau, inschakelen).<br />

In de Memorie van Toelichting bij het concept wetsvoorstel wordt inzicht gegeven in de financiële implicaties<br />

van de introductie van het handhavingsinstrument. De cijfers die hierin worden genoemd geven aan dat<br />

tegenover iedere euro aan opbrengsten er 2,5 euro aan investeringen staat. In onze reactie op het wetsvoorstel<br />

hebben wij aangegeven dat dit naar onze mening niet acceptabel is. Om de verhouding tussen investering en<br />

231

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!