APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
maximumaantal vergunningen is verleend, kan vergunning voor een nieuwe seksinrichting worden geweigerd om<br />
te voorkomen dat de openbare orde ter plaatse door de vestiging van een nieuw bedrijf verder wordt verstoord.<br />
Onder meer ARRS 18-02-1999, JG 99.0168 m.nt. W.A.G. Hillenaar, 22-05-1987, AB 1988, 240, en 08-01-<br />
1988, AB1988, 417 maken duidelijk dat de rechter op zichzelf aannemelijk acht dat aantasting van de woon-<br />
en leefomgeving wordt veroorzaakt door de cumulatieve effecten van een aantal inrichtingen (in casu bordelen)<br />
in de gemeente en dat dit aantal kan worden gemaximeerd. Wel moet bij een “boventallige” vergunningaanvraag<br />
worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat de aanwezigheid of de wijze van exploitatie van de betrokken<br />
inrichting de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloedt. Om in dat geval voldoende gemotiveerd<br />
vergunning te weigeren kan dus niet worden volstaan met het gegeven dat het maximumaantal te verlenen<br />
vergunningen is bereikt maar moet ook worden aangegeven dat er in casu niets is gebleken van bijzondere<br />
omstandigheden die ertoe zouden nopen om - in afwijking van dat beleid - toch vergunning te verlenen.<br />
Als uitgangspunt is een maximumbeleid, bijvoorbeeld ten aanzien van horeca-inrichtingen of vent- en<br />
standplaatsvergunningen, door de rechter aanvaard. Bij de toepassing van zo’n beleid kan een prostitutienota of<br />
een vergelijkbaar beleidsstuk een belangrijk hulpmiddel zijn, indien daarin gemotiveerd is toegelicht welke<br />
concentratiegebieden zijn aangewezen en voor welk aantal inrichtingen ten hoogste een vergunning kan worden<br />
verleend. Ook een bestemmingsplan kan daarvoor als middel dienen, indien daaruit het karakter van een<br />
bepaalde straat of wijk blijkt.<br />
Tweede lid, onder c: woon- en leefomgeving<br />
Het belang van de openbare orde en dat van de woon- en leefomgeving zijn nauw met elkaar verweven. Waar<br />
een maximumbeleid kan worden geacht te zijn ontleend aan het belang van de openbare orde, kan een<br />
concentratiebeleid worden beschouwd als met name gericht op de bescherming van de woon- en leefomgeving<br />
in bepaalde delen van de gemeente. Gelet op eerdergenoemde verwevenheid, wordt een maximumbeleid en een<br />
concentratiebeleid veelal ter onderlinge versterking in combinatie toegepast. De exploitatie van seksinrichtingen<br />
kan worden tegengegaan op plaatsen waar de woon- en leefomgeving op ontoelaatbare wijze nadelig zou<br />
worden beïnvloed. Daarvoor zou bijvoorbeeld specifiek reden kunnen zijn in woonbuurten of in de nabije<br />
omgeving van ‘gevoelige’ gebouwen (schoolgebouwen, kerkgebouwen e.d.). Indien aldus gebiedsaanwijzing<br />
heeft plaats gehad, kan op een aanvraag om vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting in een<br />
aangewezen gebied afwijzend worden beslist in het belang van het woon- en leefklimaat ter plaatse.<br />
Vanzelfsprekend kan een dergelijk beleid ook worden toegepast ten aanzien van bepaalde categorieën<br />
seksinrichtingen. Denkbaar is immers dat de woon- en leefomgeving in een bepaald gebied zich niet verdraagt<br />
met de vestiging van raamprostitutiebedrijven, maar bijvoorbeeld wel met de vestiging van clubs, bordelen en<br />
dergelijke.<br />
Ook een aspect van bescherming van de woon- en leefomgeving is uiteraard de omvang van de inrichting. In een<br />
vergunningvoorschrift, dat overigens tevens betrekking heeft op de hierna te noemen grond veiligheid van<br />
personen, kan het maximale aantal werkzame prostituees worden vastgesteld.<br />
Tweede lid, onder d: Veiligheid personen of goederen<br />
Bij de exploitatie van openbare (en daarmee seks)inrichtingen, is het van groot belang de brandveiligheid te<br />
kunnen waarborgen. Voor wat betreft de inrichtingen die zijn aan te merken als bouwwerk in de zin van de<br />
Woningwet:<br />
144