APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Specifieke regelgeving voor de grote rivieren<br />
Gemeenten waardoor een grote rivier stroomt dienen bedacht te zijn op internationale verdragen en overige<br />
specifieke regelgeving voor die rivieren. Zo gelden voor de Maas en de Schelde de verdragen inzake de<br />
bescherming van de Maas respectievelijk de Schelde. Op de Rijn is onder andere van toepassing de Herziene<br />
Rijnvaartakte van 17 oktober 1868 en het Rijnvaartpolitiereglement 1995.<br />
Deze gemeenten doen er verstandig aan deze regelgeving expliciet op te nemen in artikel 5.3.1, vierde lid,<br />
artikel 5.3.2, derde lid, artikel 5.3.3, derde lid en artikel 5.3.7, tweede lid.<br />
Artikel 5:24 Vergunning voor voorwerpen op, in of boven openbaar water<br />
Artikel 5:24 is, ter aanvulling van een aantal andere regelingen, bedoeld om de overige openbare wateren te<br />
vrijwaren van activiteiten die het gebruik op enigerlei wijze nadelig zouden kunnen beïnvloeden. De veiligheid op<br />
het water heeft reeds een afdoende regeling gevonden in een aantal bepalingen van het Wetboek van<br />
Strafrecht, te weten de artikelen 162, 163 en 427, sub 6, en het Binnenvaartpolitiereglement (zie bij voorbeeld<br />
artikel 1.15 van dit reglement).<br />
Deregulering<br />
Dit artikel is in een aantal opzichten vergelijkbaar met artikel 2:10. van de model <strong>APV</strong>, het plaatsen van<br />
voorwerpen op de weg. Ook bij dit artikel is een vergunning vervangen door een breed gestelde algemene regel.<br />
Daarmee legt de overheid nadrukkelijk een deel van de verantwoordelijkheid bij de burger. In eerste instantie<br />
moet deze zelf de afweging maken of een steiger of een meerpaal gevaar of hinder oplevert voor het<br />
vaarverkeer, of een probleem voor het beheer en onderhoud. Omdat er hierbij, eerder dan in artikel 2:10, waar<br />
het veelal gaat om tijdelijke en verplaatsbare objecten, gaat om permanent bedoelde zaken, is aan dit artikel<br />
anders dan bij artikel 2:10 een meldingsplicht verbonden. Op die manier kan de gemeente vooraf toetsen en met<br />
de melder overleggen of bijvoorbeeld het onderhoud van de oevers niet in het geding is. Zo kan worden<br />
voorkomen dat een al geplaatst object weer moet worden verwijderd, met alle financiële gevolgen van dien.<br />
In een waterrijke gemeente, waar een dergelijke vergunning gebruikelijk is, en aan de vergunning omwille van<br />
het onderhoud van de vaarwegen een zekere uniformering noodzakelijk, kan het een gerechtvaardigde keuze zijn<br />
om een vergunningplicht te handhaven. Ook voor de vergunninghouder schept dat een duidelijke situatie: De<br />
aanvrager hoeft niet zelfstandig een afweging te maken, maar ontvangt een vergunning voorzien van een set<br />
voorschriften, en weet dan waar hij of zij aan toe is.<br />
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen<br />
Algemeen verbod is niet toegestaan<br />
Artikel 31, tweede lid, van de Wet op Woonwagens en Woonschepen bepaalde dat de gemeenteraad bevoegd is<br />
regels te stellen onder andere betreffende de plaats die woonschepen mogen innemen bij verblijf binnen de<br />
gemeente. Uit jurisprudentie bleek dat in beginsel in iedere gemeente met openbaar water mogelijk moet zijn om<br />
met een woonschip ligplaats in te nemen. Op 1 maart 1999 is de Wet op Woonwagens en Woonschepen<br />
ingetrokken. De jurisprudentie is echter opgenomen in de Huisvestingswet. Artikel 88 bepaalt namelijk dat de<br />
gemeenteraad geen regels stelt die leiden tot een algeheel verbod van het in gebruik nemen of geven van een<br />
205