05.09.2013 Views

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De omgevingsvergunning wordt door één bevoegd gezag beoordeeld en doorloopt één procedure. De beslissing<br />

op de aanvraag kent ook één procedure van rechtsbescherming. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen het<br />

college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project in hoofdzaak zal worden verricht.<br />

In een beperkt aantal gevallen berust de bevoegdheid tot toestemmingsverlening niet bij het College van<br />

burgemeester en wethouders, maar bij het College van gedeputeerde staten en in enkele gevallen bij een<br />

Minister. Het bevoegd gezag is integraal verantwoordelijk voor het te nemen besluit en is tevens belast met de<br />

bestuursrechtelijke handhaving.<br />

Zie verder ook de <strong>toelichting</strong> bij de artikelen 2:10, 2:11 en 4:11 van deze verordening.<br />

Daarnaast komt in de <strong>APV</strong> op verschillende plaatsen de term “bevoegd bestuursorgaan” voor. Daarmee wordt<br />

dan gedoeld op ofwel het College van burgemeester en wethouders, ofwel de burgemeester. De Wabo brengt<br />

hierin geen verandering.<br />

Jurisprudentie<br />

b. Weg<br />

Strandovergang is openbare weg in de zin van artikel 4, lid 1, onder II, Wegenwet. ABRS 16-03-1999, Gst.<br />

1999, 7100, 3 m.nt. HH.<br />

Nu in dit geval onvoldoende vaststaat dat de strook grond een weg in de zin van artikel 1 <strong>APV</strong> was, staat<br />

evenmin vast dat het verbod van artikel 9.1 <strong>APV</strong> is overtreden. ABRS 29-08-2001, LJN-nr. AD3795.<br />

h. Handelsreclame<br />

Onder een “commercieel belang dienen” moet mede worden begrepen: dienstig te zijn tot koop en verkoop. HR<br />

11-05-1982, NJ 1983, 68.<br />

Artikel 1:2 Beslistermijn<br />

Het uitgangspunt van artikel 4:13 van de Awb is dat in het wettelijk voorschrift de termijn aangegeven wordt<br />

waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden. Zo kan worden nagegaan wat voor iedere situatie een<br />

goede beslistermijn is. In dit model hebben wij de beslistermijn vastgesteld op acht weken (eerste lid). Dit is<br />

gelijk aan de maximumtermijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Awb, wordt gesteld. Uiteraard kan een<br />

gemeente ook kiezen voor een andere, kortere, beslistermijn of zelfs voor per type besluit verschillende<br />

beslistermijnen. Dit laatste doet bij uitstek recht aan het algemeen beginsel dat elke termijn redelijk moet zijn.<br />

Tijdig beslissen is een rechtsplicht voor elk bestuursorgaan. Het merendeel van de aanvragen zal binnen acht<br />

weken kunnen worden afgehandeld. Meer ingewikkelde aanvragen, zeker die waarvoor meerdere adviezen<br />

moeten worden ingewonnen, vergen soms meer tijd. De verlenging van de beslistermijn biedt dan uitkomst. Ook<br />

deze termijn hebben we in het model op acht weken gesteld (tweede lid). Ook hier geldt dat een individuele<br />

gemeente een andere termijn kan vastleggen. Uitgangspunt blijft altijd dat die termijn redelijk moet zijn. Artikel<br />

4:14 Awb verplicht tot kennisgeving aan de aanvrager van dit verlengingsbesluit. Indien de aanvrager meent dat<br />

de verlenging niet redelijk is, kan hij daartegen in bezwaar en beroep gaan.<br />

Dienstenrichtlijn<br />

Op vergunningprocedures voor wat betreft diensten is artikel 13 van de Dienstenrichtlijn van toepassing. Het<br />

derde lid bepaalt dat de aanvraag binnen een redelijke, vooraf vastgestelde termijn wordt behandeld. De<br />

achtweken-termijn van artikel 1:2 voldoet daaraan.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!