APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Vergunningstelsel<br />
Mocht de gemeente ondanks bovenstaande overwegingen een vergunningstelsel noodzakelijk en proportioneel<br />
achten, dan kan artikel 5:15, eerste lid luiden: Het is verboden zonder vergunning van het college te venten. Het<br />
tweede lid kan worden geschrapt, want kan als vergunningvoorwaarde worden opgenomen. Weigeringsgronden<br />
worden niet expliciet in het artikel opgenomen, want deze staan genoemd in artikel 1:8 . Artikel 1:7 geeft<br />
voorts aan dat de vergunning in beginsel voor onbepaalde tijd wordt verleend. De artikelen 5:15 en 5:17 kunnen<br />
worden overgenomen.<br />
Gemeenten die het vergunningstelsel niet willen loslaten, beroepen zich vooral op het argument van het<br />
preventief voorkomen van overlast door venters die hun goederen of diensten aan de deur slijten. Daarbij wordt<br />
vaak de politie geraadpleegd of de dienstverlener een belastend verleden heeft. In 1993 erkende de Afdeling<br />
rechtspraak van de Raad van State dat een strafrechtelijk verleden in de weg staat aan het verlenen van een<br />
ventvergunning (zie onder jurisprudentie). Het is de vraag of dit ook nog geldt onder de Dienstenrichtlijn.<br />
Volgens B.Hessel (Gst. 7271, p. 200) mag een vergunning niet aan een dienstverlener uit een andere lidstaat<br />
worden geweigerd omdat hij strafrechtelijk onvoorwaardelijk is veroordeeld voor meer dan zes maanden.<br />
Aanvullende argumenten binnen het begrip openbare orde in de zin van de Dienstenrichtlijn moeten aanwezig<br />
zijn en gerelateerd worden aan het concrete gedrag van de dienstverlener.<br />
Redelijk verzorgingsniveau<br />
In het verleden is het beschermen van een redelijk voorzieningenniveau in de gemeente ten behoeve van de<br />
consument als een openbare orde-belang aangemerkt. De gedachte was dat gevestigde winkeliers<br />
geconfronteerd worden met hoge exploitatiekosten die niet in verhouding staan tot de vrij lage<br />
exploitatiekosten van de straathandelaren. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van<br />
State blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de<br />
gemeente wordt aangemerkt. Hierop wordt door de Afdeling slechts één uitzondering toegestaan, namelijk<br />
wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Wil een<br />
gemeente op basis hiervan een vergunning weigeren dan moet worden aangetoond, mede aan de hand van de<br />
boekhouding van de plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als door een<br />
venter dezelfde goederen aangeboden worden.<br />
De Dienstenrichtlijn staat deze weigeringsgrond voor venters die (mede) diensten verlenen niet toe, omdat dit<br />
wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het<br />
blijft echter nog wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren voor het verkopen van goederen (zie ook<br />
artikel 5:18, derde lid, onder b). De Dienstenrichtlijn is hierop immers niet van toepassing.<br />
Maximumstelsel<br />
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald, dat het in het belang van de openbare<br />
orde kan zijn om het aantal te verlenen vergunningen aan een maximum te binden. Het aantal te verlenen<br />
vergunningen kan worden beperkt tot een van tevoren vastgesteld maximum als de openbare orde in gevaar<br />
wordt gebracht. Wel dient te worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat van zo'n gevaar in concreto<br />
daadwerkelijk sprake is.<br />
De Europese Dienstenrichtlijn komt wat dit betreft overeen met de bestaande lijn in de Nederlandse<br />
rechtspraak: een maximumstelsel mag. Wel geldt op grond van artikel 9 jo artikel 10 dat er een transparante en<br />
non-discriminatoire op objectieve gronden gebaseerde verdeling/toekenning van vergunningen moet zijn.<br />
192