05.09.2013 Views

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

APV 2012 bijlage toelichting - Bestuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

aan beperkingen onderwerpen. Men spreekt wel van “ideële reclame”. De wenselijkheid en mogelijkheid hiervan<br />

dienen plaatselijk te worden bezien.<br />

Het hier geregelde verbod luidt algemeen: voor het gehele grondgebied van de gemeente (behoudens de<br />

ontheffingsmogelijkheid van het tweede lid). Het staat de gemeenten echter vanzelfsprekend vrij de werking<br />

van het verbod - naar plaats of tijd - afhankelijk te stellen van het oordeel van het college.<br />

Zoals opgemerkt in de <strong>toelichting</strong> op artikel 5:1, onderdeel b, wordt het begrip “parkeren” zo uitgelegd, dat het<br />

verbod in dit artikel zich niet alleen richt op de bestuurder van een voertuig maar ook op de andere<br />

belanghebbenden bij het voertuig.<br />

Jurisprudentie<br />

De Afdeling bestuursrechtspraak acht het beleid van het college van Zierikzee geen ontheffingen te verlenen<br />

voor het parkeren van reclamevoertuigen binnen de bebouwde kom en de daaropvolgende<br />

bestuursdwangaanschrijving aanvaardbaar. De bescherming van het uiterlijk aanzien (beschermd stadsgezicht)<br />

speelt een belangrijke rol. ABRS 1-8-1994, JG 95.0245.<br />

De Afdeling bestuursrechtspraak meent dat het college van Groningen terecht een dwangsomaanschrijving<br />

heeft doen uitgaan tegen een voor een winkel geplaatste riksja, waarmee handelsreclame werd gemaakt. Voor<br />

de toepassing van deze bepaling is de aanwezigheid van een verkeersgevaarlijke situatie niet vereist. ABRS 5-<br />

12-2001, nr. 200103426/1.<br />

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen<br />

Algemeen<br />

In gemeentelijke kring wordt het meer en meer als noodzakelijk ervaren dat het parkeren van grote voertuigen -<br />

in het bijzonder vrachtwagens - op wegen in de stadscentra en in de woonwijken zoveel mogelijk wordt<br />

tegengegaan. Maatschappelijk gezien is er een tendens waarneembaar dat dit parkeren wordt ervaren als<br />

misbruik van de weg. De gevaren en inconveniënten die deze parkeergedragingen kunnen opleveren, zijn velerlei:<br />

onvoldoende opvallen bij schemer en duisternis van geparkeerde vrachtwagens, onvoldoende zichtbaarheid van<br />

tussen of achter deze voertuigen spelende kinderen, buitensporige inbeslagneming van de schaarse<br />

parkeerruimte, belemmering van het uitzicht vanuit de woning, afbreuk aan het uiterlijk aanzien der gemeente<br />

enz. Op den duur zal het parkeren van grote voertuigen dan ook niet meer dienen te geschieden op wegen<br />

binnen de bebouwde kom, althans niet op die wegen binnen de bebouwde kom, welke gelegen zijn in het<br />

centrum of in de woonwijken. Uit de jurisprudentie kan worden opgemaakt, dat ook volgens de Hoge Raad het<br />

parkeren van vrachtwagens in woonwijken enz., bezien tegen de achtergrond van de recente<br />

verkeersomstandigheden en maatschappelijke inzichten, niet (meer) redelijkerwijze als “normaal” verkeer kan<br />

worden beschouwd. De artikelen 5:8 en 5:9 bevatten regels waarmee het parkeren van grote voertuigen, voor<br />

zover dit excessief is, kan worden tegengegaan. Zie voorts ook de algemene <strong>toelichting</strong> onder punt 5<br />

Vervangende parkeergelegenheid.<br />

Eerste lid<br />

Deze bepaling beoogt aan de gemeentebesturen mogelijkheden te verschaffen om aantasting van het uiterlijk<br />

aanzien van de gemeente door het doen of laten staan van bepaalde voertuigen tegen te gaan. Het doen of laten<br />

staan van grote voertuigen kan immers op bepaalde plaatsen, zoals op dorpspleinen, voor monumenten en<br />

173

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!