De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de basis gelegd. Daarna geven we - vrij summier - weer wat in de lutherse confessie<br />
staat (par. 4). Vervolgens is het woord aan Calvijn (par. 5) en de gereformeerde<br />
belijdenissen (par. 6). Voorts vermelden we wat de <strong>Leuenberger</strong> <strong>Konkordie</strong><br />
zegt, stellen enkele vragen en geven een beoordeling (pag. 7).We eindigen<br />
met enkele slotopmerkingen (par. 8).<br />
3. Luther<br />
We hoorden het Luther al zeggen: de rechtvaardiging is de enige en vaste rots,<br />
waarop heel de kerk rust. In dat spoor is later het gezegde gesmeed dat de rechtvaardiging<br />
het artikel is,'waarmee de kerk staat of valt'. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />
dat een groot gedeelte van Luthers theologie hieraan gewijd is.<br />
Op een indringende en persoonlijke manier spreekt hij erover in zijn geschrift<br />
Uitleg van de zeven boetepsalmen. Dat ziet het licht in 1517, hetzelfde jaar als waarin<br />
hij de 95 stellingen aanslaat. Het is zijn eerste grotere werk in het Duits en<br />
beleeft druk op druk. <strong>De</strong>ze keer schrijft hij namelijk niet voor de geleerden (hun<br />
vaktaal was destijds het Latijn), maar voor het volk: dat wil hij leren hoe God Zijn<br />
genade vermaakt aan doodarme zondaren.<br />
We volgen nu - beknopt en enigszins vrij - Luther in de vertaling en de uitleg<br />
van één van deze psalmen, de 32e, om zo een beeld te krijgen van wat hij verstaat<br />
onder de gerechtigheid van het geloof.<br />
Liever dan enkele losse, kenmerkende zinsneden bij elkaar te plaatsen, kiezen we<br />
voor deze werkwijze, omdat we dan a) als vanzelf een zekere concentratie bereiken,<br />
en b) Luther op een existentiële wijze de Schrift zien uitleggen.<br />
3.1 Niet toegerekend<br />
'Zalig zijn zij, wier ongerechtigheden vergeven zijn. Zalig is de mens, wien God de zonde<br />
niet toerekent! <strong>De</strong> bidder van deze psalm wil met deze woorden allereerst aangeven<br />
dat iedereen in Gods ogen onrechtvaardig is. Dat geldt ook degenen, die<br />
zich oefenen in werken der gerechtigheid en alles er aan doen om de ongerechtigheid<br />
achter zich te laten. Maar dat lukt niemand.<br />
Wie zien hoe Luther een accolade om de totale mensheid slaat. Immers, wie is<br />
er niet onrechtvaardig? Of wie is er niet bezig zichzelf te rechtvaardigen, voor<br />
welk front dan ook? Maar dat is tot mislukken gedoemd.<br />
Wie zijn er dan zalig? Niet zij, die geen zonden hebben en zichzelf bevallen en<br />
onschuldig vinden; maar juist zij, die ze wél hebben en zien en kennen. Hun rekent<br />
God de zonden niet toe, maar Hij bedekt ze en wil ze uit louter genade vergeven.<br />
Meer nog: Hij wil er niets meer van weten.<br />
- 24-