De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
geeft. <strong>De</strong> verdiensten van de mens dragen niets bij aan de rechte verhouding<br />
tegenover God. Het zijn de genade en de vergeving, die - gegrond op Christus'<br />
verzoenend sterven - de dienst uitmaken. En de mens? Hij gelooft en dit geloof<br />
rekent God tot gerechtigheid. <strong>De</strong> verwijzing naar Romeinen 3 en 4 maakt duidelijk<br />
dat dit geloof geen prestatie is van de mens, maar gratie van God.<br />
5. Calvijn<br />
Niet minder dan Luther was Calvijn bezig met de rechtvaardiging. Hij wist zich<br />
in dit leerstuk een leerling van de Wittenbergse reformator en beschouwde hem<br />
als 'de uitnemende apostel van Christus, door wiens dienst weer het licht van het<br />
Evangelie werd ontstoken'. In zijn Institutie noemt hij de rechtvaardiging'de voornaamste<br />
pijler, waarop de godsdienst rust' (Inst. III, II, I). Dat doet denken aan<br />
Luthers 'rots'.<br />
We gaan Calvijns gedachtengang na aan de hand van zijn beroemde brief aan<br />
Sadoletus uit 1539. <strong>De</strong>ze kardinaal had een vleiend en verleidend schrijven aan<br />
Genève gezonden met als doel de kerk daar weer voor Rome te winnen. In<br />
Genève voelde men: slechts één kan naar behoren onze zaak verdedigen: Calvijn.<br />
In eigen, samenvattende verwoording geven we zonder verder commentaar Calvijns<br />
antwoord weer.<br />
5.1 Een felle strijd<br />
Het klopt, eerwaarde, dat wij met u de felste strijd voeren over de rechtvaardiging<br />
door het geloof. Maar dat is geen onnut vraagstuk. Want als deze belijdenis<br />
wordt weggenomen, is de heerlijkheid van Christus vernietigd, de religie verworpen,<br />
de kerk verwoest en de hoop der zaligheid vergaan. Daarom laat ik hier<br />
in het kort volgen, hoe ik daarover denk.<br />
5.2 Kennis van zichzelf en van Christus<br />
Het begint met zelfkennis: de mens moet zijn geweten voor Gods rechterstoel<br />
brengen om zo overtuigd te raken van zijn zondige toestand en van het vonnis,<br />
dat over alle zondaren geveld is. Wanneer hij in ootmoed voor God is neergevallen,<br />
wijzen wij hem op de enige grond van ons behoud: Gods barmhartigheid,<br />
ons in Christus, onze Gerechtigheid, geopenbaard. Want Hij heeft met Zijn<br />
gehoorzaamheid onze overtredingen uitgedelgd, door Zijn offerande Gods toorn<br />
verzoend, met Zijn bloed onze smetten uitgewist, door Zijn kruis onze vloek<br />
opgeheven, door Zijn dood voor ons genoeg gedaan. Zo voltrekt zich de ver-<br />
- 29-