De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
De Leuenberger Konkordie - hwba-vriezenveen - Welkom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Heidelbergse Catechismus<br />
<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus bevat (evenals de Augsburgse Confessie) geen<br />
gedeelte waarin de predestinatie afzonderlijk behandeld wordt <strong>De</strong> verkiezing<br />
komt slechts indirect aan de orde in vraag 54, waar het gaat over de heilige, algemene<br />
christelijke kerk. We lezen daar, dat de Zoon van God uit het ganse menselijk<br />
geslacht Zich een tot het eeuwige leven uitverkoren gemeente vergadert<br />
door Zijn Geest en Woord. Hier wordt Christus beschreven als de Verkiezende.<br />
Er is weieens op gewezen, dat in de gereformeerde belijdenisgeschriften twee lijnen<br />
zijn aan de wijzen. M) <strong>De</strong> eerste is, dat Christus de grond van de verkiezing<br />
is, dat God van eeuwigheid in Christus verkiest. Dat is de lijn die we ook in de<br />
Nederlandse Geloofsbelijdenis tegenkomen. <strong>De</strong> tweede lijn is, dat Christus Zelf<br />
de Verkiezende is, zoals we hier in vraag 54 van de Heidelbergse Catechismus<br />
zien. Christus vergadert Zich een uitverkoren gemeente; de gelovige is daar een<br />
lidmaat van en zal dat eeuwig blijven. Hier komt ook de leer van de volharding<br />
der heiligen naar voren. <strong>De</strong> Heilige Geest geeft het geloof en blijft bij de gelovige<br />
tot in eeuwigheid (vraag 53).<br />
Dordtse Leerregels<br />
Nadat op de Dordtse synode in 1619 de leer van de remonstranten was afgewezen,<br />
werd het oordeel van de synode vastgelegd in de Dordtse Leerregels. In<br />
het eerste hoofdstuk wordt gezegd, dat alle mensen onder het oordeel van God<br />
liggen. God heeft Zijn eniggeboren Zoon gegeven opdat een ieder die in Hem<br />
gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven zou hebben. Daarom laat God<br />
het Evangelie prediken, met bevel van geloof en bekering. <strong>De</strong> schuld van het<br />
ongeloof ligt niet in God, maar in de mens (I, 1-5).<br />
Pas na deze inleiding komt het eeuwig besluit van God aan de orde. God schenkt<br />
sommigen wel geloof, anderen niet. Dit komt voort uit Gods besluit (1,6). <strong>De</strong> verkiezing<br />
is een onveranderlijk voornemen van God, waardoor Hij voor de grondlegging<br />
der wereld uit genade mensen tot de zaligheid verkoren heeft in Christus.<br />
Christus is van eeuwigheid de Middelaar en het Hoofd van de uitverkorenen,<br />
die God besloten heeft om aan Hem te geven (1,7). Aan deze uitverkorenen, die<br />
God van eeuwigheid verkoren heeft, geeft Hij in de tijd het ware geloof (lll/IV,<br />
10). <strong>De</strong> verkiezing waarover gesproken wordt, is geen verkiezing uit een vooruitgezien<br />
geloof, maar tot geloof.<br />
Hier geldt: God verwerpt wel vanwege de zonde, maar Hij verkiest niet vanwege<br />
het geloof maar vanwege Zijn barmhartigheid, terwijl de verkiezing niet anders<br />
geschiedt dan door het geloof in Christus. <strong>De</strong> verkiezing is de fontein waaruit het<br />
- 51 -