Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eschouwt. Daartoe kan gekeken worden welke gevolgen de reactie van de geïnterviewde heeft voor<br />
de vervolgactie van de interviewer. Stelt hij bijvoorbeeld een vervolgvraag?<br />
Vragen met ondervragende zinsbouw<br />
• ja/nee-vragen<br />
Deze vragen om bevestiging, danwel ontkenning. Strikt genomen is er sprake van een<br />
antwoord als er met “ja” of “nee” wordt gereageerd (Bull, 1994, 123). Echter, ook reacties met<br />
woorden als “zeker, absoluut en natuurlijk” kunnen worden gezien als een ja-antwoord en<br />
reacties met woorden als “geenszins, helemaal niet en nooit” als een nee-antwoord<br />
(Quirk, Greenbaum, Leech & Svartvik, 1985). Ook geven geïnterviewden soms antwoorden<br />
als “een beetje”. Een dergelijk antwoord is bevestigend, maar ligt tussen ja en nee in<br />
(Bolinger, 1978). Hierbij zou sprake kunnen zijn van vraagontwijkend antwoordgedrag.<br />
Immers, de geïnterviewde verzwakt de kracht van zijn antwoord door geen ja of nee te<br />
antwoorden.<br />
Bij ja/nee-vragen past niet alleen een ja/nee-antwoord, maar ook een bijpassende<br />
uitwerking. Zonder deze uitwerking kan de interviewer het antwoord als onvolledig<br />
beschouwen en in dat geval zal deze doorvragen (Clayman and Heritage, 2002, 252). Per slot<br />
van rekening moet het publiek worden geïnformeerd.<br />
Echter, of er sprake is van vraagontwijkend antwoordgedrag hangt in alle gevallen af<br />
van hoe de interviewer het antwoord beoordeelt. Zo kan een ja- of nee-antwoord met<br />
uitwerking, dat op het oog een passend antwoord is, toch een ontwijkend antwoord zijn.<br />
• w-vragen<br />
Deze beginnen met de vraagwoorden wat, wie, welke, wanneer, waarom, hoe, waar. Bij dit<br />
type vragen is een open reeks antwoorden mogelijk, afhankelijk van het vraagwoord. Ook hier<br />
geldt dat op grond van de reactie van de interviewer moet worden opgemaakt of er sprake is<br />
van vraagontwijkend antwoordgedrag.<br />
• alternatieve vragen/disjunctieve vragen<br />
Dit zijn of…of-vragen, waarbij aan de geïnterviewde meerdere antwoordopties worden<br />
voorgesteld. Deze kan daarop reageren door één van de alternatieven als antwoord te kiezen<br />
of door zelf een alternatief aan te dragen. Ook kan hij zich verzetten en dan noch een<br />
alternatief kiezen, noch zelf een alternatief aandragen. In de eerste twee gevallen kan worden<br />
gesproken van een antwoord en in het derde geval van het uitblijven van een antwoord (Bull,<br />
1994, 126). Uiteraard geldt ook hier dat de interviewer beoordeelt of er sprake is van een<br />
voldoende antwoord.<br />
Er zijn argumenten om te stellen dat de alternatieve vraag sturend is, maar ook dat<br />
deze dat niet is. De vraag kan sturend werken door de mogelijke antwoorden voor de<br />
geïnterviewde in te perken en hem zo een bepaalde richting op te drukken. Op die manier