Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
346<br />
347<br />
348<br />
349<br />
350<br />
351<br />
352<br />
353<br />
354<br />
355<br />
356<br />
357<br />
358<br />
359<br />
niet gezegd dat hij niet over de kandidatuur van Dehaene kan praten en Witteman wendt die<br />
mogelijkheid aan voor zijn vervolgvraag (regels 346-347). Met de vraag zet Witteman Lubbers zo<br />
onder druk om wèl over de kandidatuur van Dehaene te praten.<br />
Witteman zet deze druk in regel 346 kracht bij door nadruk te leggen op het woord “zijn” en<br />
bij het woord “wel” zijn intonatie te verhogen. Daarmee wordt als het ware de initiële vraag weer<br />
actief gemaakt: “wat vindt u van zijn (Dehaenes’) kandidatuur”. Een dergelijke actie komt vaak voor<br />
als de geïnterviewde heeft aangegeven de vraag niet te zullen beantwoorden en de interviewer het<br />
antwoord niet als afdoende ziet. Er is dan een probleem met de vraag en vaak wijzigt de interviewer<br />
die dan om een (acceptabel) antwoord te krijgen. In dit geval doet Witteman dat dus door Lubbers<br />
stevig onder druk te zetten met een indirecte vraag (Koole en Waller, 2005, 93-103).<br />
Fragment 5<br />
NOVA Gesprek met de Minister-president: 11 Maart 1994: Voorzittersschap Europese Commissie<br />
Interviewer: Paul Witteman; Geïnterviewde: Ruud Lubbers<br />
W: ja maar u kunt over zijn kandidatuur ↑wel↑ praten,<br />
als u °over uw eigen kandidatuur [[niet kunt praten°]].<br />
L: [[ ja maar dat lijkt]] me nou<br />
collegiaal (0.3) niet aardig.<br />
(0.3) dat ik het voor hem nog moeilijker zou maken<br />
°door te zeggen nou°<br />
(0.8) °prima ?man? u moet vast eens naar hem toegaan°¿<br />
of (.) juist geen goeie man,<br />
nu moet u weer naar hem toe voor wat hij daar nu weer van vindt.<br />
(0.5) nee hij heeft een u:h<br />
(0.5) stevige job te doen?<br />
(0.8) u:h minister-president in Nederland denk ik weleens<br />
is nog wat makkelijker dan minister-president in België?<br />
dus ik wil hem >zeker niet voor de voeten lopen.<br />
De vraag kent twee gedeeltes: in regel 346 stelt Witteman dat Lubbers over de kandidatuur van<br />
Dehaene wel kan praten. Vervolgens legt Witteman in regel 347 uit waarom. Opvallend is dat<br />
Witteman hierbij zachter gaat praten vanaf het woord “over”.<br />
Lubbers overlapt een deel van de zachter uitgesproken tekst van Witteman in regel 347. Dat<br />
de tekst zachter is uitgesproken maakt het voor Lubbers makkelijker om de beurt van Witteman over<br />
te nemen (Schegloff, 2000, 12). Bij deze beurtovername is sprake van bijnacompleet-overlap. Immers,<br />
de beurt van Witteman is bijna ten einde. Zodoende is de overlap niet problematisch (Mazeland, 2003,<br />
60; 64). Bovendien is de overlap snel opgelost, omdat Witteman stopt met praten in regel 347. Om die<br />
reden en omdat er geen sprake is van “hitches en/of perturbations”, oftewel haperingen en<br />
verstoringen die vaak plaatsvinden bij competitieve overlap, is er ook van dit laatste geen sprake<br />
(Schegloff, 2000, 12;17).<br />
Door de beurt van Witteman te overlappen heeft Lubbers de regie in het gesprek snel in<br />
handen en komt hij onder de druk van Wittemans indirecte vraag en de daarmee actief gemaakte<br />
vraag uit het vorige fragment uit. Dat gebeurt in combinatie met wat hij vervolgens in regels 348-354